DE WERELD & IK

Hoeveel woorden hebben beelden nodig? Of beter: hoe verwoord je de verwondering die een beeld oproept zonder die verwondering te doven? Het zit zo: Sofie Peeters, de documentairemaakster die alweer een paar zomers geleden kortgerokt door de straten van Brussel trok en zo het seksisme van de lokale man op heterdaad betrapte, reist in De wereld & ik nu naar her en der om er Vlamingen met een doel, een missie en een wereldverbeterend trekje in hun natuurlijke biotoop te observeren.

De speurtocht van Sofie leidde haar onder meer naar de kinderen van Haïti, naar yoga beoefenende gevangenen in de Verenigde Staten en naar de gorilla’s van Congo. Elk van haar reizen voorziet ze overvloedig van persoonlijke observaties en dagboeknotities. Niet in stilte genoteerd voor eigen gebruik, maar luidop geformuleerd als luchtige ballonnen lokaal gebrouwen wijsheid. Waarschijnlijk om de betrokkenheid te vergroten.

Bij haar afreis naar Congo hoor ik haar innerlijke voice-over prevelen dat ze toch een beetje bang is omdat minder dan een week geleden de directeur van het Virunga-park, in het oosten van Congo, werd neergeschoten. Een mens zou voor minder een reis annuleren. Maar Sofie heeft een afspraak en bovendien, zo laat ze de kijker in al haar flinkheid weten, is ze toch wel benieuwd naar het type mens dat ondanks de risico’s daar blijft werken.

Hicham Daoudi, de grote, wat kalende, ingetogen man die haar de hand schudt, blijkt ondanks alles opvallend normaal. Om zijn job te doen – boomplantages rond het Virungapark aanleggen om de illegale winning van houtskool in het park tegen te gaan – pendelt hij een paar keer per week door een vluchtelingenkamp. Hij doet dat met gezwinde pas, knikt hier en daar een bekende toe, maar laat het zijn hersenen niet toe om zich vast te haken aan wat hij ziet. Kinderen met iets wat ooit een kledingstuk was rond het opgeblazen lijfje kijken hem met grote ogen na. Sofie kan niet anders dan vertragen, en met even grote ogen bevragen wat ze ziet. Of hij hier tevreden is, vraagt ze een man. ‘Natuurlijk niet’, sputtert die. ‘Ik heb niets meer.’ Maar de keuze was simpel, voegt hij eraan toe. ‘Thuis blijven was op de dood wachten.’

Bij zo’n uitspraak wil een mens al eens gaan zitten, de handen in de omgewoelde grond boren en wezenloos staren naar het grillige lijntje waar lucht en aarde elkaar raken. Maar wie vooruitwil en denkt een manier te hebben om toch een bout van deze losgeslagen wereld vast te draaien, kan niet dralen bij de opgestapelde ellende die hem omringt. ‘Er is nog veel werk’, zegt Daoudi. ‘We moeten nog 6550 planters organiseren en opleiden.’ Ondertussen kringelen boven het uitgestrekte woud rookpluimen. ‘Illegale productie’, wijst Daoudi. ‘Zo veel’, zucht Sofie. Waarop Daoudi: ‘Ik schrik er zelf van.’ Waarop Sofie: ‘Dat moet frustrerend zijn.’ Wie een woud wil redden van de kap, kan maar beter immuun zijn voor frustratie. En voor fraude. ‘Waarom doen mensen dat toch?’ vraagt Sofie zich beteuterd af in een bootje op het Kivu-meer. Twee cijfers en vooral veel nullen, meer heeft Daoudi niet nodig om de essentie van de ellende in de streek samen te vatten: illegale houtkap brengt per jaar 35 miljoen dollar op.

Wereldverbeteraars zijn vaak opvallend nuchtere, rationele mensen. Het is de enige remedie tegen de wanhoop. Slechts één keer laat Daoudi zich uit het lood slaan. Door een berggorilla die hem bijna omverloopt. ‘Even zag ik een glimp van zijn passie’, meldt Sofie opgewonden. Beelden zijn soms echt beter af zonder woorden.

Meer bedenkingen op www.knackfocus.be/testbeeld

***, dinsdag 21.10, Canvas

DOOR TINE HENS

ER ZIT EEN OVERVLOED AAN PERSOONLIJKE OBSERVATIES EN DAGBOEKNOTITIES IN DE WERELD & IK. HOEVEEL WOORDEN HEBBEN BEELDEN EIGENLIJK NODIG?

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content