‘Hoe zou het nog zijn met An Pierlé?’, vroegen wij ons onlangs af. Uitstekend, zo blijkt, om niet te zeggen: beter dan ooit. De voorbije maanden legde ze met haar levensgezel Koen Gisen de laatste hand aan een derde plaat (release: januari) en tussen de bedrijven door wist het duo met ‘Helium Sunset’ ook nog eens het hoofd van onze zuiderburen op hol te brengen. Van okselhaar over historische hoerenkoten tot uitgemoorde dorpen: An Pierlé in Frankrijk.

Neemt iemand de krant mee? Naar ’t schijnt is er in Amerika een man doodgepoept door een paard.’ Het is nationale feestdag en wij bevinden ons ten huize An Pierlé, waar iedereen zich bij een kop koffie opmaakt voor een minitrip van drie dagen. Plaats van bestemming: Karaez ofte Carhaix in een verre uithoek van Bretagne, waar de groep morgenavond een one-off moet spelen op Le Festival Des Vieilles Charrues. Vervoer: een monovolume en een camionette, die pas later vertrekt. Accommodatie: twee overnachtingen in Hôtel Noz Vad, waar een kamer verontrustend genoeg maar 24 euro per nacht moet kosten. Compagnons de route: An Pierlé en Koen Gisen, drummer Peter De Bosschere, gitarist/gelegenheidsroadie Tom De Wolf, bassist/cellist Klaas Delvaux en technici Patrick Van Neck en Bram Vandenbussche. ‘Allemaal lieve mensen met een serieuze hoek af‘, probeert de vrouw des huizes ons gerust te stellen. Missie half volbracht – welke helft, mag u zelf kiezen.

Kill Bill

Nog voor we Gent goed en wel achter ons hebben gelaten, heeft Klaas de teennagels van An al gelakt, is het fait divers van ‘de- vent-die- doodgepoept-werd-door-het-paard’ al een keer of zeven de revue gepasseerd en heeft Tom al gezegd dat hij zijn vriendin mist. (Commentaar van Klaas: ‘Niet mee inzitten, jong, honger is de beste saus.’) In het eerste tankstation, bij Kortrijk, vindt An een stel siliconenborsten in een vuilnisbak. (Commentaar van Klaas: ”t Is al een begin’.) Bij de tweede stop, net over de grens, kopen we een Choc: een blaadje met gruwelfoto’s en upskirts van Axelle Red. (Commentaar van Klaas: geschrapt.) Maar bij de derde stop, in de buurt van Rouen, zijn we zelfs voor dát soort foto’s al te murw gereden, en informeren we even of we ons daar zorgen over moeten maken.

Koen: De eerste keren zijn moeilijk, maar het went. Voor langere reizen nemen we meestal de tourbus. Dan kunnen we lezen, Playstation spelen, of dvd’s kijken. Kill Bill, Harry Potter, Coupling, 50 Jaar Televisie: dat soort licht verteerbare kost. Of we spelen Yahtzee, maar zelfs dát gaat op de duur vervelen.

Klaas: Als we tijd te veel hebben, organiseert Koen soms activiteiten. In de Périgord heeft hij ons een keer meegenomen naar Oradour Sur Glan, een dorpje dat aan het einde van de Tweede Wereldoorlog helemaal werd uitgemoord. Sindsdien werd er niets meer aan veranderd, alle ruïnes staan er nog. Héél ontspannende plek. (lacht)

An: Maar eigenlijk zitten we elkaar meestal gewoon wat te pesten. Of we laten scheten, maar dat komt nog. (lacht)

Wilde pluimen

Om vooral niemand op ideeën te brengen, verdiepen we ons zo snel mogelijk in de vuistdikke persmap die de Franse platenfirma ons heeft toegestopt. Onze zuiderburen, zo leren we, zien in An Pierlé afwisselend ‘ une bergère perverse’(‘een bandeloze herderin’), ‘ un rossignol échevelé’ (‘een nachtegaal met wilde pluimen’), ‘un ange déchu’ (‘een gevallen engel’), ‘une perle décadente’ (‘een decadente parel’), ‘un petit bout de femme toute lumière et douceur’ (‘een klein vrouwtje boordevol licht en zachtheid’), ‘un grand méchant loup déguisé en Chaperon Rouge’ (‘een grote gemene wolf verkleed als Roodkapje’) én ‘une beauté préraphaélite hors du commun, irradiée d’un sourire surnaturel aussi charmant que perpétuel’ (‘een buitengewone prerafaëlitische schoonheid, waarvan een bovennatuurlijke glimlach afstraalt, die even charmant is als eeuwig’ – geen zorgen, we hebben het zelf óók twee keer moeten lezen).

Een Franse collega schrijft bij wijze van recensie dat hij door Helium Sunset ‘de zin in muziekjournalistiek teruggevonden heeft’ en het enige wat de overige besprekingen van elkaar onderscheidt, is dat de ene nog wat extatischer is dan de andere. Le Monde, traditioneel de nuchterste aller kranten, hoort ‘une chanteuse à fleur de peau’ (‘een zangeres die onder de huid kruipt’). Rolling StoneFrance heeft het over: ‘des mélodies coupe-gorge, sculptées dans du pur cristal’ (‘melodieën die naar de keel grijpen, gemaakt van puur kristal’). La Libération vindt de plaat ‘ce que la Belgique a de mieux à offrir’ (‘van het beste dat België te bieden heeft’). En alsof dat nog niet kon volstaan, hoort de Franse cultuurbijbel Les Inrockuptibles zelfs ‘un miracle’ (‘een mirakel’, jawel).

An: Zot, hé, al die ophemelingen? Dat heeft ons echt deugd gedaan, zeker na sommige flauwe recensies in België. Geen idee waarom, maar in bepaalde kringen blijft men een beetje lacherig over ons doen. Mijn ergonomische bal, mijn zogezegd ‘Vlaams’ Engels, mijn bindteksten – er scheelt altijd wel iets aan. In Frankrijk is dat net omgekeerd: daar zouden ze ons werkelijk voor alles complimenteren. Ook overdreven, hoor, maar wel een stuk toffer.

Koen: Het grote pluspunt is dat je in een land als Frankrijk helemaal van nul kan beginnen. Mensen zijn onbevangen, er spelen nog geen vooroordelen. Plus: je bent exotisch, en dan heb je sowieso een streepje voor.

An: Ze luisteren met andere oren, dat merk je heel goed aan de vergelijkingen. In België was het constant ‘Tori Amos’, maar Fransen denken vaker aan Fiona Apple, of zelfs Ani DiFranco en Rickie Lee Jones. Ze zien An Pierlé ook veel meer als een groep.

De Zaak Okselhaar

Koen: Eigenlijk is het allemaal begonnen in Noord-Frankrijk, waar de mensen Radio 21 nog kunnen pakken. In de Fnac van Rijsel verkochten we puur op import 800 platen. We wisten dus dat er een publiek voor ons was, en van daaruit is alles langzaam maar zeker gegroeid. Wat kleine clubconcerten links en rechts, een showcase in Parijs, een licentiedeal met PIAS France, een paar kleine festivaloptredens – beetje bij beetje, stap voor stap.

De Franse versie van ‘Helium Sunset’ heeft een andere hoes én een bonustrack: een cover van Dutroncs ‘Il est cinq heures, Paris s’éveille.’ Bewust?

An: Die hoes was een beslissing van de platenfirma. Zij wilden met alle geweld een foto, en wij hadden zoiets van: ‘Doe vooral wat jullie denken te moeten doen.’ Het grappige is wel dat het uiteindelijk toch nog een heel gedoe is geworden. Op de foto die ze wilden gebruiken, had ik een heel klein beetje okselhaar. Geen bos hé: een verzorgd tapijtje, mooi kortgeschoren. Maar blijkbaar was dat completely not done, en moest dat ab-so-luut weggeretoucheerd worden.

Koen: Mails dat daarover verstuurd zijn, je houdt het niet voor mogelijk! Eerst hadden ze de retouches laten doen door iemand die daar totaal geen ervaring mee had. Kregen we foto’s terug waarop An precies een gehandicapt armpje had, en een vleesboom onder haar oksels. (lacht) Het heeft geduurd tot ze raad gingen vragen aan een gast die al foto’s bewerkt had voor Cher en Madonna. Toen zag het resultaat er wél aanvaardbaar uit.

En die – vergeef me – verschrikkelijke cover van Dutronc?

Koen: Da’s eigenlijk een uit de hand gelopen grap. De Franse radio’s hebben quota, waardoor ze maar een beperkt percentage anderstalige muziek mogen draaien. En omdat Fransen verschrikkelijk chauvinistisch zijn, dachten we: ‘Laten we ze daar eens flink choqueren, één of andere evergreen onder handen nemen en zien of we daarmee de aandacht kunnen trekken.’ Na de opnames was onze eerste reactie: ‘Dit is zelfmoord, hier gaan ze ons voor haten.’ Maar vreemd genoeg gebeurde het omgekeerde: het nummer werd overal grijsgedraaid, en in een paar weken tijd verdubbelde onze platenverkoop. (Van ‘Helium Sunset’ zijn in Frankrijk intussen 25.000 exemplaren verkocht; nvdr.)

An: Let wel, we hebben ook een hoop dingen geweigerd, hoor. Een grote platenfirma bood ons een onbetamelijk groot voorschot, op voorwaarde dat de jongens naar een diëtiste en een kapper zouden gaan, en dat zij ‘inspraak’ kregen in het productieproces. Dat was dus een njet. Okselhaar, daar valt over te praten, maar een diëtiste is erover. (lacht)

Arno zei me ooit: als An Pierlé het écht wil maken in Frankrijk, moet ze weer solo gaan, met haar skippy-bal.

An: (zucht) Dat heb ik al zo vààk te horen gekregen: ‘Jij met dié producer’, ‘Jij met dàt soort foto’s’, ‘Jij met zó’n promotiecampagne’… Maar wie zegt dat dat ook effectief zou wérken? Er zijn honderden meisjes die piano spelen en zingen, hé. Ik zal zelfs meer zeggen: er zijn er honderden die knapper zijn dan ik, beter piano spelen dan ik én een veel betere stem hebben dan ik. Waarom zou ik met hen willen concurreren? Akkoord: er is een kleine kans dat ik op die manier heel groot word. Maar er is een veel grotere kans dat ik op die manier heel klein blijf.

Jezus is mijn vriend

Carhaix, at last! Bij nader inzien blijkt L’Hôtel Noz Vad verre van de bouwval die de kamerprijs deed vrezen – artiesten krijgen via het festival een forse korting – en ook de rest van het dorp is één en al Franse prentkaartencharme. Een verweerde oude man met een baret zit op een bankje een zelfgerolde sigaret te roken, iemand passeert met een baguette onder de arm, en aan de toog van een plaatselijk café dansen twintig naakte schonen the French cancan – toegegeven: dat laatste alleen maar in onze verbeelding.

Omdat er tien lange uren on the road gecompenseerd moeten worden, zakken we af naar LaRotonde, waar ze rillettes, coquilles Saint-Jacques, îles flottantes en uitstekende huiswijn serveren. Tijdens het eten gaat ons bandopnemertje voor de gezelligheid af, maar laten we onze hersenen – óók voor de gezelligheid – gewoon aanstaan. Ze registreren in één en dezelfde anekdote de woorden ‘drugszwijn’, ‘groupie’ en ‘hamster’ – gelukkig hebben we een selectief geheugen.

Bij een reeks ‘allerlaatste glazen’ in de hotelbar, komen de grote verhalen en de kleine anekdotes. Tom die er als chauffeur ooit in slaagde om na uren zoeken de juiste straat te vinden ‘in de verkeerde stad in het verkeerde land’. Peter die werd aangenomen nadat hij An had verteld dat ze ‘beter met een echte drummer kon knoeien dan met een drumcomputer’. Een vriendin die ooit voor de groep kookte en het potje muskaatnoot in de puree liet vallen, ‘zodat iedereen zo stoned als een garnaal op het podium stond’. An die constant foute nummers loopt te zingen, en een keer betrapt werd op: ‘Jezus is mijn beste vriend’. Koen die ooit bij wijze van practical joke een halve kilo garnalen in de saxofoon van een vriend verstopte. Patrick die in een duister verleden lid was van United Youth Against Soulwax, en de cd’s van zijn eigen groepjes gratis in de Bilbo ‘verstopt’. Nogmaals An die van iedereen precies wil weten waar, wanneer, door wie en hoe (!) ie werd ontmaagd.

Geen idee waarom, maar plots kunnen we niet snel genoeg gaan slapen.

Vachement class

Les Vieilles Charrues is een driedaags festival met vijf podia, 170.000 toeschouwers én een affiche waar we zelfs na acht uur slapen kop noch staart aan krijgen. Hip (LCD Soundsystem) meets hype (Franz Ferdinand) meets rock (Iggy & The Stooges) meets Frans (Jane Birkin), maar helaas ook passé (New Order), hopeloos passé (Deep Purple), volslagen idioot (Goldie Lookin Chain) en compleet van de pot gerukt (Annibal et ses Eléphants). An Pierlé speelt om tien uur op La Scène Xavier Grall, waar ze met Hollywood Porn Stars en Ghinzu een ‘soirée belge’ mag opluisteren. ‘Maar’, drukt organisator Yann Rivoal ons op het hart: ‘Ik had haar hoe dan ook geprogrammeerd, al was het maar om mezelf een plezier te doen.’

‘Nergens word je beter ontvangen dan op Franse festivals’, hadden we ons onderweg al een paar keer laten vertellen, en daar blijkt geen letter van gelogen. Her en der staan babyfoots en pingpongtafels, voor artiesten met tourstress zijn er relaxerende massages en wie honger heeft, kan à volonté aanschuiven aan een buffet vol quiches, krabben, reuzengarnalen en rivierkreeftjes. Een beetje cynicus zou zich voor minder afvragen waar het in godsnaam fout liep met de rock-‘n-roll, maar eerlijk: ons kan het drie borden lang geen ene lor schelen.

Bij de koffie komt Thomas Boulard aanwaaien: een twentysomething die eruitziet als een muzikant van Green Day, en vandaag het hoofdpodium mag afsluiten met zijn groepje Luke. Voor An en Koen zijn er nieuwtjes en whisecracks ( ‘Entre le speed et la coke, il y a un choix à faire’); voor ons heeft de man zowaar ‘een bekentenis’:

Thomas:Je suis vraiment fan à mort d’An Pierlé. Intussen heb ik ze toch al een keer of tien gezien, en eerlijk: samen met Arno en dEUS is ze voor mij een klasse apart. En niet alleen als artieste, hé: ook als mens is ze vachement class. Ik zal nooit onze eerste ontmoeting vergeten, twee jaar geleden in Rennes. We hadden die dag ons eerste grote optreden, en ik zag – letterlijk – groen van de stress. Maar toen kwam An plots naast me staan, en ze zei: ‘Tu verras, ça ira.’ Het klinkt wellicht melig, maar die paar woorden hebben toen echt een wereld van verschil gemaakt. Zeker met die glimlach van haar erachteraan: de mooiste glimlach van het hele melkwegstelsel.

Charmante jongens, die Fransen.

Historisch hoerenkot

Met nog zeven uur zoek te maken voor het optreden, besluiten Klaas, Peter, Patrick en Bram terug te keren naar het hotel ‘voor een schoonheidsslaapje’. An en Koen doden de tijd met een fotosessie, een radio-interview, een persconferentie, en uw verslaggever.

Koen: Weet je wat ik altijd raar vind? Hier is Luke in geen tijd megagroot geworden – iedereen noemt hen ‘de nieuwe Noir Désir’ – maar in Gent zouden ze niet eens de Charlatan gevuld krijgen. En zo zijn er véél, hoor: Cali, Jean-Louis Murat, Mickey 3D, -M-… In Frankrijk zijn dat bijna halfgoden, maar bij ons stellen ze om god-weet-welke-reden helemaal niks voor. Intussen kennen we al veel artiesten, maar toch vallen onze ogen hier nog vaak uit onze kop. Alain Bashung, bijvoorbeeld, die wordt zelfs op het podium geëscorteerd door bodyguards. En de crew van -M- presteerde het vorig jaar om iedereen in uit de backstage te flikkeren – zélfs de gasten van Franz Ferdinand. Hij wou rustig eten, zonder pottenkijkers.

An: Wij kenden toevallig zijn gitarist, Sébastien Martel, en dus waren we geïnviteerd om mee aan te schuiven. Man! Die hadden gewoon een compleet zeebanket laten aanrukken, met meer krabben en kreeften dan ik ooit bij elkaar had gezien. Echt waan-zin-nig decadent. En niemand die ook maar een béétje onder de indruk leek.

Koen: Ook bizar: op de gekste plaatsen kom je bekenden tegen. Vorig jaar stonden we in Calais naar een optreden van Alain Bashung te kijken, en wie zien we daar op het podium, naast zo’n typisch Franse gitarist met een lederen hardrockbroek en lang haar? Geoffrey Burton en Ad Cominotto (bekend geworden als resp. gitarist en toetseninst van Arno; nvdr.) Dat is het leuke aan touren: je valt echt van de ene verrassing in de andere. Boek je een hotel, en blijk je in een historisch hoerenkot te slapen, vol geheime gangen – écht gebeurd.

An: Een keer speelden we in Parijs op een stadsfestival, in een kiosk aan de Porte d’Italie. Bij ons was het prachtig weer, een paar kilometer verderop, aan het hoofdpodium op de Champs Elysées, werd iedereen uitgeregend.

Koen: Maar soms slaat het ook tegen, hoor. Vorig jaar speelden we in september in de buurt van Roland Garros op La Fête de L’Humanité, het grootste podium van Frankrijk. Immens plein, veel pers, 80.000 man: echt hét moment om eens fors uit te halen. We beginnen onze set, alles loopt perfect, maar na drie nummers barst me daar een onweer los – ongelooflijk! Er breekt paniek uit, mensen beginnen te schreeuwen, er is gevaar voor elektrocutie – wég kans.

An: Dit jaar hebben de organisatoren ons wel opnieuw uitgenodigd. Ze hebben ons zelfs hoger op de affiche gezet, én de capactiteit is uitgebreid naar 100.000 man.

Snelle wip

Omdat niets logisch is in de rock-‘n-roll, krijgt de groep na tien uur rondhangen en wachten nauwelijks twintig minuten om te soundchecken. DJ Morpheus mag de zaken nodeloos ingewikkeld maken door intussen loeihard plaatjes te draaien – uiteindelijk wordt alles dan maar op de tast en in gebarentaal geregeld.

Even lijkt de reis much ado about nothing te worden, als blijkt dat maar 400 geïnteresseerden hun weg naar het podium hebben gevonden. Maar al na een drietal nummers loopt de weide helemaal vol, en verdringen 20.000 Fransen zich om toch maar geen seconde van het concert te missen.

An Pierlé zingt, zucht, steunt, kreunt, schreeuwt en betovert, en inviteert tijdens Kiss Me een paar koppels om onstage te slowen. Er worden foto’s genomen, gsm’s de lucht in gestoken en vrienden bekeerd per sms: ‘T’es bien con de ne pas être là’, lezen we op het schermpje van onze buurvrouw. ‘Vraiment hallucinante, cette nana.’

Toch is de opluchting achteraf groter dan de euforie. ”t Was echt bibberen en beven’, vindt An. ‘Zeker bij de eerste nummers. Maar we hebben er het beste van gemaakt. Ik denk wel dat we weer een paar zieltjes hebben gewonnen vanavond.’ Het klinkt pijnlijk Belgisch – zo nuchter en bescheiden, dat een mens er een beetje wanhopig van zou worden.

Anne-Sophie Gadrey, de Franse agente van de groep, is anders wél behoorlijk enthousiast. Ze heeft een paar hoge piefen gesproken die zwaar onder de indruk waren, en begroet An dan ook met: ‘Génial, ma grosse vache.’

Pardon?

Anne-Sophie: Da’s mijn koosnaampje voor An. Ik denk dat veel mensen raar opkijken als ze ons bezig horen. On est vraiment très copines: ons favoriete gespreksonderwerp is schaamhaar. (lacht)

Anne-Sophie – ‘Anso’ voor de vrienden – werkt voor À Gauche De La Lune: een Frans agentschap dat onder meer Royksöpp, Bloc Party en Moby in de portefeuille heeft. An Pierlé werd haar aangeraden door vrienden, die haar meenamen naar een concert in de Aéronef in Rijsel.

Anne-Sophie: Die avond heb ik echt het licht gezien: une claque phénoménale. Al na het eerste nummer dacht ik: ‘Met deze groep wil ik ab-so-luut werken.’ En dus ging ik hen na het concert opzoeken, en zo kwam van het één het ander. Ik heb eerlijk gezegd ook geen moment getwijfeld of het wel zou werken. An Pierlé est faite pour la France: er staan haar hier nog gouden tijden te wachten.

Voor Anne-Sophie de kans krijgt om écht profetisch te worden, komt iemand helaas met wodka aanzetten, en van dan af gaat alles in no time van kwaad naar erger. Mensen tuimelen over elkaar. Er sneuvelt meubilair. Iemand roept: ‘Ik stink overal, behalve aan mijn voeten.’ En net als iedereen besluit dat het welletjes is geweest, blijken twee Fransen de koffer van onze auto uitgekozen te hebben voor een snelle wip – de zaak wordt in der minne geregeld.

Dromen in odorama

De terugweg is de heenreis in spiegelbeeld, alleen vindt blijkbaar niemand het nog nodig om zich voor ons in te houden. 800 kilometer lang probeert een onverlaat ons in stilte te vergassen – iedereen verdenkt Klaas, maar die blijft volhouden dat de stank van buiten komt. (”t Is hier de streek van de Camembert.’)

An en Koen zijn naar eigen zeggen ‘moe maar voldaan’ en vooral: ‘dringend aan vakantie toe’. De opnames voor de opvolger van Helium Sunset waren ‘slopend’, maar verder willen ze er weinig of niks over kwijt. ‘Te vroeg’, klinkt het, verontschuldigend. ‘We zitten er nog te dicht op, en alles moet nog gemixt worden.’ Dan maar de moeder aller slotvragen.

What’s next? De rest van Europa? In Engeland kreeg ‘Helium Sunset’ óók laaiende recensies. Zelfs in Q kregen jullie vier sterren.

Koen: Ja, maar daar gaan touren heeft voorlopig geen enkele zin. In Engeland moeten beginnende groepen zich doorgaans in tournees inkopen, en daar hebben we ten eerste het geld niet voor – toursupport bestaat immers niet meer – en ten tweede ben je daar dan ook weer maanden bezig. En investeren in Frankrijk was nu eenmaal belangrijker. We zouden natuurlijk ook honderd keer voor een bak bier en twee sandwichen in cafés kunnen gaan spelen, maar ook dat zou geld en vooral nog meer tijd kosten. We hebben er nu toch tenminste een begin gemaakt, en al bij al toch 2000 platen verkocht. We zien dat gewoon als een bonus – het bewijs dat er overal mensen zijn die ons goed vinden.

Jullie werken in eigen beheer. Nooit gedacht: met de steun van een major hadden we al een pak verder gestaan?

Koen: Helemaal niet, integendeel. Ik ben er heilig van overtuigd dat we daar op geen enkele manier beter van zouden worden – behalve natuurlijk als je in Amerika kan tekenenen en alles van daaruit vertrekt. Allez, een Belgisch filiaal van een Amerikaanse major, welk gewicht heeft dat internationaal? Geen, toch? België bestáát voor ‘de industrie’ gewoonweg niet in het buitenland. Zelfs in Europa stelt de Belgische muziek maar weinig voor – en dat is geen kwaliteitsoordeel, maar een vaststelling. (Denkt na) Weet je: voor ‘alternatievere’ Belgische groepen zit er eigenlijk maar één ding op, en dat is realistisch dromen. Weten dat de wereld geen optie is, maar toch proberen er zoveel mogelijk van te zien te krijgen.

Amen!

Door Wouter Van Driessche

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content