Er blijven toe doen, veertien jaar en zeven platen lang: alleen Radiohead krijgt het in deze tijden van indigestie en eendagsvliegen voor elkaar. Broederpaar Jonny en Colin Greenwood (gitaar/bas) over ‘In Rainbows’, de plaat én de marketingstunt van het jaar. ‘Er zit een Spice Girl in elk van ons.’

Begin oktober verraste Radiohead vriend en vijand door zijn nieuwe album In Rainbows alleen via zijn website uit te brengen. Zonder de steun van een platenfirma. En vooral: zonder vaste prijs. Wie tevreden was met een digitale download, mocht geven wat hij wilde. Ook helemaal niks. Een marketingstunt zo revolutionair dat de groep er zelfs The Economist mee haalde.

En niet alleen marketeers floten bewonderend tussen de tanden voor In Rainbows. Ook recensenten gaven staande ovaties. ‘Dit had nog per postduif mogen komen, dan nog was het een meesterwerk geweest’, schreef het Britse Q Magazine. En Rolling Stone: ‘ In Rainbows is zo goed dat je het gevoel krijgt dat veel andere groepen zich voor hun platen zouden moeten beginnen excuseren.’ Een vraag die dan spontaan bij me opborrelt: zou een alom bejubelde groep als Radiohead nog altijd met dichtgeknepen billen op recensies zitten te wachten?

Jonny Greenwood: Natuurlijk wel. En dat moet ook, vind ik. Anders kan je er maar beter mee ophouden. Je bent maar zo goed als je laatste plaat, hé?

De variabele prijs van ‘In Rainbows’ werd onthaald als de marketingstunt van de eeuw. Maar Thom ontkende dat jullie er bijzonder diep over hebben nagedacht.

Jonny:(knikt) Tot het laatste moment hadden we ook enorme twijfels. ‘Gaat het systeem wel werken? Kunnen we er wel geld voor vragen?’

Colin Greenwood: Het voelde aan als een gigantisch risico. Als Mission: Impossible. Uit schrik dat de muziek op voorhand zou lekken, vernietigden we na elke opnamedag al onze cd’s. En op de master schreven we titels om onbevoegden af te schrikken. ‘Eagles: Greatest Hits’, ‘Phil Collins’s Hip Hop Covers’ (lacht).

Intussen raakte bekend dat ‘maar’ 38 procent van jullie fans voor hun downloads betaalden.

Colin: Het waren er meer, al weet ik niet precies hoeveel. Het enige wat ik kan zeggen, is dat de Duitsers het gierigst waren, en de Italianen het gulst.

Zijn jullie tot nog toe zelf tevreden?

Colin: Absoluut. We hadden drie doelstellingen. Een: alles volledig zelf in handen houden. Twee: zorgen dat de plaat niet op voorhand lekte, in tegenstelling tot onze vorige. En drie: de eerste groep worden die op deze manier een plaat uitbracht. In die zin was het over de hele lijn: missie volbracht.

In welke zin niet?

Jonny: We hadden gehoopt dat we na de opnames een keer niét op de rand van een zenuwinzinking zouden staan.

Colin: Wat dat betreft, blijft het wachten op ons eerste succes (lacht).

Klopt het dictatoriale beeld dat Thom zo vaak van zichzelf ophangt in interviews?

Jonny: Nee, dat is gewoon het beeld dat de media graag van hem ophangen. Scary Thom.

Colin: (droog)Er schuilt een Spice Girl in elk van ons.

Jonny: Het enige waar hij ontzettend onredelijk in kan zijn, is in zijn haat voor banjo’s. Elke plaat opnieuw is het: ‘ No. Fucking. Way.

Colin: jij werkte naar verluidt ooit in een platenwinkel.

Colin: Ik heb Our Price Records nog gestofzuigd, ja. Op de tonen van NWA!

Snap je dat platenboeren boos waren dat jullie ‘In Rainbows’ eerst alleen online wilden uitbrengen?

Colin: We hebben hen nooit de kaas van het brood willen eten, dus nee. Het was van meet af aan onze bedoeling om In Rainbows ook als cd beschikbaar te maken, zoals we nu doen. We wilden dat de muziek voor iedereen beschikbaar zou zijn. Ook voor onze ouders. En voor onze fans zonder internetverbinding of creditcard. Alleen duurde het veel langer dan verwacht voor we een platenfirma vonden.

Jonny: In al onze haast waren we ook vergeten een Chinese en een Spaanse interface te maken voor onze website. Ook daardoor bleven honderdduizenden fans in de kou staan.

Colin: We vergaten zelfs om in het keuzevakje voor de prijs meer dan twee digits te voorzien, stel je voor! Niemand kon meer dan 99 pond betalen! (lacht)

Klopt het dat jullie niet meer met EMI wilden samenwerken omdat ze overgenomen werden door de geldmachine Terra Firma?

Jonny: Absoluut. Bij de overname kondigden ze aan dat ze de winst wilden verviervoudigen tegen 2012. Maar niét door op een zeer ethische manier met muziek om te gaan, hadden we de indruk.

Gaven jullie je toestemming voor de Radioheadverzamelbox van EMI?

Jonny: Natuurlijk niet. Maar helaas hebben ze op alles de rechten. Muziek én artwork.

Colin: ‘Probeer het positief te zien’, zei Thom. ‘Ze hadden ook naaktfoto’s van mij kunnen gebruiken. Met mijn peroxidekapsel uit de jaren 90. En mijn twee duimen omhoog.’ (lacht)

Jonny: Wat ik wel griezelig vond: op internet verschenen de eerste dagen woedende recensies van fans. ‘Dit is een cynische EMI-release! Koop dit niet!’ Maar plots waren die allemaal weg.

Heeft ‘In Rainbows’ de muziekindustrie veranderd, zoals we lazen?

Jonny: Dat geloof ik niet, nee. Maar ik denk wel dat een aantal muzikanten ons voorbeeld zal volgen.

Colin: Met al die nieuwe businessmodellen in de muziek blijft het voorlopig een beetje zoals met Apple en Microsoft, vrees ik. Met de Macs aan de ene kant, waarvan iedereen zegt dat ze zo geweldig zijn. En de pc’s aan de andere kant, die nog altijd door 99 % van de wereldbevolking gebruikt worden.

Een obligate Belgiëvraag. Vier jaar geleden speelden jullie een magistraal concert in Vorst, nochtans een galmhal. Hoe deden jullie dat?

Colin: We hadden gehoord dat het a haunted hall was, een behekste zaal. En dus brachten we Big Jim mee, de geluidsman van onder meer Peter Gabriel en Nine Inch Nails. Over ons laatste concert op Pukkelpop bijvoorbeeld was ik daarentegen helemaal niét te spreken. Daar stonden we zo laat geprogrammeerd dat we tegen de bisnummers al half stonden te slapen.

Tot slot. Jullie staan sinds jaar en dag bekend als ‘de nieuwe Pink Floyd’. Hoe blij zijn jullie daar mee?

Jonny: Ik ben een gigantische Pink Floydfan, dus: ontzettend blij.

Colin: Een jaar of drie geleden kregen we een postpakketje. Inside Out zat erin, dat boek van (Pink Floyddrummer) Nick Mason. ‘To Radiohead, my favourite Pink Floyd tribute band of all time’, had hij erin geschreven.

Jonny: Wat mij betreft: het mooiste compliment dat we ooit hebben gekregen.

Door Wouter Van Driessche

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content