Superspion Jason Bourne maakte van Matt Damon een wereldster. In het CIA-drama ‘The Good Shepherd’ speelt hij alweer een geheim agent, maar dan één van het nog iets koelbloediger type.

Als we de mol meetellen die je in ‘The Departed’ speelde, zit je al aan je derde spionnenrol. Ben je ze nog niet beu?

Matt Damon: Nee, man. Het zijn fantastische rollen. Er kan er altijd nog eentje bij! (lacht) Ik speel graag spionnen en het publiek houdt van ze. De mensen identificeren zich met complexe figuren als Bourne of Wilson, wellicht omdat we in zulke complexe tijden leven.

Je was niet de eerste keuze voor deze rol: de voorkeur ging eigenlijk naar je ‘The Departed’-collega Leonardo DiCaprio. Een deuk voor je ego?

Damon: Ik was niet eens de tweede keuze: de productie sleepte zo lang aan dat ik wellicht pas op de vijfde plaats kwam. Aanvankelijk ging Robert De Niro zelf de hoofdrol spelen, maar dan was het personage een stuk ouder geweest. Ach, van zulke dingen lig ik echt niet wakker. Elk script dat je aangeboden krijgt, wordt sowieso ook aan anderen gepresenteerd.

Jouw scènes voor ‘The Departed’ waren amper ingeblikt of je stond al op de set van ‘The Good Shepherd’. Dat moet even aanpassen geweest zijn.

Damon: Ja, ik moest op de rem gaan staan. De adrenalinerush van Martin Scorseses bezeten aanpak werkt verslavend, en het was afkicken geblazen toen ik op De Niro’s set arriveerde. Maar je kan de twee projecten niet echt vergelijken. The Departed zou ik vergelijken met een goedgeschreven pulproman, terwijl The Good Shepherd meer weg heeft van een lijvige literatuurklassieker.

De personages liggen ook mijlenver uiteen: Wilson is integer maar naïef, terwijl je in ‘The Departed’ een corrupte smeerlap speelde.

Damon: Het waren allebei interessante rollen. Mijn personage uit The Departed groeide op in Boston, de stad waar ik geboren en getogen ben. Ik wist dus perfect hoe zo’n figuur praat en handelt. Eigenlijk was mijn hele leven een voorbereiding op die rol. Dat lag wel even anders bij The Good Shepherd. Daarvoor verslond ik stapels boeken over de CIA en had ik lange gesprekken met voormalige agenten, waardoor ik inzicht kreeg in hun werkmethodes en hun – vaak problematische – privéleven.

Ook Wilson bakt niets van zijn huwelijksleven. Hoe groot is je begrip voor een man die een echtgenote met de looks van Angelina Jolie aan haar lot overlaat?

Damon: Angelina gaat met een van mijn beste maten, dus ik moet op mijn woorden letten (lacht). Wilson gelóóft in wat hij doet. Hij is ervan overtuigd dat de CIA het verschil zal maken voor de wereldvrede. Zijn baan brengt verantwoordelijkheden mee. We hebben het niet over een fabrieksarbeider die zijn familie zomaar in de steek laat. Eigenlijk is Wilson een heel tragische figuur. Zijn lot wordt bepaald door hogere instanties.

Robert De Niro staat bekend als een acteur die zich meticuleus voorbereidt op zijn rollen. Hoe vertaalt zich dat als hij aan de andere kant van de camera staat?

Damon: Bob vroeg me zo minimalistisch mogelijk te acteren. Hij stond tijdens het filmen steeds vlakbij, zodat hij opmerkingen kon maken, me om kleine aanpassingen vragen en zorgen dat alle details juist zaten. De beste acteur ter wereld die je advies in de oren fluistert: heerlijk vond ik dat.

Heerlijk? Anderen zouden zeggen: intimiderend.

Damon: Het was natuurlijk even wennen aan zijn manier van werken. Maar Bob is een ongelooflijk vriendelijke vent, die het beste met iedereen voorheeft. Als hij je raad geeft, klinkt hij niet als een strenge generaal, maar als een wijze filosoof.

En Scorsese, hoe gaat die te werk?

Damon: Op dat vlak verschillen Marty en Bob niet zo erg van elkaar. Ze hebben allebei een feilloze bullshitdetector. Wanneer een scène onecht aanvoelt, zullen ze onmiddellijk ingrijpen. Scorsese is natuurlijk geobsedeerd door de technische kant van de zaak, maar hij houdt zich ook bezig met de personages. Meteen ook de reden waarom The Departed een stuk langer duurt dan het Aziatische origineel, Infernal Affairs.

Is Scorsese echt zo obsessief met zijn vak bezig als vaak wordt beweerd?

Damon: Marty denkt in shots. Als hij vertelt over dingen die hij meegemaakt heeft, klinkt het alsof hij ze voor zich ziet op het witte doek. Ik ken maar een paar regisseurs die zo bezeten zijn door hun vak: Spielberg, Soderbergh en Coppola. Gus Van Sant werkt bijvoorbeeld helemaal anders. Hij repeteert eerst met zijn acteurs en beslist pas nadien welk shot het beste bij de scène past.

Terug naar de spionnen: wat vond je van de recentste James Bond – of moet ik zeggen: James Bourne?

Damon: Ik heb Casino Royale nog steeds niet gezien, maar ik vind wel dat ze onze poster moeten teruggeven (lacht). Elke keer als ik voorbij zo’n gigantische affiche wandel, ga ik op zoek naar mijn eigen gezicht. Maar goed, die facelift heeft mijn Britse collega duidelijk deugd gedaan. Toch blijven de verschillen tussen Bond en Bourne gigantisch. Bond zal altijd deel uitmaken van een imperialistische, misogyne traditie waar Bourne totaal geen uitstaans mee heeft.

Hoe staat het met het derde Bourne-avontuur?

Damon: De opnames van The Bourne Ultimatum zijn nog bezig. Deze keer belandt Jason in Tanger, Madrid, Londen en uiteindelijk de VS.

Komt hij eindelijk te weten wie hij is?

Damon: Als ik dat vertel, sturen de producenten een bataljon huurmoordenaars op me af (lacht). Laat ik het hierbij houden: dit is hoogstwaarschijnlijk de laatste in de reeks. Ik ben in elk geval heel blij dat Paul Greengrass ook deze aflevering wilde regisseren. Hij heeft aflevering 2, The Bourne Supremacy, echt een eigen gezicht gegeven.

Door Steven Tuffin

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content