Dora and the Lost City of Gold

Overleven in de Zuid-Amerikaanse jungle is voor Dora makkelijker dan een gewone schooldag doorkomen. Dat ontdekt de zestienjarige latina wanneer haar ouders op zoek gaan naar de verloren Inca-stad Parapata en zij in de tussentijd bij familie in LA wordt gedropt. Hoewel dit de ideale start is voor een familievriendelijke slapstickkomedie over een merkwaardig meisje (of hoe noem je iemand die met apen babbelt en een poepschep in haar pratende rugzak heeft?) die plots de stadswildernis moet trotseren, ontpopt deze live-action-adaptatie van Dora the Explorer zich tot goedkope recyclage van Indiana Jones, Tarzan en Jumanji, aangelengd met flauwe humor, weinig aanstekelijke meezingers en potsierlijke knipogen naar de educatieve animatieserie waarop ze is gebaseerd. Dora mag dan een ontwapenend meisje zijn dat perfect in deze tijdsgeest (en op brooddozen en boekentassen) past, door de futloze regie van The Muppets-regisseur James Bobin, de dwaze vertolkingen van de jonge cast en de knullige special effects en decors valt er tijdens deze avonturenfilm maar weinig te beleven of te ontdekken.