Paul Verhoeven, de maker van ambachtelijke Nederlandse schandaalfilms die het schopte tot internationaal grossier in even aanstootgevend massavertier, is weer neergestreken in zijn vaderland. Met zijn nieuwste film ‘Zwartboek’ – dit najaar in de bioscoop verwacht – belooft hij, dertig jaar na ‘Soldaat van Oranje’, de oorlogslittekens van dat vaderland opnieuw open te halen. Focus-fotograaf kris dewitte ging alvast een kijkje nemen op de set.

et blockbusters als RoboCop, Total Recall en Basic Instinct verdiende Paul Verhoeven (die, voor alle duidelijkheid, niets te maken heeft met de Basic Instinct-sequel die momenteel bioscoopzalen meer doet daveren van het lachen dan van de suspense) ons eeuwige respect. Ook al bezorgde hij ons veel eerder al even heerlijke uren met Turks Fruit en Spetters (akkoord, we waren nog jong en verstoken van internetporno), bovenal is hij de Vliegende Hollander die Hollywood even ging tonen hoe je een efficiënte actiefilm ’the Dutch way’ in elkaar steekt. Maar nadat hij zijn Amerikaanse sponsors op enkele flops had getrakteerd – herinner u Starship Troopers, Showgirls en Hollow Man – werd het voor Verhoeven tijd om weer iets minder monsterlijke budgetten in overweging te nemen. Hij keerde terug naar de Lage Landen, waar zijn nieuwste project toch nog altijd goed is voor de duurste productie die daar ooit gedraaid werd. In zijn eerste Nederlandse film sinds De Vierde Man brengt Verhoeven een genuanceerde kijk op het Nederlandse verzet tijdens WO II, met in de hoofdrollen onder meer Carice van Houten (bekend uit de film Minoes), Thom Hoffman, Derek De Lint en een bijrol voor onze eigenste Matthias Schoenaerts.

Je struikelt over de nazi’s in het Amsterdamse Tropenmuseum. Ze zitten in een gang te wachten op ongemakkelijke klapstoeltjes of staan broodjes kaas en glazen jus weg te werken. Sommige soldaten moeten naar een strafkamertje voor schmink, anderen schieten in beweging nadat het woord “actie” over trappen en gaanderijen heeft gegalmd. Op bureaus staan vlaggen met hakenkruisen. Aan een balustrade bungelt een Duitse adelaar. Hier wordt een film gedraaid.

Te midden van crew en pottenkijkers staan actrices Carice van Houten en Halina Reijn te overleggen met regisseur Paul Verhoeven. De man die als een Pietje Bell door de Nederlandse én de Amerikaanse filmwereld denderde, volstaat met beheerste aanwijzingen. Verhoeven heeft alles onder controle. Werken op een set – op jacht naar dat magische moment, de tijdloze scène – is zijn tweede natuur.

Denkende carnivoor

Zwartboek markeert Verhoevens terugkeer naar Nederland. De Nederlander nam midden de jaren 80 de wijk naar Hollywood, moegetergd door vaderlandse critici en een Filmfonds dat alleen intellectuele auteurscinema wou steunen. In Tinseltown kon Verhoeven zich uitleven in groots en meeslepend. Hij leverde hits af en vervolgens ook flops, maar vergat nooit voor controverse te zorgen. Toen Showgirls werd bedacht met een Golden Raspberry ofte Razzie Award voor de slechtste film van het jaar, ging hij zijn trofee doodleuk in ontvangst nemen. In het eveneens verguisde Starship Troopers leverde hij verkeerd begrepen commentaar op fascistische tendensen in de Amerikaanse samenleving. Verhoeven weet wat de toeschouwer wil zien en dat geeft hij hem, maar lengt het pesterig aan met wat we liever niet zien. Maatschappijkritiek, een nietzscheaans mensbeeld, protestantse obsessies, seks en geweld. Het maakt van hem een moderne Jeroen Bosch. ‘Een Europese intellectueel,’ aldus The New York Times, ‘met een ongeremde honger naar het cinematografische equivalent van rood vlees.’

Een van de hoofdrollen in Zwartboek speelt de Joodse zangeres Rachel Steinn (Carice van Houten), die met een groep voormalige onderduikers door de Biesbos naar bevrijd gebied probeert te vluchten. Daar stuiten ze op een Duitse patrouille. Rachel is de enige die de slachting overleeft. Ze sluit zich aan bij het verzet en weet via een SD-officier een baan bij de bezetter te bemachtigen. Zo kan het verzet met haar hulp proberen gevangengenomen kameraden te bevrijden. Dat mislukt, en zowel het verzet als de Duitsers zien Rachel (inmiddels Ellis geheten) als een verraadster. Weer duikt ze onder, wachtend op de bevrijding. Maar ook de vrijheid heeft weinig goeds voor haar in petto, zelfs al weet ze de ware verraders te ontmaskeren.

Alwéér een Nederlandse film over de Tweede Wereldoorlog? Zeker geen overbodige, aldus van Houten. ‘Oorlog is een decor waarin je dingen op scherp kunt zetten. Mensen worden gedwongen tot verscheurende keuzes. Wat doe je als je onder druk staat? Als het om overleven gaat? Verraad je iemand of niet?’ Bovendien is het levende geschiedenis. ‘Ik ben nogal anti-Duits opgevoed. Mijn vader heeft boeken over de oorlog geschreven, een oom zat in het verzet. Die verhalen blijven een rol spelen.’

Verzet als verzetje

Het idee voor de film kreeg scenarist Gerard Soeteman al in 1965. ‘Toen Paul zijn terugkeer naar Europa aankondigde hebben we het afgestoft. De inspiratie was een bizarre moordzaak. In mei ’45 werd een Haagse advocaat vermoord, die namens het verzet onderhandelde met de Duitsers. Hij wist wie bonafide verzetsmensen waren, en wie niet. In zijn agenda, die na de moord spoorloos bleek, had hij daar wellicht dingen over opgeschreven.’

In hoeverre lijkt Zwartboek op Soldaat van Oranje, Verhoevens epos over verzetsman en zondagskind Erik Hazelhoff Roelfsema? Soeteman, die ook voor dat scenario tekende: ‘Destijds lieten we zien dat sommige verzetsmensen er maar wat ingerold waren. Zonder idealen, voor het avontuur. Dat was controversieel, want rond het verzet hing een aura van heiligheid. Zulke verzetsmensen stonden eigenlijk buiten de oorlog, terwijl Carice in Zwartboek iemand speelt die slachtoffer is. En dus betrokken.’

Derek de Lint, die in Soldaat van Oranje een overloper speelde die roemloos stierf aan het Oostfront, is er vandaag opnieuw bij. ‘Het was de kickstart van mijn carrière’, blikt hij terug. In Zwartboek is hij Gerben Kuipers, een overtuigd communist uit het Haagse verzet. ‘Een principiële man met een constante onderhuidse woede, die in de tien maanden die de film beslaat een enorme evolutie doormaakt.’ Zwartboek trok De Lint vooral aan vanwege de grijstonen. ‘Het gaat over de niet zo goede Nederlander en de niet zo slechte Duitser. Na alle heldhaftige verhalen was daar nood aan. Je ziet dat ook in de Amerikaanse film. De eerste Vietnam-films waren heldenvehikels. Daarna kwamen de kritische films. Het is een soort verwerkingsproces.’

Bombardement op de Biesbos

Verhoeven stond in het verleden bekend als een beest op de set. Een tiran en een slavendrijver. De Lint heeft het nooit zo ervaren. ‘Toen ik voor het eerst onder zijn regie kwam, kon ik nog niet zoveel. Ik heb vooral goed geluisterd. Verhoeven is een intelligente man, die geen tijd heeft voor small talk en bullshit. Ik ben blij dat ik na 28 jaar terug kon komen met meer bagage. Werken met Verhoeven is in Nederland het hoogst haalbare voor een acteur. Je merkt aan alles hoe hij geniet van het draaien en het werken met acteurs. Veel regisseurs willen het liefst zo snel mogelijk de montagekamer in. Paul niet. Die gaat door tot hij heeft wat hij wil.’

Van Houten: ‘Ik was in eerste instantie nogal bang voor hem. Vooral door verhalen die ik gehoord had. Draaidagen van 25 uur! Maar ik ben ontzettend van Paul gaan houden. Je voelt je veilig bij hem. Hij ziet met een helikopterblik het geheel, en hoe de puzzelstukjes passen. Dat is ervaring.’

Dat Verhoeven weer is neergestreken, heeft Nederland geweten. Veel sets, groot materiaal, ongekende persaandacht. Toen Verhoeven een boerderij wilde opblazen in het natuurgebied de Biesbos, volgde een rel. Uiteindelijk moest een boerderij in Overijssel eraan geloven. De schaal, de intensiteit, de materie en de lengte van de draaiperiode maakten van Zwartboek een zware bevalling’, aldus van Houten. ‘Ik ben blij dat ik de eindmeet gehaald heb zonder ziek te worden.’

De moeilijkheden rond de productie hielpen ook niet. Het begon toen Verhoeven een week voor de aanvang van de opnamen voor een spoedoperatie – vernauwde aderen – naar Amerika moest en alles dreigde te stranden. Een groter probleem was nog dat producent San Fu Maltha niet kon garanderen dat het hele budget rond was. Onder dat zwaard van Damocles wilde Verhoeven niet werken. Na maanden uitstel begonnen in Den Haag dan toch de camera’s te lopen. Maar de geldproblemen bleven. Delen van de crew wachten nog steeds op hun salaris, terwijl de Duitse decorbouwers aanvankelijk geen plank wilden vastspijkeren voor ze geld zagen. Van Houten: ‘Je voelt soms aan de sfeer dat de stekker er misschien uitgaat. Ik heb me daar bewust voor afgesloten. Al hoor je het gefluister op de set wel.’

Beest van Bataan

Verhoeven ziet Zwartboek zeker niet als zijn zwanenzang. Hij zit alweer volop te vlassen op andere projecten. Een thriller in tsaristisch Rusland. Een film over de muiterij op het VOC-schip de Batavia. Een verfilming van Midzomermoord, waarvoor het script er inmiddels ligt. En een Engelstalige film over het Beest van Bataan, de Japanse oorlogsmisdadiger die in 1942 verantwoordelijk was voor de dodenmars van Amerikaanse en Filippijnse gevangenen. En er is ook nog zijn eeuwige fascinatie voor Jezus Christus. Verhoeven is een autoriteit inzake de Zoon van God en noemde Mel Gibsons Passion of the Christ ‘geen film over Jezus, maar over martelen’. Verhoevens Jezusfilm zou het hele leven en de betekenis van Christus als onderwerp hebben. De vraag is maar of de inmiddels 67-jarige regisseur nog aan zo’n immens project zal toekomen.

Veel zal ook afhangen van Zwartboek. Herstelt die film internationaal Verhoevens reputatie als succesvolle waaghals? Of zullen zijn projecten steeds moeilijker te financieren zijn? De voortekenen zijn goed: Zwartboek is inmiddels aan tientallen landen verkocht en zal, na de vermoeide megaflop Hollow Man, weer een ouderwetse Verhoeven worden. Uit vrije wil zal de filmmaker het metier in elk geval niet vaarwel zeggen, weet zijn vriend Gerard Soeteman. ‘Balkenende hamert er voortdurend op dat we langer moeten werken. Wel, dan doen we dat. David Lean (de regisseur van onder meer Doctor Zhivago, Lawrence of Arabia en The Bridge on the River Kwai; nvdr. ), een van Pauls grote voorbeelden, filmde nog op zijn tachtigste. Paul zou het fantastisch vinden om op die leeftijd nog op een set te werken. In een draagstoel en met een zweepje in de hand.’

Door Auke Hulst

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content