Waar zouden we staan mocht Nick Cave er niet zijn om onze donkerste gedachten kleur te geven? Precies dertig jaar geleden richtte de Australiër zijn eerste band op, Boys Next Door, toen al met gitarist en multi-instrumentalist Mick Harvey, die hem in 1980 zou volgen in The Birthday Party en later, in 1984, in zijn backing band The Bad Seeds. Al dat noeste werken leverde ondertussen vijftien officiële studioalbums op (livealbums, soundtrack, compilaties en special editions niet meegerekend), waarvan elke zichzelf respecterende muziekliefhebber er minstens een paar in zijn platenkast moet hebben, wil hij geloofwaardig overkomen.

From Her To Eternity (1984)

Your Funeral… My Trial (1986)

Tender Prey (1988)

The Boatman’s Call (1997)

Junkyard (1982)

Kicking Against The Pricks (1986)

Let Love In (1994)

No More Shall We Part (2001)

The Good Son (1990)

urder Ballads (1996)

The Firstborn Is Dead (1985)

Henry’s Dream (1992)

Door Door (1979), The Birthday Party (1980) en Prayers On Fire (1981)

Onmisbaar

Na de split van The Birthday Party staat Nick Cave voor een nieuw begin. Thema’s als waanzin, dood, liefde en wraak zetten meteen de toon voor het Bad Seeds-repertoire. Een agressief debuut dat evenwel het typisch rockgeram mijdt.

Niet bepaald toegankelijk, gitzwart en intens album dat de Weill & Brecht-kant van Cave belicht. Bevat zowel een teder liefdeslied à la Sad Waters als wilde jams die de luisteraar uit zijn evenwicht brengen. The Carny toont zijn groeiende bekwaamheid als verteller.

Gemaakt in tijden van verwarring, met nieuwe leden Roland Wolf op toetsen en Kid Congo Powers (ex-Cramps en -Gun Club) op gitaar. Dankzij onsterfelijke songs als The Mercy Seat en Deanna een klassieker .

Ingetogen plaat waarop Cave stukgelopen relaties met ex-vrouw Viviane Carneiro en PJ Harvey verwerkt. Later zou de zanger spijt krijgen van de blootstelling van zijn gevoelens. The Boatman’s Call is hoe dan ook een uitgeklede, uitgepuurde plaat, zonder enige uitbarsting.

Uitstekend

The Birthday Party vindt zijn ware gezicht. Samen met de EP’s The Bad Seed en Mutiny In Heaven vormt deze demonische plaat de zwanenzang van de groep én een eerste aanzet tot wat The Bad Seeds zouden worden.

Waarschijnlijk een van de beste coverplaten ooit. Op geïnspireerde versies van By The Time I Get To Phoenix (Jim Webb) en Something’s Gotten Hold Of My Heart (Gene Pitney) ontdekt Cave de mogelijkheden van zijn stem.

Een eerlijk, persoonlijk manifest over hoe mensen elkaar in relaties pijn en ellende bezorgen. Wellicht de meest bittere en lawaaierige Bad Seeds-plaat.

Goed gearrangeerde songs, waarin violist Warren Ellis en folkzangeressen Kate & Anna McGarrigle mooie accenten leggen. Hoewel zijn sombere wereldbeeld blijft, zingt Cave over de nestwarmte die hij vond bij nieuwe eega Susie Bick.

(Niet voor iedereen) Goed

Afgekickt van de heroïne en verliefd op styliste Viviane Carneiro, verhuist Cave naar São Paulo. Introspectieve songs, met strijkers die naar Scott Walker verwijzen, proberen het Braziliaanse ‘ saudade‘-gevoel – tussen weemoed en hoop – te vatten.

Cave leeft zich echt uit in het verzinnen van gewelddadige tongue-in-cheek verhalen. Dankzij de duetten Where The Wild Roses Grow (met Kylie Minogue) en Henry Lee (met PJ Harvey) wordt de plaat voor Cave een commercieel hoogtepunt.

Onder voorbehoud

Het Oude Testament in de hand, verliest Cave zich in deze Delta-bluesexcursie. ‘ Too muchspeed‘, zou hij zelf aanhalen als reden voor de mislukking.

Nadat een eerste poging in de prullenmand werd gekieperd omdat ze te veel naar Amerikaanse rock neigde, raakten The Bad Seeds in tijdnood om deze verzameling verhalen op muziek behoorlijk af te werken.

Alleen voor verzamelaars

De enige plaat van Boys Next Door en de eerste twee albums van The Birthday Party zijn vandaag niet echt relevant meer te noemen, al waren het natuurlijk noodzakelijke stadia die Cave moest doorlopen om tot het latere indrukwekkende oeuvre te komen.

Door Peter Van Dyck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content