DR. NO MORE?

Met Spectre boent Daniel Craig voor de vierde keer de manchetknopen van James Bond op. Laatste keer, beste keer? ‘Na de vorige Bonds was ik rijp voor de psychiatrie. Nu was ik veel relaxter.’

Te klein, te lelijk, te blond. Dat was de teneur toen Daniel Craig in 2005 door Eon-producenten Barbara Broccoli en Michael G. Wilson aan de wereld werd voorgesteld als de nieuwe James Bond, de opvolger van Pierce Brosnan. Maar na Casino Royale (2006), Quantum of Solace (2008) en vooral Skyfall (2012) – films die de Britse superspion een nieuw elan gaven en concullega’s Jason Bourne, Ethan Hunt en co. shaken and stirred achterlieten – is er niemand meer, behalve een knorrige Sean Connery misschien, die zich een betere, virieler en snediger 007 kan voorstellen.

Geen wonder dus dat Craig ook voor Spectre, de 24e officiële film uit de franchise, in de huid van Ian Flemings ultieme jongensfantasie mag kruipen. En hoewel het script als steeds even geheim is als de heikele missies waarop Bond wordt gestuurd, weten we dat hij het deze keer opneemt tegen de sinistere superschurk Franz Oberhauser (Christoph Waltz), dat hij zowel Monica Bellucci als Léa Seydoux mag binnendoen en levensgevaarlijke toeren mag uithalen in Mexico City, Rome, Tangiers, de Oostenrijkse Alpen en Londen, thuishaven van geheime dienst MI6 en de legendarische Pinewood Studios, waar Bond al sinds zijn filmdebuut Dr. No (1962) resideert.

‘Films als deze zijn zeldzaam. A spit in the ocean‘, weet ook Craig, 47 inmiddels. ‘Als je niet enthousiast bent wanneer je met zo’n cast en crew kunt werken, op deze enorme schaal, dan moet je een andere job zoeken. Zeker als je een topregisseur als Sam opnieuw aan boord hebt.’ Die Sam is Mendes, de maker van onder meer American Beauty (1999) en Revolutionary Road (2008), die als actiemaagd aanvankelijk óók op de nodige scepsis werd onthaald. Maar met Skyfall tekende Mendes niet alleen voor de lucratiefste episode uit de reeks, goed voor een opbrengst van 1,1 miljard dollar; de eerste Bondregisseur met een Oscar op de schouw leverde meteen ook een van de beste en emotioneel meest doorbloede Bonds af, waarin 007 van zijn meest kwetsbare kant werd getoond en de spion zowel fysiek als psychisch de nodige blutsen opliep.

‘SAMS TERUGKEER WAS CRUCIAAL VOOR mij’, zegt Craig beslist. ‘Ik had het gevoel dat we met Skyfall samen aan een avontuur begonnen waren dat zijn einddoel nog niet had bereikt. Aanvankelijk wilden de producenten meteen na Skyfall al aan de volgende Bond beginnen, maar Sam kon niet. Hij had andere engagementen. Daarom hebben we gewacht. En dat uitstel heeft ons enorm geholpen. Ik wist dat hij goesting had in een tweede Bond, en dat ik hem wel zou kunnen overtuigen, zoals ik dat voor Skyfall ook had gedaan. Maandenlang heb ik hem minstens vier keer per dag gebeld. Tot het verlossende ‘yes’ kwam.’

Dat Mendes, ondanks Craigs aandringen, lang twijfelde, is op zich niet vreemd. Want één: hoe voldoe je aan de commerciële verwachtingen nadat je de grootste hit uit de franchise hebt gescoord? En twee: hoe hou je een iconisch personage, na tal van make-overs, nog relevant in alsmaar sneller veranderende tijden? Bovendien hadden Mendes en Craig in Skyfall al grondig hun opfriswerk gedaan, door figuren als M (Ralph Fiennes), Moneypenny (Naomi Harris) en Q (Ben Whishaw) te vernieuwen, Bonds filmverleden weer van onder het stof te halen (de retrofeel, de zilvergrijze Aston Martin DB5, de gadgets) en hem niet alleen een strak Tom Ford-pak aan te meten, maar ook een laag 21e-eeuws realisme.

‘Bond is de originele actieheld’, stelt Craig met de gedecideerdheid die je van ’s werelds meest doortastende geheim agent verwacht. ‘Vóór Bond bestond het genre geeneens. Je had wel actiefilms, maar dat waren goedkope B-producties voor een nichepubliek. Films als Dr. No en Goldfinger (1964) brachten daar verandering in. Omdat ze goed gemaakt spektakel brachten, en vooral: een goed verhaal. Sam is iemand die in die traditie werkt, die begrijpt dat het in de eerste plaats om de personages gaat. Je mag nog zoveel oogsnoep hebben, als je niet in de held gelooft, werkt het niet. In wezen is er daarom niet zo heel veel verschil tussen Bond en American Beauty of Revolutionary Road. De uitdagingen blijven dezelfde, alleen moet er in Bond om het kwartier iets ontploffen.’

NEVER SAY NEVER AGAIN, WEET Mendes ondertussen dus ook, en hoewel Spectre nog maar net in wereldpremière is gegaan – op 26 oktober, met koninklijke fans prins William en Kate Middleton op de voorste rij – wordt er nu al druk gespeculeerd of hij er straks niet meteen een hattrick van maakt. Mocht Mendes ook Bond 25 regisseren, is de vraag alleen of dat nog wel met Craig zal zijn, want na vier films en negen jaar in her majesty’s secret service, liet die zich op CNN ontvallen: ‘Ik snij nog liever mijn polsen over dan dat ik nog een Bondfilm doe.’ Tegenover Knack Focus drukt hij zich voorzichtiger uit. ‘Toen ik in 2005, voor Casino Royale, de rol accepteerde, was dat omdat er een écht script en een écht personage was. Had ik Sean Connery moeten imiteren en enkel gags doen, ik had het nooit gedaan, zelfs al was ik als kind al een grote Bondfan. Ik denk dat ik Bond in mijn vier films een eigen gezicht en eigen ziel gegeven heb. Ik heb hem de richting uitgestuurd die ik wilde en hoopte, maar het blijft werken binnen een formule die je moet respecteren, en daar zijn grenzen aan. Misschien ligt de grens bij Spectre. Ik weet het niet. Ik weet niet wat ik nu wil doen. Eerst de release afwachten, een break nemen en alles op een rijtje zetten.’

BOND INCARNEREN MAG DAN WEL EEN jongensdroom zijn; zo’n licence to kill wéégt op een mens, en het heeft de fraai gevormde groeven in Craigs karakterkop de voorbije jaren enkel dieper gemaakt. ‘Deze keer heb ik mijn knie bezeerd en moest ik geopereerd worden. We hebben de opnames twee weken moeten opschorten, maar gelukkig hoefde de productie niet stilgelegd te worden. Bond is slopend. De film neemt twee jaar van je leven in beslag. Ik ben betrokken in de hele productie, ook in het script en de casting. Waar ik overigens blij om ben. Maar deze keer heb ik heel bewust de beslissing genomen om tijdens de opnames enkel te acteren en daar zo veel mogelijk van te genieten. Anders maak je jezelf kapot. Ook psychisch. Na de vorige Bonds was ik rijp voor psychiatrie. Nu was ik veel relaxter.’

Zou Bond – een paar geschudde martini’s in zijn kraag, zijn Walther PPK op het nachttafeltje en Monica Bellucci naast hem in bed – even relaxt zijn wanneer hij op de knieën wordt gedwongen door Franz Oberhauser, een van de breinen van de criminele organisatie Special Executive for Counter-intelligence, Terrorism, Revenge and Extortion, kortweg Spectre? Het antwoord kennen we – Dum-dum-dumdum- d-d-d-dum-dumdum – vanaf 4 november.

DOOR DAVE MESTDACH

‘MISSCHIEN IS HET VOOR MIJ NA SPECTRE GEDAAN. IK WEET HET NOG NIET.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content