Maarten ’t Hart, De Arbeiderspers, 237 blz., – 17,95

Met De zonnewijzer heeft de om zijn vertelkunst geprezen ’t Hart een teleurstellend werk toegevoegd aan zijn intussen meer dan dertig titels tellende oeuvre. Tot die conclusie kom je al aan de helft van het boek, volgens de uitgever een zelfstandig te lezen vervolg op De kroongetuige, Maarten ’t Harts bekendste boek en net als De zonnewijzer een thriller in romanvorm. Zolang moet je immers wachten vooraleer het verhaal zich langzaam in gang zet. Uitgangspunt is het plotse overlijden van Roos Berczy, een bijna door iedereen bewonderde analiste in een farmacologisch lab van de universiteit. Om een vreemde reden maakte ze kort voor haar dood Leonie Kuyper (hoofdpersonage uit De kroongetuige) in haar testament tot enige erfgename. Nadat Leonie haar intrek heeft genomen in Berczys flat, begint ze onder invloed van Roos’ vroegere vrienden te twijfelen aan een natuurlijke dood van haar vriendin. ’t Hart laat het hoofdpersonage evenwel te lang aanmodderen in een haast waanzinnige identificatie met de overledene om enige spanning in die eerste hoofdstukken te kunnen opbouwen, laat staan aanhouden. Raakt de zaak dan geleidelijk aan opgehelderd, lees je Leonies overpeinzingen natuurlijk maar met de helft zoveel belangstelling. ’t Hart laat ook geen kans onbenut om het verdachte overlijden in verband te brengen met zowat alle criminele en seksuele uitspattingen die de moderne tijd rijk is. Meer dan wat oppervlakkige beschrijvingen van die toestanden geven doet (of kan) hij niet, zodat je je afvraagt waarom hij ze er dan bij sleurt. Ook de figuren die erin betrokken raken, komen niet verder dan banale opmerkingen of clichématige grappen. Bovendien laat hij ze om de haverklap uit de bijbel citeren (’t Hart gaat door voor Nederlands meest notoire bijbelkenner én -verguizer), waardoor de plot nog meer van zijn geloofwaardigheid verliest. De enige verdienste die De zonnewijzer heeft, is ’t Harts gave om in de huid van zijn vrouwelijk hoofdpersonage te kruipen. Een niet geringe prestatie die onmiddellijk doet denken aan ’t Harts eigen verkleedpartijen tijdens diverse televisie- en andere publieke optredens. Bij zoveel gekunsteldheid is het een wonder dat ’t Hart ooit romans als Een vlucht regenwulpen kon schrijven, waarin hij de academische wereld even erg te kakken zet, maar dan op een overtuigende en geestige manier. Wellicht is hij zoals Leonie zozeer verwikkeld geraakt in zijn gedaanteverwisselingen (zijn eerste essaybundel heet De vrouw bestaat niet) dat zijn rol als vertellende buitenstaander stilaan uitgespeeld is. Kortom, De zonnewijzer wijst maar naar één plaats, die van het hoogste rek in een boekenkast.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content