Het leven van jazzgitarist Django Reinhardt is op zich al een sterk verhaal. Hij wordt in 1910 geboren in een Sintikamp in de buurt van Charleroi, maar groeit na internationale omzwervingen met zijn woonwagengemeenschap in de buurt van Parijs op. Al op jonge leeftijd blijkt hij een virtuoos muzikant, maar hij raakt verminkt bij een woonwagenbrand, waardoor zijn linkerhand zwaar beschadigd wordt. Zijn carrière lijkt voorbij. Efa en Rubio lijken van kunstenaarsbiografieën hun specialiteit te maken, met een eerdere worp over Claude Monet en eentje over Edgar Degas in voorbereiding. Het auteursduo vult de vele gaten in Reinhardts jeugd in en brengt alles in beeld alsof het resultaat een Disney-tekenfilm moest worden. De verzonnen anekdotes voelen honingzoet aan, en de tekenstijl die Efa voor deze biografie uitgekozen heeft, compleet met gedrongen lichamen en grote ogen, verhoogt dan wel de schattigheid van een jeugd in een Sintikamp, maar reduceert ook elk drama tot een haalbare hindernis op weg naar een onvermijdelijk happy end: Reinhardts internationale doorbraak en faam.
Django, vonken en vuur **
Efa & Rubio, Dupuis (collectie Vrije Vlucht), 68 blz. + dossier, ? 24,99.
Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier
