‘DEZE PLAAT IS HOE IK VROEGER VAAK HAD WILLEN KLINKEN’

© CHARLIE DE KEERSMAECKER

Mocht u zich afvragen wat Joost Zweegers de voorbije zes jaar – zelfs naar Novastarnormen lang – uitgestoken heeft, hij had het behoorlijk druk met het waarmaken van zijn jongensdroom: een plaat in Engeland opnemen met de hulp van producer John Leckie. ‘Ik heb altijd willen weten of ik op dit niveau nog mee zou kunnen doen.’

‘Is dat Stonehenge?’

Licht spottende glimlach.

‘Nee, Avebury. Het zuidwesten van Engeland, langs de weg van Londen naar Bath. Een henge van meer dan driehonderd meter doorsnede met 98 megalieten in een steencirkel. Dicht bij Silbury Hill trouwens, een door mensen gebouwde kalkheuvel van veertig meter hoog – niemand weet waarom hij ooit gebouwd is. Nooit van gehoord?’

We zitten in de kelderstudio van Novastar in Berchem, niet ver van de sporen. De plek waar Joost Zweegers doorgaans zijn nachten schrijvend doorbrengt, omgeven door een museum van gitaren. Tussen de Beatles-memorabilia, MIA-awards en Kalder-affiches springt één ingekaderde kaart, net boven de computer, in het oog. De site van Avebury dus.

‘De meeste mensen kennen alleen Stonehenge, maar Avebury is veel interessanter. Avebury: dat is de real shit.’

‘En jij dacht: daar wil ik een topografische kaart van?’

‘Absoluut. Ik ben misschien wel een beetje obsessief op dat vlak.’

‘Als je het zelf zegt.’

Whatever. Ik vind dat fantastisch.’

Niet dat hij een moeilijke prater is, maar wilt u Joost Zweegers waarlijk enthousiast krijgen, dan is, naast zijn muziek en zijn liefde voor The Beatles, één onderwerp in het bijzonder aan te raden: de studie van het neolithicum. De periode in het holoceen tussen het mesolithicum en de bronstijd, ruwweg van 11.000 tot 2000 voor Christus. Aldus Wikipedia. Het soort kennis waar je in het dagelijkse leven doorgaans weinig mee bent. Tenzij je een internationale producer probeert te strikken om je plaat te redden.

U MOET WETEN: INSIDE OUTSIDE, DE VIERDE PLAAT VAN Novastar, is er niet makkelijk gekomen. Geen enkele plaat van Novastar is er ooit makkelijk gekomen – vier albums in achttien jaar doet zoiets toch vermoeden – maar de zes jaar die Inside Outside heeft gekost, was wel heel lang. ‘Ik ben nochtans geen trage schrijver’, zegt Zweegers. ‘Ik schrijf net heel snel en heel veel, hier achter mijn computer, proberend op mijn gitaar. Ik heb banden en recorders vol nummers. Vooral bagger, maar uit al die ideeën, stukken en nummers bouw ik mijn platen. De basis van Inside Outside was er zelfs heel snel. Closer to You, de eerste single en het nummer waar de plaat rond is gebouwd, heb ik al zeker een jaar of vier liggen. De meeste andere sleutelsongs waren er ook vrijwel onmiddellijk. Ik dacht deze keer echt dat het snel ging gaan.

‘Alleen: toen ik er een plaat van wilde maken, blokkeerde het. We bleven cirkeltjes draaien. Dat lag niet aan de producer met wie ik aan de plaat bezig was, dat lag niet aan mij, maar het ging niet vooruit. Het was analyse na analyse na analyse, tot er niks meer gebeurde. En ondertussen werd ik ongelukkiger en ongelukkiger.’

Na twee jaar preproductie zag hij het niet meer zitten en belde naar het toen nog bestaande EMI, zijn label, ondertussen opgegaan in Warner. ‘Ik wilde zo niet meer bij mijn vrouw en kinderen thuiskomen, dat was niet meer oké. EMI zag het ook nergens meer naartoe gaan en wilde de plaat niet meer bekostigen. Het leek het einde. Tot de nieuwe A&R, een lefgozer, in een laatste poging de demo’s die ik thuis had opgenomen naar vier buitenlandse producers stuurde. Je weet maar nooit, was het idee. Twee dagen later hadden we van John een antwoord. Dat hij geraakt was door de nummers en eens wilde afspreken.’

John, dat is John Leckie. Een naam die wij ook niet kenden, maar dat ligt niet aan zijn merites. Leckie was de man die eigenhandig de muzikale jaren tachtig afsloot met de productie van de eerste plaat van Stone Roses. De man die Radiohead van zijn grungesound hielp op The Bends. The Verve mee hielp te debuteren, Origin of Symmetry van Muse op zijn cv heeft staan. Het soort man dat – vooral doorheen de jaren negentig dan – zijn stempel op de Britse muziek wist te drukken.

En het soort man dat er eveneens een bijzondere fascinatie voor het neolithicum op na houdt.

‘Die eerste ontmoeting in Londen was wel grappig’, zegt Zweegers. ‘We hebben een uur gepraat over wie ik was en wat voor muziek ik maakte. Hij vond het bijvoorbeeld vreemd dat ik geen band had – dat was geen voordeel. Na een uur was de meeting min of meer voorbij. Tot ik over Wéris begon, de oudste tumulus van Europa, die in de Ardennen ligt. Hij bleek dezelfde fascinatie voor geschiedenis te hebben. “I’ll show you places you’ve never seen before”, zei hij. Uiteindelijk ben ik pas vier uur later, licht beschonken, weer op de Eurostar gestapt.

‘Behoorlijk vreemd, eigenlijk. Leckie heeft een hoop platen geproduceerd die mij muzikaal zwaar getriggerd hebben. Hij heeft als engineer in Abbey Road meegewerkt aan All Things Must Pass van George Harrison, al sinds mijn zestiende een van mijn favoriete platen. Hij heeft een zwak voor dezelfde neolithische monumenten als ik. En die man, zo kieskeurig in zijn projecten, is dan geraakt door de liedjes die ik heb geschreven. Dat is wel bijzonder.’

De juiste man op het juiste moment, heet dat dan. Iets wat al snel bleek, toen Leckie tussen kerst en nieuwjaar Zweegers kwam opzoeken om te weten ‘waar die muziek vandaan kwam’ – en zes nachten met Zweegers in de kelderstudio bivakkeerde. ‘Ik herinner me één magisch moment’, zegt Zweegers. ‘We kwamen thuis na een laat diner bij een bevriende Indiër. Eigenlijk met het idee om te gaan slapen, maar de afsluitende wodka met peper had ons beiden wakker geschud. Er was nog één song waar ik niet uit geraakte: Inside Outside. Hij zat in de stoel waar jij nu zit, ik zat achter de computer met mijn gitaar. Die nacht hebben we de song aan elkaar gelijmd. Ik kan me vergissen, maar hij leek oprecht ontroerd door het nummer. Toen wist ik: hij gaat de plaat produceren. Hij meent het echt. Toen hij net voor nieuwjaar de trein nam, zei hij: we doen het.’

DE JONGENSDROOM VAN ZWEEGERS BEGON. IN ZIJN EIGEN woorden: ‘Buiten de geboorte van mijn kinderen het meest fantastische wat me ooit overkomen is.’ Leckie stelde een band samen van sessiemuzikanten met verdiensten bij Oasis, Robert Plant en Portishead en haalde Zweegers voor enkele maanden naar Engeland, waar enige megalithische sightseeing – ‘de Standing Stones of Stenness: moet je absoluut zien’ – gekoppeld werd aan de zoektocht naar een studio. Ze belandden uiteindelijk in Rockfield in Wales en The Doghouse Studio in Henley-on-Thames.

‘Henley-on-Thames, dat zei me iets, maar ik wist niet wat’, zegt Zweegers. ‘Tot ik met de eigenaar van de studio – de drummer van Jethro Tull trouwens – in de pub zat. “Dit is de plek waar Harrison zijn lager kwam drinken”, zei hij. Tuurlijk: Henley-on-Thames, dat was de plaats waar George Harrison woonde. Schandalig dat ik die link niet zelf had gelegd. Het huis op de hoes van All Things Must Pass, dat stond op vijfhonderd meter van de studio.’

‘Laat me raden…’

‘Ik ben ’s nachts een keer of vijf aan dat hek gaan staan, ja. Dat moest ik wel doen. Ik bedoel: het huis van George Harrison.’

Wat een richtingloze lijdensweg van vijf jaar leek te worden, was met de hulp van Leckie in enkele weken ingeblikt. ‘Als je te lang naar hetzelfde tuurt, zie je niks meer. En dan heb je een blik van buitenaf nodig’, zegt Zweegers. ‘Leckie is geen muzikant – hij speelt niet eens een instrument – maar hij kreeg wel iets uit mij. Hij weet technisch wel wat hij moet doen, maar zijn sterkte is zijn psychologie. Mensenkennis. Elke muzikant kampt met onzekerheid. Zijn sterkte is een sfeer creëren, louter door wie hij is, die iets losmaakt in de mensen met wie hij werkt.

‘Grappig wel: Leckie heeft als engineer ook gewerkt met John Lennon. Toen ik hem vroeg hoe dat was, begon hij ook over hoe onzeker die in de studio kon zijn. Hij vertelde hoe Lennon eens stiekem probeerde een joint aan te pakken die de roadie achter zijn stoel doorgaf. Om snel een trekje te nemen, en die dan weer even stiekem terug aan de roadie te geven. Als een kind dat bang is om betrapt te worden. Dat is toch ongelooflijk? Fuck, je kunt niet groter zijn dan John Lennon, maar in de studio stond hij nog altijd als een onzeker jongetje.

‘Natuurlijk: de expertise van zo’n producer en de muzikanten die Leckie bijeengebracht had, dat hielp ook wel. Dat eindeloze analyseren waar ik in was vastgeraakt, dat was weg. Die Britten, die doen gewoon. Die spelen. Een paar uurtjes jammen, en dan opnemen. Dat heb ik te weinig gedaan. Toen ik terugkwam van Engeland, was ik opnieuw een gelukkig mens.’

‘EN NU?’

‘Kijken of de plaat ook aanslaat, zeker?’

Het is spannender dan zijn antwoord doet vermoeden. Want hoe enthousiast Zweegers ook is over de plaat en de samenwerking met Leckie, Inside Outside is naar Novastar-normen geen evidente plaat. Zijn stem, het handelsmerk van Zweegers, zit dieper verscholen in de mix van gitaren dan we van hem gewoon zijn. Het volle, veelal akoestische geluid van de plaat – ergens tussen de seventies van Harrison en de nineties van The Verve – trekt het meeste aandacht naar zich toe. En kon je op Almost Bangor er zó drie singles uit pikken, dan is dat op Inside Outside net iets moeilijker. Een commerciële plaat is het niet.

‘Mja, die singles. We hebben het daar met het label ook over gehad. Leckie zei: ik heb nooit singles gemaakt. En dat klopt ook. Het debuut van Stone Roses of The Bends van Radiohead: daar stonden geen singles op. Bij Stone Roses heeft het zelfs zes maanden geduurd voor de plaat opgepikt werd door NME. Leckie maakt geen singles, hij maakt kunstwerkjes. Als ik nu zie dat Closer to You opgepikt wordt door zowel Studio Brussel, Radio 2 als 3FM in Nederland, ben ik geneigd zijn idee te volgen: het zal wel loslopen. Ik ben er niet nerveus om: de ziel van de plaat zit goed.

‘Maar de plaat klinkt wel anders, ja. De melancholie is er nog altijd, maar het is minder het grote gebaar, minder de hoge stem, minder de getormenteerdheid. En dat is hoe ik wilde klinken. Hoe ik in het verleden ook vaak had willen klinken. Minder pop, maar eigenzinniger. Ik denk dat Inside Outside meer internationale uitstraling heeft.’

Zweegers heeft er nooit een geheim van gemaakt dat zijn dromen verder reiken dan Vlaanderen. Alleen: hij kon ze nooit waarmaken. De aanzetten waren er. Hij versierde na zijn debuut een plek in het voorprogramma van Neil Young, trok vervolgens naar de VS om een plaat te schrijven. Another Lonely Soul werd door de mixer van Coldplay herwerkt voor een Europese release. Maar telkens stopte het daar. Verder dan Nederland en een hit in Italië met Never Back Down kwam het niet. Dan is dan ook de vraag die je je stelt als je de plaat hoort: is Inside Outside het album waarmee het wel moet lukken?

‘Nu of nooit?’

‘Dat weet ik niet. Ik zal altijd blijven dromen dat het in het buitenland kan lukken, wat er ook gebeurt. Maar ik heb ook geleerd dat dat van meer factoren afhangt dan de muziek alleen. Dat Never Back Down het goed deed in Italië, was omdat één man ginder tegen mij zei: ‘I’m going to make it a hit’ – en dat ook deed. Het hangt van de mensen rond je af. Het momentum. En dat heb ik niet allemaal in de hand. Ik heb geleerd om me niet meer zoveel vragen te stellen. Ik wil niet de focus leggen op mijn carrière: ik wil gewoon ’s nachts, hier in de kelder, heel veel muziek maken.

‘Eerlijk: ik ben er gewoon niet mee bezig. Inside Outside is er niet gekomen met het oog op het buitenland. Het is een samenloop van omstandigheden die heeft gemaakt dat ik mijn jongensdroom heb kunnen verwezenlijken. Ik heb altijd gedacht dat er meer in zit. Ik heb altijd willen weten of ik op dat niveau nog mee zou kunnen doen. En dat heb ik nu ontdekt. Meer bevestiging heb ik niet nodig.’

INSIDE OUTSIDE

Uit bij Warner.

DOOR GEERT ZAGERS – FOTO’S CHARLIE DE KEERSMAECKER

JOOST ZWEEGERS : ‘DE MELANCHOLIE IS ER NOG ALTIJD, MAAR HET IS MINDER HET GROTE GEBAAR, MINDER DE HOGE STEM, MINDER DE GETORMENTEERDHEID. EN DAT IS HOE IK WILDE KLINKEN.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content