Alicia Vikander gunt een ander best ook iets. Maar de ravissante Zweedse actrice heeft de schijn wel tegen met acht films in een jaar tijd, waaronder sf-thriller Ex Machina, Oscarkandidaat The Danish Girl en blockbuster The Man from U.N.C.L.E. In het WO I-drama Testament of Youth is ze vanaf deze week de prima ballerina. ‘Tot zes uur ’s ochtends doorwerken en na een uurtje slaap herbeginnen? Geen probleem.’

Zou ze spiekbriefjes gebruiken? Eentje waarop staat waar ergens ter wereld ze zich bevindt en eentje dat vermeldt voor welke film ze een goed woordje moet doen? Zaterdag 5 september: Venetië, met Eddie Redmayne, Matthias Schoenaerts en regisseur Tom Hooper The Danish Girl aanprijzen (die hier begin volgend jaar in de zalen komt). Maandag 7 september: Parijs, Testament of Youth bewieroken bij Le Monde en Knack Focus.

Om maar te zeggen: het gaat hard voor Alicia Vikander. Érg hard. Op weg naar luxehotel Le Bristol kom ik haar beeltenis in minder dan een halfuur zeven keer tegen. Twee affiches kondigen Testament of Youth aan, vijf The Man from U.N.C.L. E. In Frankrijk komt Guy Ritchies blockbusterversie van de tv-serie uit de sixties nu pas uit. Belgen weten al sinds augustus dat Henry Cavill en Armie Hammer in die film om ter houterigst acteren terwijl Vikander sprankelt in betoverende retrojurken. Omdat Ex Machina (eind deze maand op blu-ray en dvd) hier om onbegrijpelijke reden geen bioscooprelease kreeg, weten wij dan weer niet dat Vikander in die sf-thriller uitblinkt als vrouwelijke robot. Eerder dit jaar dook ze aan de zijde van Julianne Moore en Jeff Bridges op in de fantasieloze fantasyfilm Seventh Son en flankeerde ze Ewan McGregor in de middelmatige Australische misdaadfilm Son of a Gun. Straks volgen nog Burnt, met Bradley Cooper als chef-kok, The Danish Girl, of het verhaal van de eerste bekende transgender, Tulip Fever en bovenal The Lights between Oceans van Derek Cianfrance, de Amerikaan die naam maakte met Blue Valentine (2010) en The Place beyond the Pines (2012).

Waar te beginnen? Alvast niet met in haar grote ogen te kijken, want dan is een man verloren.

In een jaar tijd komen er acht films met jou uit. Niet slecht voor een Zweedse van nog geen 27 die niet eens een acteeropleiding genoten heeft. Je slaapt wel als je dood bent?

ALICIA VIKANDER: Ja. (giechelt) Ik sta er zelf van te kijken. Dit overtreft zelfs mijn stoutste dromen. Ik ben opgegroeid in Zweden. De filmindustrie daar is behoorlijk klein. Als je er wilt acteren – mijn droom – ben je aangewezen op het theater en, bij wijze van spreken, per vijf jaar een film of twee. Ik beschouwde het al als een enorme stap vooruit dat ik mocht meespelen in A Royal Affair, een Deens kostuumdrama met Mads Mikkelsen. En door buiten Zweden in een film te acteren besefte ik dat het heel misschien toch mogelijk was om filmactrice te worden. Die gedachte was toen nieuw voor me.

Dat was in 2012. Drie jaar later ben je al twaalf filmrollen rijker.

VIKANDER: Ik schrik zelf van de hoeveelheid werk die ik de voorbije jaren verzet heb. Ik heb vooral mogen samenwerken met acteurs en regisseurs naar wie ik enorm opkijk. Dat was nog het grootste genoegen. En méér dan ik kon wensen. Maar dit jaar is écht overweldigend. Ik heb nooit eerder zo veel journalisten te woord gestaan. Ik was daar niet op voorbereid, maar ik wist wel dat het op me afkwam. Ik sta in de belangstelling omdat zo veel films tegelijk uitkomen, maar sommige daarvan zijn twee jaar geleden al gedraaid. De voorbije twee jaar ben ik een stuk rijper geworden, als vrouw maar ook als actrice. Ik heb veel bijgeleerd: de filmtaal, het belang van zelfvertrouwen, hoe de camera werkt. Ik had ook veel bij te leren. Ik kom niet uit een theaterschool. Mijn fundamenten zijn in een balletschool gelegd.

Je verwijst in al je interviews naar je opleiding aan de Koninklijke Zweedse Balletschool. Zat er een ballerina in je? Ik weet van een Rosas-danser hoe onvoorstelbaar hard dansers er dag in dag uit oefenen.

VIKANDER: Dat moet je mij niet vertellen. Ik héb voltijds gedanst. Minstens zes uur per dag, zes dagen per week, negen jaar aan een stuk. Op een bepaald moment heb ik de knoop doorgehakt en ben ik gestopt met ballet. Dat is ondertussen al acht jaar geleden. Ik ga nog altijd graag kijken naar ballet en moderne dans. Ik ken Rosas goed, een wonderlijk gezelschap. Wanneer ik die dansers aan het werk zie, kan ik me nauwelijks voorstellen dat ik dat zelf zo geprobeerd heb. Mijn bewondering voor hen is enórm.

Heb je spijt dat je het ballet hebt laten vallen?

VIKANDER: Ik zat sinds mijn achtste op de balletschool. Ik ben er geprogrammeerd om de zelfdiscipline te hebben om aan de slag te gaan: niemand oefent in je plaats, jij moet het doen. In dat opzicht is die opleiding een geschenk geweest. Maar om danseres te worden, moet je het echt héél erg graag willen. Op sommige meisjes in mijn klas was ik jaloers. Zij vonden de kracht om na een uitputtende training van zes, zeven uur er nog twee uur extra tegenaan te gaan. Ik danste ook heel graag, maar ik zag bij hen iets dat ik niet had en óók wilde hebben: grenzeloze passie. Dat stemde me soms droevig. Ik hunkerde naar dat gevoel. Nu ik acteer, ken ik dat gevoel wél. Ik kan tot zes uur ’s ochtends doorwerken en na een uur slaap herbeginnen. Natuurlijk bots je soms op grenzen. Vroeg of laat moet je slapen en je lichaam rust geven. Maar ik ben blij dat ik nu ook iets doe waarvoor ik desnoods door muren loop. Die onvoorwaardelijke overgave is een héérlijk gevoel.

In Testament of Youth speel je Vera Brittain, een Britse die een prangend boek met die titel schreef over haar ervaringen tijdens de Eerste Wereldoorlog. Wat weet je vandaag over die oorlog dat je niet op school had geleerd?

VIKANDER: Ik heb véél opgestoken van dat boek. Aanvankelijk vroeg ik me af of het nog iets nieuws kon brengen. Ja, dus. Het is een rauw relaas van de feiten, vanuit een vrouwelijk perspectief. Al lezend besefte ik dat al die films, boeken en documentaires over de Eerste Wereldoorlog de gebeurtenissen zelden vanuit dat standpunt bekijken. Het is het verhaal van de mensen die achtergelaten werden toen de jongens naar het front trokken, van de verpleegsters achter de frontlinies én van de vrouwelijke revolutie die na de oorlog wel móést plaatsvinden, omdat een hele generatie mannen weggeveegd was.

De film toont hoe hard Vera moet ijveren om te mogen studeren en hoe ze niet buiten mag zonder chaperon. Dat is amper drie generaties geleden.

VIKANDER: Ik ben daar ook van geschrokken. Ik wist uiteraard wel dat er inzake vrouwenrechten de voorbije honderd jaar veel veranderd is. Maar nu werd ik met de neus op de feiten gedrukt. Mijn grootste leidraad bij mijn research was een boek met Brittains brieven en dagboekfragmenten. Enerzijds tonen die een jonge, vranke vrouw die voor haar ideeën uitkomt, tienerproza schrijft, idealen verdedigt en koppig probeert te veranderen wat haar niet aanstaat. Kortom, een meisje waar je hier en nu in Parijs uren mee op café zou kunnen zitten. Maar op diezelfde pagina’s lees je ook dat ze op zelfstudie was aangewezen en dat ze bepaalde gedachten in haar dagboek verstopte omdat het haar niet was toegestaan die luidop te verkondigen.

De Britse acteerscholen leveren al sinds mensenheugenis het ene talent na het andere af. Best grappig dan dat ze voor een van hun nationale oorlogsheldinnen uitkomen bij een Zweedse.

VIKANDER: Ik was onder de indruk toen ik barones Shirley Williams, de dochter van Vera Brittain, ontmoette. Ze is een bekende Britse politica. Ik mocht zelfs op de thee in het Hogerhuis. ‘Ben jij dat Zweedse meisje dat mijn moeder speelt?’ was het eerste wat ze zei. Mijn wereld stortte even in. Mijn grootste angst was dat ik op mijn buitenlandse origine afgerekend zou worden. Maar de barones trakteerde me op een lachje. Ze zei dat ik me geen zorgen moest maken. Ze drong er bij de regisseur en de producer alleen op aan om niet te veel te romantiseren. En dus heb ik gepast voor een imitatie. Het leek me beter om vooral Vera’s persoonlijkheid en wilskracht te laten zien.

Een historische biopic, een spionagefilm, een spannende sf-film, het verhaal van de eerste bekende transgender: speel je bewust in sterk uiteenlopende films?

VIKANDER: Ik heb geen groot carrièreplan. Ik heb wel achterhaald dat ik in zo veel mogelijk films wil spelen waar ik alles voor over heb. Rijper worden is ook beter de vinger kunnen leggen op wat je zoekt. Ik ben nog zoekende, maar weet wel al dat ik graag achter projecten aan ga die sterk verschillen. Ik geniet van de uitdaging. Ik doe graag dingen die me aanvankelijk angst inboezemen. Niet onmiddellijk weten hoe je een rol moet aanpakken is spannend.

Maak je daar verder nog onderscheid? Zelf kijk ik bijvoorbeeld meer uit naar The Lights between Oceans van Derek Cianfrance dan naar popcornprenten als The Man from U.N.C.L.E. of Seventh Son.

VIKANDER: Ik heb onlangs een cut van The Lights between Oceans gezien en was zwaar onder de indruk. Toen zijn The Place beyond the Pines uitkwam, heb ik er alles aan gedaan om met Cianfrance een koffie te gaan drinken. Ik wilde hem te allen prijze vertellen dat ik een grote fan ben. Voor onze samenwerking vond ik hem al een van de nieuwe Amerikaanse regisseurs die erboven uitsteken. Vandaag durf ik hem een van de interessantste regisseurs van het moment te noemen.

Maar je weet nooit of een film goed of slecht wordt. Daar bestaat geen magische formule voor. En uiteraard is het eindresultaat belangrijk, maar ik hecht nog meer belang aan de weg daarnaartoe.

Besef je hoe…

VIKANDER:(onderbreekt) Ik besef hoe luxueus mijn positie is. Je bent een enorme bofkont als je af en toe kunt werken. Ik weet hoe moeilijk het is om van acteren je beroep te maken. Mijn moeder (Maria Fahl-Vikander, ook een actrice, nvdr. ) is 64 en heeft nog altijd een carrière, maar in Zweden is dat een zeldzaamheid. Ik ben nog jong, maar toch heb ik er al honderden audities op zitten die nergens toe hebben geleid. Geen ‘nee’ krijgen, maar simpelweg nooit nog iets van een productie vernemen, dat is vreselijk.

Matthias Schoenaerts, je tegenspeler in The Danish Girl, wordt in Vlaanderen op handen gedragen, maar kreeg wel een veeg uit de pan toen hij Vlaamse films opzijschoof voor buitenlandse producties. Hoe zit het tussen jou en Zweden?

VIKANDER:Dat maak ik niet mee. Tot nu toe heeft niemand me Zweedse scenario’s toegestuurd. Misschien komt dat nog. Er zijn genoeg mensen uit mijn vaderland met wie ik in een niet al te verre toekomst graag zou samenwerken. Zweden heeft een schitterende filmtraditie. Ik wil die graag mee verderzetten.

TESTAMENT OF YOUTH

Vanaf 16/9 in de bioscoop.

DOOR NIELS RUËLL

Alicia Vikander: ‘IK BEN BLIJ DAT IK KAN ACTEREN, DAT IK IETS DOE WAARVOOR IK DESNOODS DOOR MUREN LOOP.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content