Zijn bewonderaars noemen hem ‘de zwarte Brian Wilson’, maar zelf houdt hij het liever op ‘de God van de hiphop’. Kanye West schopte het van nerd-met-een-beugel tot de president van hiphoppend Amerika, en dat zullen we geweten hebben. ‘Soms zou ik graag iemand anders willen zijn, om nóg meer te kunnen genieten van mezelf.’

Door Wouter Van Driessche

They claim you never know what you got ’till it’s gone / I know I got it / I dunno what y’all on.

Gone, Late Registration

Het had een killer quote van Noel of Liam Gallagher kunnen zijn, maar het is een veelzeggende rhyme van Kanye West, de nieuwe golden boy van de hiphop. Rolling Stone bombardeerde de 28-jarige rapper/producer tot ‘ America’s most provocative Star‘, en Q Magazine verkoos hem tot ‘het meest wanstaltelijke ego in een genre dat stikt van de wanstaltelijke ego’s’. Beide bladen klasseerden College Dropout (2004) en Late Registration (2005) wél bij de ‘M’ van ‘Meesterwerken’ – terecht, want West kan zonder blozen naast grandmasters als Missy Elliott, Outkast, Neptunes, The Roots en Timbaland staan.

Voor hiphophaters: een overontwikkeld ego is het enige wat Kanye West gemeen heeft met holbewoners à la 50 Cent of The Game. West was de eerste rapper die de moed had om zich te verzetten tegen de gay bashing van zijn collega’s – zowat de meest roekeloze carrièrezet sinds Dylan op het idee kwam om zijn gitaar in een versterker te pluggen – én hij was de enige Amerikaan die na de overstromingen in New Orleans hardop durfde zeggen wat iedereen dacht. ‘George Bush geeft niks om zwarten’, speechte hij met trillende stem tijdens een livebenefiet op NBC. ‘Ik heb de pest aan de manier waarop wij zwarten in de media worden afgeschilderd. Als zwarten in beeld komen, hoor je dat ze plunderen. Over blanken wordt gezegd dat ze op zoek zijn naar voedsel.’ West was in de week voor de ramp net op één binnengekomen in de Amerikaanse Billboards – niemand die het hem kwalijk had genomen als hij braaf zijn autocue had afgerammeld.

Ook qua appeal overstijgt Kanye West moeiteloos het hiphopwereldje. Zeven miljoen verkochte platen en achttien Grammy-nominaties hebben hem een hoop onvermoede fans opgeleverd – Bono, Alex Kapranos, John Cale en Rufus Wainwright noemen hem ‘een genie’, en volgens de geruchtenmolen zou zelfs Steven Spielberg geïnteresseerd zijn in een samenwerking. West van zijn kant doet er alles aan om zich niét met de usual suspects te omringen. Voor College Dropout liet hij zich inspireren door Portishead, Fiona Apple en System Of A Down, en voor Late Registration deed hij een beroep op acteur Jamie Foxx (gastvocalist op Gold Digger), regisseur Michel Gondry (gastdrummer op Diamonds From Sierra Lione) én rockproducer-annex-soundtrackregisseur Jon Brion (zie: Aimee Mann, Fiona Apple, I paragraaf Huckabees en Eternal Sunshine Of The Spotless Mind). Een nummer met singer-songwriter John Mayer botste op het veto van zijn entourage wegens ’te vooruitstrevend’, maar live treedt West wél alle hiphopconventies met de voeten. Hij moet de eerste rapper zijn die zijn rhymes kracht bijzet met een strijkkwartet en een harpist – het is eens wat anders dan de gebuisde paaldanseressen die bij Amerikaanse hiphopconcerten la routine du jour uitmaken.

‘Mama told me: ‘Go to school, get your doctorate.’ /But still supported me when I did the opposite.’

Hey Mama, Late Registration

Dat Kanye West aan de meeste hip-hopclichés ontsnapt, heeft veel met zijn achtergrond te maken. De jonge Kanye (spreek uit: ‘can-ya’, Swahili voor ‘de eerste’) groeide niet op in een zwart getto maar in een nette buitenwijk van Chicago, waar zijn moeder een leerstoel had aan de State University. Zijn vader, een ex-Black Panther die zich later omschoolde tot sociologieprofessor, verliet het gezin nog voor West drie was, maar ergere jeugdtrauma’s bleven hem bespaard. ‘Ik werd een keer met een mes bedreigd door een paar fietsendieven en op school werd ik uitgelachen met mijn beugel, maar welke tiener maakt zulke dingen niet mee? Later heb ik me wel vaak ongemakkelijk gevoeld bij streetwise hiphoppers. Ik weet niet wat het is om in een getto te leven, crack te dealen of beschoten te worden. Ik heb nooit moeten vechten om te overleven. Mijn jeugd was veel meer Cosby Show dan Clockers.’ Wat nog het meeste indruk maakte op de jonge West, waren de Playboys in het vrijgezellenappartement van zijn vader. ‘Bij het eerste paar tieten wist ik meteen: ‘ Houston, we have a problem‘. Ik ben een pornoverslaafde gebleven, maar ik bid God wel elke dag om vergeving.’

West begon zich als tiener voor hiphop te interesseren, en ging vanaf zijn vijftiende zélf met drummachines en samplers aan de slag. Net als RZA van Wu-Tang Clan versnelde hij opnames van oude soulzangeressen tot ze als een soort smurfengospel klonken – later zou die ‘ chipmunk soul‘ zijn handelsmerk worden en afnemers vinden als Janet Jackson en Britney Spears. Op zijn negentiende stopte West met de universiteit om als freelance producer aan de slag te gaan. Heel even had hij een job bij jeansgigant GAP, maar al na een paar maanden werd hij opgevist door Damon Dash, de ontdekker van Jay-Z en de founding father van het Roc-A-Fella-label. West kon aan de slag als producer en broodschrijver voor onder meer Jay-Z, Alicia Keys, Mariah Carey, De La Soul en Ludacris, en timmerde tussendoor ook aan een solocarrière, maar zonder veel succes. ‘Ik kreeg overal de deur tegen de neus. Mensen waren ongelooflijk grof. Ze bekeken me van kop tot teen, lachten om mijn roze hemdjes en zeiden: ‘Zwijg en maak beats.’ Maar ik ben een doorzetter. Mijn belangrijkste eigenschappen zijn mijn zin om dingen te leren en mijn koppigheid.’

Uiteindelijk werd die koppigheid nog versterkt door een bijna-doodervaring. Eind 2002 viel West na een lange opnamedag in slaap achter zijn stuur, en toen hij in het hospitaal ontwaakte met drie vijzen in zijn kaak, was hij overtuigd dat iemand hem iets duidelijk had willen maken. ‘Dood zijn is het beste wat een rapper kan overkomen, maar bijna dood zijn is nog beter’, klonk het. ‘Het was God die me redde die nacht. Hij had me kunnen laten sterven, maar in de plaats daarvan zei Hij: ‘Ik heb nog een job voor jou’. Ik voelde me precies Robert De Niro in Heat – ik kreeg een tweede kans.’ Het leverde God een opgemerkt dankwoordje op in de hoesteksten van College Dropout (‘ U are the executive producer of my life, thank u!‘) én het zorgde voor een religieus complex bij West. Onlangs liet hij zich als Christus fotograferen voor de cover van Rolling Stone en een paar maanden geleden liet hij zijn slaapkamer inrichten naar het model van de Sixtijnse Kapel, compleet met een replica van Michelangelo’s plafondschilderingen.

‘She’s so precious with the peer pressure/Couldn’t afford a car so she named her daughter Alexus.’

Graduation Day, Late Registration

Over College Dropout en Late Registration hebben recensenten met hoge voorhoofden intussen de geweldigste onzin geschreven. Een Amerikaanse recensent had het zelfs over ‘hiphopvariaties op de Bildungsroman’, terwijl West naar eigen zeggen enkel de ambitie had om ‘hiphop voor de massa te maken’. ‘Mensen zeggen me vaak: proberen om voor iedereen goed te doen is de beste garantie om nooit ergens te geraken. Maar dat weiger ik te geloven. Ik wil bewijzen dat het mogelijk is om iedereen te bereiken: jonge zwarten, oude Joden, Ethiopiërs én Egyptenaren. Ik wil de Steven Spielberg van de hiphop worden, door iedereen gerespecteerd. Dat lijkt misschien ‘Mission: Impossible’, maar ik hou van dat soort uitdagingen. Voor Late Registration vroeg ik honderden mensen om advies. En ik eiste dat ze eerlijk hun gedacht zegden, want je leert niks van complimenten.’

In zijn grappige en vaak scherpzinnige rhymes heeft West het over God ( Jesus Walks), het neokolonialisme ( Diamonds From Sierra Leone), het materialisme van de hiphop ( All Falls Down), de bling-obsessie bij Afro-Amerikanen ( Graduation Day) en de onmenselijke gezondheidszorg in de Verenigde Staten ( Roses), maar af en toe verslikt hij zich ook. In Crack Music beweert hij bijvoorbeeld dat Reagan de getto’s overspoelde met drugs om de zwarte weerstand te breken, en in Heard ‘Em Say krijgt de overheid de schuld voor het aidsvirus. ‘Mijn ouders hebben me dat verteld’, aldus West. ‘Aids is een designervirus dat door de regering werd uitgevonden om de ongewenste burgers uit te roeien – zwarten en homoseksuelen.’

Wél moedig waren Wests geïmproviseerde speech over New Orleans en – vooral – zijn oproep op MTV voor meer respect tegenover homo’s. ‘Ik heb een homoseksuele neef, maar het was mijn vriendin die me de ogen opende. Ik zei het woord faggot in een winkel in Greenwich Village en zij viel uit: ‘ Yo, wake up, nigga! De middeleeuwen zijn voorbij, step into the new millennium.‘ Ze had overschot van gelijk, natuurlijk, en dus besloot ik om er iets over te zeggen.’ In de homofobe hiphopscene had zijn oproep het einde van zijn carrière kunnen betekenen, maar dat nam West er voor lief bij. ‘Ik heb het gevoel dat ik van mijn positie gebruik moet maken om voor de verandering eens een paar dingen te zeggen die goed zijn en er echt toe doen. Niemand heeft iets aan haat of voorgekauwde speeches. Speaking from the heart is so much more entertaining.’

De komende maanden heeft West de handen meer dan vol. Er is een wereldtournee, er zijn nieuwe productie-opdrachten, er is een soundtrack voor Mission: Impossible III en er zijn vage maar wilde plannen om te acteren en films te regisseren. ‘Ik wil nog een jaar of drie het onderste uit de kan halen, maar dan zou ik graag andere dingen doen. Het is mijn grote droom om films te maken en te acteren, het liefst in een film van Spike Lee of Quentin Tarantino. Het zou natuurlijk doodzonde zijn als ik zou stoppen met muziek. Ik ben er zo geweldig goed in… Soms wou ik dat ik iemand anders was, om nóg meer te kunnen genieten van mezelf.’ LATE REGISTRATION

UIT BIJ UNIVERSAL IN CONCERT 10/03, ANCIENNE BELGIQUE (UITVERKOCHT)

W.V.D.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content