Dub: Eind jaren zestig, begin jaren zeventig rotzooiden de maffe professors Lee ‘Scratch’ Perry en King Tubby in hun geluidslabo met reggaeplaten. …

Dub: Eind jaren zestig, begin jaren zeventig rotzooiden de maffe professors Lee ‘Scratch’ Perry en King Tubby in hun geluidslabo met reggaeplaten. Zij gebruikten de studio als een instrument. Aan bas, drum en percussie raakten ze niet, de andere instrumenten werden door echo- en effectenapparatuur vervormd, weggelaten of verrijkt met spacy klanken. Dub effende de weg voor de reggae sound systems (zie: reggae), die rondreisden en aldus als lichtend voorbeeld golden voor de latere raveparties (zie: acid house). De toasters die een ritmisch verbaal spervuur spuwden over de platen die de DJ draaide, hebben ongetwijfeld ook de rappers geïnspireerd. Dub is in verschillende opzichten een wegbereider geweest. Sly & Robbie, de ritmetandem die mee aan de wieg stond van de dub, beweert dat hun muziek drum ‘n’ bass avant-la-lettre was. Dat is niet helemaal onterecht.

E

Easy listening: Toen nog niemand de mond vol had van lounge (zie: ultra-lounge) was er al een tegenbeweging die de tirannie van de beat in housetijden beu was en naar rust en eenvoud verlangde. Op easy tune parties viel een retrotrip te beleven naar alles wat volstrekt onhip en kitscherig was. De platenkast van pa werd leeggeroofd, iedereen luisterde weer naar Perry Como godbetert. Het positieve aan deze ontwikkeling was dat de meesterlijke songschrijver Burt Bacharach, die tot zijn eigen verbazing met deze conservatieve beweging werd geassocieerd _ ‘mijn muziek is helemaal niet simpel’ _ opnieuw ontdekt werd en een tweede jeugd vond.

Elektro-funk: Nam de fakkel over van de disco. De diva’s werden vervangen door robots. Elektro-funk was eigenlijk het antwoord van de zwarten op Kraftwerk (zie: krautrock). Hiphop-pionier Afrika Bambaataa citeerde uit het werk van deze Duitsers op de klassieke single Planet Rock. Net als Mantronix en World Class Wreckin’ Cru (onder wie een piepjonge Dr. Dre, tegenwoordig bekend als de producer van Eminem) maakte hij elektronische platen met synthesizers, drummachines, James-Brownsamples (zie: sampler) en vervormde zang. De elektro-funk leverde ook de eerste breakbeat-platen af met drumloops, samples en soundeffecten die door DJ’s konden worden aangewend om te mixen en te scratchen. Het legde zodoende de basis voor de chemical beats en drum ‘n’ bass.

Etno-techno of etno-dance: Het heeft een hoog politiek correct gehalte: samples puren uit platen met etnische muziek. Het geeft groepen en artiesten meteen een multiculturele en dus ook eigentijdse uitstraling. Helaas munten weinig acts die zich op het terrein van de etno-dance begeven uit in goede smaak en dosering. Het Arabisch getinte Transglobal Underground (toen Natacha Atlas zich nog in hun rangen bevond), het ambient-collectief Banco de Gaia, het Latijns gekruide Temple Of Sound en een handvol Asian Underground-volgelingen vinden wél een gezonde balans.

Fado: Dit genre is in Lissabon ontstaan en drukt het Portugese bluesgevoel uit: de saudade, een mengeling van nostalgie, melancholie en hoop. Fadoartiesten klinken een beetje triest, maar accepteren hun lot. Ze hebben een voorliefde voor poëzie en zetten vaak gedichten op muziek. De fado is verwant met de Griekse rembétika en de Spaanse flamenco. Net als in die genres staan de snaarinstrumenten centraal: in de fado zijn dat de gra (een tien- of twaalfsnarige gitaar) en de viola (een Spaanse gitaar). De onbetwiste koningin is Amalia Rodrigues. De jongste jaren verbreden heel wat vertolkers met een fadoachtergrond hun horizon: de jonge zangeressen Dulce Pontes en Lula Pena en de groepen Ala Dos Namorados en Madredeus. Die laatsten slaagden er het best in om een eigen akoestisch geluid, tussen new age en jazz, te creëren.

Fender Rhodes: Elektrische piano met een warm timbre. Halverwege de jaren zeventig heel populair. In die tijd kwam het op zowat elk album terug, van jazzrock tot The Rolling Stones. De Fender Rhodes leent zich uitstekend tot moody muziek. Air, Portishead en _ dichter bij huis _ loungeduo Plastyc Buddha herstelden het instrument in ere.

Filterbank: De Sherman Filterbank is een Belgische uitvinding die op cd’s van Chemical Brothers, Nine Inch Nails, Björk, David Bowie, Leftfield, The Orb, U2 en veel anderen te horen is. Herman Gillis is de bedenker van deze kleine, modulaire analoge synthesizer. De sonische mogelijkheden zijn schier onuitputtelijk, je kunt het zowel zuiver gefilterde als zwaar vervormde geluiden ontfutselen. Gitaristen en bassisten kunnen hun instrument erop aansluiten en zo een persoonlijke klankkleur vinden.

Folk: Volksmuziek is oude muziek. Folk heeft daarentegen niets met folklore te maken. In Amerika gaven de protestzangers, de moderne troubadours zeg maar (zie: singer-songwriter), de folk een nieuwe betekenis. Woody Guthrie en Pete Seeger ventileerden in hun akoestische liedjes sociale en politieke kritiek. In de jaren zestig stak de Britse folkrock van Fairport Convention, Steeleye Span en The Incredible Stringband de kop op. Dezelfde innoverende golf kwam er eind jaren negentig met een sterke verankering in Scandinavië (Hedningarna, Värttinä) en Vlaanderen (Laïs, Kadril, Ambrozijn).

Foxcore of riot grrl: Foxcore is de weinig subtiele benaming van de vrouwelijke punk die in de jaren ’92 en ’93 letterlijk om aandacht schreeuwde. De grunge zorgde voor een vrouwelijke inhaalbeweging. Onder het motto ‘riot grrl’ toonden meisjes dat ze ook wild om zich heen kunnen schoppen, harde politieke meningen vertolken, ruig rocken en op het topje van hun longen brullen. Zie: L7, Babes In Toyland, Bikini Kill, Huggy Bear en last but not least Hole, waarbij frontdame Courtney Love op publicitair gebied toch vooral profiteert van het gegeven dat ze de weduwe van Nirvana’s martelaar Kurt Cobain is.

French touch: Medio jaren negentig stond de Parijse club-underground in volle bloei. De invloedrijke, met disco flirtende technosien, waarvan Daft Punk, Etienne de Crécy, Laurent Garnier en St. Germain de draaischijven waren, slaagde in iets wat la douce France jaren niet lukte: met haar muziek over het kanaal scoren. Garnier vond in Groot-Brittannië zelfs een nieuwe uitvalsbasis. Dimitri From Paris en Air combineerden de zogeheten French touch met ambientpop. Dé internationale erkenning kwam er toen ook Madonna verliefd werd op het typisch Franse dancegeluid en vernieuwer Mirwais als producer binnenhaalde.

Funk: In de jaren vijftig waren de blanken er snel bij om de rock ‘n’ roll te claimen. Maar wat de zwarten in the swinging sixties uit hun mouw toverden, was pas écht exclusief van hen. Enkel zij spelen de funk zoals het moet. Als blanken zich aan funk wagen _ die wonderlijke vermenging van blues-, soul-, jazz– en rhythm & blues-invloeden _ klinkt het toch meteen een pak hoekiger. De Afro-Amerikaanse bevolking eigende zich de funk toe onder het motto one nation under a groove. James Brown is de peetvader. Larry Graham van Sly & the Family Stone is de uitvinder van het hamer- en plukwerk op de bas, ook slapping genoemd. Stanley Clarke en Bootsy Collins (zie: p-funk) schaafden deze stijl verder bij.

Fusion: Net als crossover een uiterst rekbare term waar je heel veel, zo niet alles, in kan onderbrengen. Het werd voor het eerst een begrip in ’69, toen Miles Davis jazz, funk en pop nader tot elkaar bracht op het album In A Silent Way. Na hem volgden nog lui uit de jazzhoek die zich aangetrokken voelden tot de popmuziek: Chick Corea, Herbie Hancock en Weather Report (de jazzrock bedrijvende supergroep met Joe Zawinul, Wayne Shorter en Jaco Pastorius). De fusion _ of trendy geschreven phusion _ stempel (zie: nu jazz) wordt momenteel weer vaak gehanteerd in de drum ‘n’ bass, die niet toevallig in een bevlieging de jazz van de toekomst werd genoemd. De acts Squarepusher, James Hardway en Fauna Flash verlegden de grenzen van deze op jungleritmes steunende dansmuziek.

Gabberhouse: Overzees ook bekend als Dutch house. De hardcore-house van onze noorderburen zette z’n zinnen op het breken van snelheidsrecords: tot 400 beats per minuut. Begin jaren negentig hadden Rotterdamse DJ’s slechts één doel voor ogen: zo agressief mogelijke tracks mixen, zodat het publiek op de dansvloer loos kon gaan. ‘Hakken’ heette de weinig subtiele dansstijl. DJ Ruffneck (in ’88 al aan de oppervlakte gekomen, aangestoken door de Chicago house) en DJ Paul Elstak gelden als founding fathers van de gabber. De loeiharde house leverde meteen hits op als James Brown Is Dead van LA Style en Poing van Rotterdam Termination Source. De adepten, kale jongens in dure trainingspakken, knoopten een heuse levensstijl aan het hakken vast. Megafeesten als Thunderdome en Hellraiser waren hun hoogmissen. Wie lastige gasten het huis uit wil werken, moet zeker eens een Thunderdome-compilatie uitproberen. Gabber stierf aan een teveel aan zakkenvullerij en een tekort aan creativiteit.

Gangstarap of g-funk: Wilden hiphoppers van het eerste uur à la Last Poets het politieke en sociale bewustzijn van de zwarten aanzwengelen, bij de start van de jaren negentig werd het engagement overboord gegooid en concentreerde de gangstarap zich op het dragen van gouden kettingen en het bezingen van geweld, drugs en vrouwen. De negatieve aspecten van de bendecultuur werden breed uitgesmeerd. Toen Ice-T in de Body-Countsingle Cop Killer opriep om politieagenten neer te knallen, creëerde dat paniek bij politici, maar tevens hoge platenverkoopcijfers. Vooral het Death-Rowlabel (met Snoop Doggy Dogg) liet zich gelden in de rapoorlog tussen de oost- en westkust van de Verenigde Staten, die escaleerde in de moorden op Tupac Shakur in ’96 en op Notorious B.I.G. een jaar later.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content