DEMOUSTIER

DANIEL DEMOUSTIER, nu ook op reportage vóór de camera. 'Ik leg hiermee wel mijn hoofd op het kapblok, ja.'

Maandag 27/5, 20.40 – vtm

Wat doet Daniel Demoustier, de Belgische cameraman die al jarenlang naar elk conflictgebied vliegt voor de Britse zender ITN, weer in eigen land? Voor vtm een eigen reportagereeks draaien die het midden houdt tussen Louis Theroux en Paul Jambers anno 2013.

‘Hoe ik bij vtm ben terechtgekomen? Iemand sprak mij aan op een feestje bij vrienden, het bleek programmadirecteur Jan Segers te zijn: ‘Jij bent die bekende cameraman, hé.’ Om maar te zeggen dat ik niet meer helemaal thuis ben in de Vlaamse televisiewereld.’

Maar van het een kwam het ander?

DANIEL DEMOUSTIER: Jan nodigde mij uit voor een gesprek. Op dat moment was ik op zoek naar partners voor een project waarmee ik in mijn hoofd zat, maar dat idee kwam niet eens ter sprake. Hij had een voorstel voor mij: een reportagereeks met mij als gezicht. Het toeval wilde dat niet veel later ook de VRT en VIER aan mijn mouw kwamen trekken. Daardoor bevond ik mij in een comfortabele onderhandelingspositie om voldoende middelen uit de brand te slepen. Al heeft loyaliteit aan vtm en Jan Segers, die mij als eerste een kans gaf, ook meegespeeld.

Voel je niet meer affiniteit met Canvas? Daar ben je toch regelmatig te gast?

DEMOUSTIER: Ik vind Canvas een superzender en ik ben graag te gast in hun tv-programma’s. Alleen zijn de budgetten bij zo’n zender met een kleiner publiek nu eenmaal navenant. Terwijl ik bij deze reportagereeks over voldoende middelen wil beschikken voor een goed resultaat. Ik haal overigens mijn neus niet op voor commerciële zenders, zoals mijn Britse werkgever Independent Television News (ITN). Bij een commerciële zender kun je best wel degelijke televisie maken, hoor. Onder de juiste voorwaarden, en dat was hier mogelijk. Ik mocht reportages van 50 minuten maken, wat je toch toestaat om dieper te graven, en wat de onderwerpen betreft, kreeg ik carte blanche.

Een paar van je onderwerpen: bodybuilders, bdsm, professionele pokeraars, zigeuners, heroïnejunkies… Hoe kom je daarbij uit?

DEMOUSTIER: Daar is lang over gebrainstormd. Ik wilde thema’s aanraken die vaak onder de radar van de actualiteit blijven. Neem nu heroïneverslaafden, die lijken in deze tijd van cocaïne en andere partydrugs verdwenen, maar het probleem blijft wel bestaan. Sommige junks worstelen al meer dan tien jaar met hun verslaving. Om te weten hoe die mensen leven ben ik op enkele kerels afgestapt vlak bij het methadoncentrum in Antwerpen. Zo ontmoette ik onder meer Kristof. Een man die een aangrijpend relaas afstak, over zijn ouders, over zijn dochter die hem niet meer wil zien.

Ik blijf daarbij wie ik ben. Kristof heb ik na zijn verhaal vastgepakt, zo zit ik in elkaar. Overschrijd ik daarmee als journalist een grens? Volgens sommigen wel, maar ik blijf ook maar een mens. Die man zijn we overigens blijven opzoeken en later bleek dat hij een inbraak had gepleegd om zijn verslaving te bekostigen. In plaats van hem te omhelzen, confronteer ik hem dan natuurlijk met zijn daden.

Hoe breng je dat in beeld? Ben je, vanuit je Angelsaksische werkervaring, een hardere beeldcultuur gewoon?

DEMOUSTIER: Brits of Vlaams, dat speelt volgens mij niet. We tonen gewoon wat we met de camera kunnen registreren. Echte reality, bij wijze van spreken. We zoeken de sensatie niet op. Zo zul je geen beelden zien van een junkie die een spuit zet. Waarom zouden we ook? Mensen weten wel dat heroïne gespoten wordt, dat hoeven we ze niet meer te laten zien. Het is trouwens niet al kommer en kwel. Ik praat ook met een jonge vrouw die haar verslaving overwonnen heeft en haar leven weer op de rails probeert te krijgen. Aanvankelijk had ze schrik voor de impact van op tv te komen met haar verleden, met het oog op toekomstige werkgevers, maar volgens mij heeft ze met de wilskracht die zij toont niets te vrezen.

Jij staat al je hele carrière áchter de camera. Hoe was het ervóór? Had je geen schrik om een mal figuur te slaan?

DEMOUSTIER: Tja, het is tegenwoordig de mode dat de reporter in beeld komt en zo de kijker meeneemt in het verhaal. Ik leg met dit programma wel mijn hoofd op het kapblok, ja. Maar ik heb het geluk dat ik al die jaren als cameraman met heel wat straffe journalisten op pad ben geweest. Hen heb ik natuurlijk goed geobserveerd. Volgens mij kom je al een heel eind als je gewoon vriendelijk bent tegen de mensen.

Toen je dit programma voor het eerst aankondigde, sprak je van Louis Theroux. Is hij jouw inspiratiebron?

DEMOUSTIER: We zijn contact blijven houden na die uitzending van Reyers laat waar we allebei in zaten. Ik heb veel bewondering voor Louis, maar ik ga hem zeker niet kopiëren, dat zou toch niet werken. Meedoen met bdsm’ers bijvoorbeeld, nee bedankt – al zal ik wel toekijken en filmen. Ik denk dat mijn focus toch eerder journalistiek is. En wat ik ook van Theroux geleerd heb, is dat een beetje humor een onmisbaar ingrediënt is van een goede reportage, ook bij een ernstig onderwerp.

HANS VAN GOETHEM

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content