Naast acteur en regisseur is de Japanse filmmaker Takeshi Kitano ook tv-komiek. In zijn nieuwste staan ze alle drie op de loonlijst.

De westerse cinefiel kent Takeshi Kitano (59) vooral als de maker van spijkerharde yakuza-films als Sonatine, Hana-Bi en Brother. In zijn heimat Japan is hij echter in de eerste plaats de populaire tv-komiek Beat Takeshi. ‘Hoog tijd om die personae tegelijk in een film op te voeren’, moet Kitano in een narcistische bui hebben gedacht. Het resultaat is de surrealistische gangsterkomedie Takeshis’, waarin de filmster Beat Takeshi oog in oog komt te staan met zijn anonieme, blonde dubbelganger Kitano (en er weer niet op een litertje bloed wordt gekeken). Twee Takeshi’s voor de prijs van één, en wij kregen als toetje nog gesprek met de meester bovenop. ‘Acteur worden vereist lef, doorzettingsvermogen en vooral masochisme.’

Wie zit er nu voor ons: Beat Takeshi of Kitano?

Takeshi Kitano: Geen van beiden. Deze film gaat niet over mij, maar over de manier waarop ik door de kijkers wordt gepercipieerd. Of beter: over de manier waarop personages en tv-vedettes door kijkers worden gepercipieerd. Privé heb ik maar weinig met de komiek Beat Takeshi of de actiester Kitano gemeen, maar kijkers lijken dat niet te kunnen bevatten. Takeshis’ is dan ook geen uit de hand gelopen egotrip, maar een reflectie op onze huidige mediacultuur. En die is heel dubbelzinnig. Niets is nog wat het lijkt. Fictie en werkelijkheid lopen steeds vaker dooreen en dat zorgt voor een gevoel van onbehagen en verwarring. Net dat gevoel wilde ik met deze film vatten.

Hoewel de film komische elementen bevat, voelt ‘Takeshis” toch aan als een nachtmerrie. Is het leven van een bekende Japanner zo’n verschrikking?

Kitano: Niet noodzakelijk, maar het gras blijft altijd groener aan de overkant. De filmster droomt van het anonieme leven van zijn dubbelganger, een saaie winkelbediende die op zijn beurt droomt van een leven in de schijnwerpers. Dat universeel menselijke gevoel wilde ik hier op een persoonlijke manier invullen. Vandaar dat alle droomsequenties zijn gebaseerd op mijn eigen dromen, zelfs die waarin ik door een Amerikaanse soldaat in de voet word geschoten of waarin ik een hellegat ingezogen word. Ik droom meestal niet zo zoet. (lacht)

Ik vrees dat ik niet helemaal volg: ‘Takeshis” gaat niét over jou, maar je voert wel twee keer jezelf op onder je eigen naam én de droomsequenties zijn autobiografisch?

Kitano: Houden zo: da’s ook de bedoeling. De enige logica die er in de film te bespeuren valt, is die van een droom. Er bestaat zelfs geen adjectief voor, al komt ‘irrealistisch’ misschien nog het dichtst in de buurt. Ik wil dat je gedesoriënteerd de zaal verlaat.

Missie geslaagd. In Japan ben je al jaren een ster, maar wat als je een anoniem leven had geleid, zoals je dubbelganger?

Kitano: Dan deed ik waarschijnlijk net hetzelfde, maar zonder publiek. (lacht) Acteren is een roeping, en zodra je je als acteur hebt geout is er in een traditionalistische maatschappij als Japan geen weg meer terug. Jarenlang werden acteurs er zelfs bespot en beschimpt, dus is er lef, doorzettingsvermogen en een flinke dosis maso- chisme voor nodig.

Over Japan gesproken: in de Japanse cinema druipen het bloed en het sperma vaak van het scherm af. Vanwaar die voorliefde voor het extreme?

Kitano: Dat is een escapistische reflex, een verzet van het reptielenbrein tegen een maatschappij die van oudsher teert op eergevoel en discipline. Hoe strakker de sociale controle, hoe extremer de uitbarstingen in fictie worden. Niet alleen in film trouwens, maar ook op het internet. Zo botste ik onlangs nog op een website waar men vrijwilligers zocht om suïcidale mensen op hun verzoek te komen afknallen. Geef toe: da’s een stuk zieker dan eender welke yakuza-film die ik ooit heb gemaakt.

Door Dave Mestdach

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content