John Osborne haalde met ‘Look Back in Anger’ het Britse theater uit zijn winterslaap.

Look Back in Anger is een rauw realistisch up yours naar de drawing room comedies en de melodrama’s van de West End, een frontale aanval op het politieke establishment en een stuk dat de frustraties van een naoorlogse generatie in limbo wist te vertolken. Het is zonder meer een van de meest invloedrijke theaterproducties ooit. Osborne creëerde niet alleen een eenmansrevolutie in het Britse theater; in zijn zog volgde een hele generatie van schrijvers, acteurs, kunstenaars en muzikanten, die het culturele leven injecteerden met een ongezien vitalisme.

John Osborne, in 1929 geboren als zoon van een jong gestorven copywriter en een barmeid, vocht zijn hele jeugd tegen armoede en middenklasseambities. Na een korte carrière als mislukt journalist, theaterhulpje en acteur, goot hij zijn jeugdige frustraties in een controversieel stuk dat velen als het breekpunt in het naoorlogse Britse theater beschouwen. Look Back in Anger werd afgewezen door zowat elk toneelhuis in Londen, maar George Devine, artistiek directeur van de gloednieuwe English Stage Company in de Royal Court (een forum voor hedendaags theater als tegengif voor de commerciële West End), wist: ‘ it could blow a hole in the old theatre‘.

Het stuk ging op 8 mei 1956 in première en joeg een schokgolf door het publiek dat weinig bestand was tegen zoveel agressie en rauw kitchen sink-realisme. De kritiek was hoogst verdeeld: sommige critici walgden van het schuimbekkende hoofdpersonage Jimmy Porter dat ruim anderhalf uur tekeerging tegen een maatschappij die onverschillig bleef voor zijn brandend intellect, anderen erkenden John Osborne meteen als de belangrijkste nieuwe stem van het moderne Britse theater.

Osborne dankt zijn reputatie grotendeels aan de culturele explosie van Look Back in Anger, maar als toneelauteur kon hij het literaire label van angry young man snel van zich afwerpen met producties als Epitaph for George Dillon, Luther, Inadmissible Evidence en (misschien wel zijn belangrijkste) The Entertainer, dat hij op vraag van Sir Laurence Olivier schreef.

Eind jaren vijftig herhaalde Osborne zijn krachttoer in de cinema. In 1959 creëerde hij samen met regisseur Tony Richardson Woodfall een Brits filmproductiehuis dat in de sixties de koers van de New Wave van de British Cinema mee zou bepalen. Hoewel hij een stevige reputatie opbouwde als radicaal, verloor zijn creatieve output in de decennia daarna veel van zijn vroegere anger. Osborne werd hoe langer hoe meer reactionair. In de jaren negentig volgde een kritische herwaardering die grote vraagtekens zette bij de openlijke misogynie en homofobie in zijn bekendste stukken. John Osborne stierf in 1994 aan de complicaties van diabetes.

Samuel Beckett

Eenzame Dubliner die in 1953 het absurde theater tot een nooit ge- evenaard hoogtepunt bracht met En Attendant Godot, het ultieme stuk over niets bijzonders. De ‘meester van de komma’ oogstte vanaf midden jaren vijftig succes dat zou uitlopen op een Nobelprijs in 1969. Een catastrofe, volgens de introvert.

Eugène Ionesco

Roemeens-Franse peetvader van het absurde theater die vanaf 1950 anarchistische komedies als La Cantatrice chauve of Rhinocéros pent die alles verwerpen wat naar klassiek theater ruikt. Hoofdthema: de nutteloosheid van het menselijke bestaan in een universum dat door toeval gedomineerd wordt.

Harold Pinter

Zoon van een joods kleerma- ker die vanaf 1957 aan een verschroeiend tempo dreigende, absurde komedies op de wereld loslaat. Zijn eenakter The Room (geschreven op vier dagen) draagt de kiemen van al zijn latere werk: een banale situatie wordt bedreigend, zonder enige verklaring of motivatie.

Door Bram van Moorhem

‘Het Britse publiek heeft een onvermoeibare voorkeur voor talentloze amateurs.’ John Osborne

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content