Zonder aanwijsbare reden gelukkig zijn: het ging Mark Everett nog nooit zo goed af als dezer dagen. Met Wonderful, Glorious viert a man called E zijn tiende langspeler met Eels. Binnenkort volgt ook nog zijn vijftigste verjaardagsfeestje – in Brussel. ‘Nooit gedacht dat ik zo oud zou worden.’

Weten dat Mark Everett de enige overlevende is van het gezin waarin hij opgroeide, en dat ook andere vroegtijdige sterfgevallen hem het kommervrije rollebollen door het leven hebben verhinderd: daar maakt men op popquizzen al lang het verschil niet meer mee. Evenmin doet die oude tegenspoed nog veel ter zake op Wonderful, Glorious. Toch is de eerste plaat sinds de ietwat overambitieuze trilogie Hombre lobo (2009), End Times en Tomorrow Morning (beide 2010) ook weer geen werkje om ruggelings schapenwolkjes op te hoeden.

MARK EVERETT: Het is een opgewekte plaat geworden, ja. Maar om daar gewicht en betekenis aan te kunnen geven, om die blijdschap enigszins verheffend te maken, moet je ook wat dark stuff bij de hoorns vatten. Contrast moet er zijn. Mij is het erom te doen het leven in al zijn vormen, kleuren en ervaringen weer te geven. Dat was al zo toen ik begon met songschrijven. Maar verder denk ik nooit echt na over welke functie dit allemaal voor mij heeft. Mijn enige ambitie is om gewoon te blijven toegeven aan wat blijkbaar een continu brandende drang is om nieuwe muziek te creëren. Er is niets dat ik liever doe dan dat. En ik ben gezegend, omdat mensen geïnteresseerd blijven in wat ik doe.

Voel je je verantwoordelijk tegenover je concertpubliek, de lui die je platen kopen?

EVERETT: Absoluut. De truc is om je voor te stellen dat je zelf tussen het volk staat. In feite wil ik dus in de eerste plaats indruk maken op mezelf. Maar dit gezegd zijnde: ik realiseer me wel dat ik niet de gemiddelde concertganger ben. Sommige fans hebben het op een bepaald moment wel gehad met ons. Omdat ze teleurgesteld zijn dat we sommige nummers niet meer spelen, want zowat elk jaar gooien we onze set overhoop. Tja, zo ben ik altijd geweest: ik hou van het verrassingselement.

Wonderful, Glorious is nochtans heel herkenbaar.

EVERETT: Hm. Ik heb anders het gevoel dat we een nieuwe richting zijn ingeslagen. Omdat het echt een groepsplaat is geworden. Voor ik aan de trilogie begon, had ik een heel plan opgesteld. Nu bestond het enige plan erin dat er geen was. De hele zwik is geschreven in de studio zelf, met de band. De dag dat we begonnen, hadden we niks, nada, niet één noot of tekstregel. Dat had op een complete ramp kunnen uitdraaien. Ik weet wel: we zijn uitstekend op elkaar ingespeeld en in je eigen studio geniet je de luxe van onbeperkte tijd. Maar bij elke plaat die je maakt, komt een dosis geluk kijken. Magie. En dat was er gelukkig. Nu, wat dat herkenbare betreft: ik zou toch niet weten met welke song je Bombs Away bijvoorbeeld zou moeten vergelijken.

Ik moest meteen aan Tom Waits denken. En dat overkwam me vroeger ook al eens bij sommige van je songs.

EVERETT: Dat is nooit slecht.

Waits zong al eens mee op Going Fetal, een song op Blinking Lights and Other Revelations, en jullie zijn fan van elkaars werk. Houden jullie contact?

EVERETT: We horen elkaar af en toe wel eens, ja. En daar ben ik altijd heel opgetogen over. Waarover we praten? Muziek, alles. Echt een heel fascinerende vent. Ik raad iedereen die er de kans toe krijgt aan een praatje met hem te slaan.

Hij heeft eens gezegd dat zingen een van de beste manieren is om iets te onthouden. Gaat dat voor jou op?

EVERETT: Interessant. Ik zou willen dat het zo was. Want ik heb er de grootste moeite mee om mijn eigen teksten te memoriseren. (lacht) In zekere zin schrijf ik songs om dingen te vergeten, ze uit mijn systeem te drijven. Dat is altijd weer een juk dat van mijn schouders valt. Tenminste, tot ik me realiseer dat ik dat nummer nog duizend keer op een podium zal moeten zingen. (lacht) Dus Tom Waits heeft gelijk. Helaas.

Zijn al je songs autobiografisch?

EVERETT: Neen, grofweg de helft. De rest zing ik in character. Och ja, ik heb ermee leren leven dat dat vaak voor misverstanden zorgt, zowel in mijn publieke als in mijn persoonlijke leven.

Iets anders: je wordt vijftig dit jaar.

EVERETT:Yep.

Waar is het feestje?

EVERETT: In België! Ik sta die dag op een podium in Brussel. Dus iedereen is welkom – zolang ze maar een kaartje hebben, natuurlijk. (lacht) Mensen geld aftroggelen op je verjaardagsfeestje, wie denk ik wel dat ik ben? Toen ze me het tourschema voorlegden, dacht ik nog: 10 april, dat zegt me iets. Maar als ik even mag slijmen: er is geen plek waar ik liever zou zijn. We zijn dol op het Belgische publiek.

Zet die ronde leeftijd je aan het piekeren?

EVERETT: Ja. Over het feit dat iedereen me godzijdank tien jaar jonger inschat. Ik heb goeie genen, van mijn moeder. Ik prijs me dus gelukkig dat ik er niet uitzie als de inmiddels dikke en kale lui waarmee ik op de middelbare school heb gezeten. En ik moet zeggen: er jonger uitzien maakt dat je je jonger gedraagt. Ik barst van de energie. Verder verbaast het me dat ik hier nog altijd rondloop. Toen ik jong was, ging ik er om een of andere reden van uit dat ik het niet lang zou trekken. En als je weet wat er met mijn familie is gebeurd, is mijn leeftijd zéker een verwezenlijking.

Wat zou je zeggen tegen je jongere zelf?

EVERETT: Aha! Enkele jaren geleden heb ik nog meegewerkt aan een boek, Dear Me. De opdracht was: schrijf een brief aan de persoon die je was op je zestiende. Ik geloof dat ik mezelf toen uitgesloofd heb om mijn puisterige ik een stevig hart onder de riem te steken. (lacht) Wat doet het ertoe dat de sportbinken op school de eersten zijn om met de mooiste meisjes weg te lopen, als ze later toch voor de nerds als ik vallen? Enfin, de bottomline was: ‘Pluk de dag en laat je kop niet hangen. En je zult er geen snars van geloven, maar het leven wordt echt alleen maar relaxter.’

Geluk is iets wat je beter afgaat, niet?

EVERETT: Wel, ik ben gaan beseffen dat ik elke morgen op zijn minst een keuze heb. Het komt er dan louter op aan naar de zonnige kant over te hellen.

Helpt het dat je over je vader, met wie je nooit een goeie band hebt gehad, de docu Parallel Worlds, Parallel Lives hebt kunnen draaien? En dat je de geweldige autobiografie Things the Grandchildren Should Know hebt geschreven?

EVERETT: Die twee dingen waren absoluut keerpunten in mijn leven, ja. Er kan mij niks overkomen of ik moet er een song over schrijven. Maar ook songs kunnen niet alles verlichten. Die docu en dat boek waren experimenten, en ik ben enorm blij dat ze iets uitgehaald hebben.

Tevredenheid zit in een klein hoekje. Ik stel bijvoorbeeld vast dat de band waarmee ik nu al jaren speel een goed draaiende eenheid is – vandaar ook dat we deze plaat in amper een maand tijd vanuit het niets hebben kunnen inblikken. We amuseren ons te pletter. Ik kan me de tijd niet meer herinneren dat ik nog eens een slecht concert heb gespeeld.

Tot slot: met welk verjaardagspresentje doen we je in het Koninklijk Circus een plezier?

EVERETT: Gooi maar wat van die schat-tige Belgische meiden het podium op.

WONDERFUL, GLORIOUS

Op 4/2 uit bij E Works/Cooperative Music.

DOOR KURT BLONDEEL

‘HET IS EEN OPGEWEKTE

PLAAT GEWORDEN, JA,

MAAR OM DAAR GEWICHT

AAN TE GEVEN, MOET JE

WEL WAT DARK STUFF

BIJ DE HOORNS VATTEN.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content