De voorbije tien jaar klom de Vlaamse strip uit een creatief dal. Een overzicht van de sleutelmomenten en -figuren.

September 1998: De opleiding Grafische en Reclamevormgeving van Sint-Lukas Brussel wordt uitgebreid met een afstudeerrichting Beeldverhaal. Als docenten worden onder anderen Nix en Johan De Moor aangetrokken, twee auteurs die hun sporen al verdiend hebben. Andere opleidingen en academies volgen en bieden een eigen stripopleiding aan of bouwen hun bestaande verder uit (Sint-Lucas Gent).

November 1999: De internationale bloemlezing Wind is het eerste wapenfeit van de eigenzinnige en artistiek georiënteerde Antwerpse stripuitgeverij Bries. De kroonjuwelen van Bries tot nu toe zijn de twee Hic Sunt Leones-bloemlezingen met jong Vlaams talent. Pieter De Poortere, Olivier Schrauwen (zie portret), Philip Paquet en Serge Baeken debuteerden allemaal bij Bries.

Juni 2000: De eerste lichting van Sint-Lukas Brussel studeert af – een van de gediplomeerden is Conz (zie portret). Sint-Lukas geeft bij die gelegenheid ook een tijdschrift uit. Demo wordt een jaarlijkse publicatie met werk van studenten Beeldverhaal.

November 2000: Johan Stuyck, docent in de afdeling Reclamevormgeving van Sint-Lukas Brussel, richt uitgeverij Oogachtend op. Het eerste product wordt Ink., een verzorgd trimestrieel stripblad waarin vooral de jonge garde van Sint-Lukas zijn ei kwijt kan. Kort nadien begint Oogachtend ook soloboeken uit te geven. Stuycks oud-studente Ilah bijt de spits af met Cordelia.

Oktober 2001: Het Vlaams Fonds voor de Letteren werkt een subsidiebeleid voor de strip uit, met in eerste instantie een karig budget van 100.000 euro.

December 2001: Cultuurminister Anciaux kondigt op het festival van Turnhout aan dat de tweejaarlijkse festivalprijs Bronzen Adhemar de eretitel Vlaamse Cultuurprijs voor strip zal krijgen. Twee jaar later wordt die voor het eerst uitgereikt, aan Dick Matena ( De avonden).

Maart 2003: Op het Parijse Salon du Livre wordt een brochure met werk van 22 Vlaamse stripmakers gepresenteerd, later dat jaar volgt een reizende tentoonstelling. Met resultaat: Olivier Schrauwens debuut My Boy verschijnt onmiddellijk in het Frans.

Januari 2004: Het atelier van Sint-Lukas Brussel mag zich voorstellen met een expo op het stripfestival van Angoulême. Nix en Johan De Moor brengen er ook een komische twomenshow in een zorgvuldig nagebouwd Vlaams klaslokaal en maken van de kleine Vlaamse stripschool de talk of the town.

December 2005: De organiserende vzw van Strip Turnhout weekt een jaarlijkse subsidie van maar liefst 200.000 euro los bij de Provincie Antwerpen – meer dan het totale stripbudget van het Vlaams Fonds voor de Letteren. De vzw besteedt het geld o.m. aan een tweede editie van de bloemlezing Hic Sunt Leones.

April 2006: Het Vlaams Fonds voor de Letteren verhoogt het aantal werkbeurzen voor auteurs van 10 naar 18 en het aantal productiebeurzen voor uitgevers van 4 naar 9. Het budget wordt opgetrokken tot 137.000 euro.

September 2006: De Vlamingen scoren goed op de uitreiking van de Nederlandse Stripschap-penningen. Fritz Van den Heuvel en Simon Spruyt kapen de prijs voor de beste Nederlandse jeugdstrip weg met De Bamburgers; Esther Verkest van Kim wordt beste album in de categorie Nederlands avontuur en amusement. In de categorie jeugdstrip zijn zelfs alle drie de nominaties Vlaams.

Januari 2007: Nix, vorig jaar als eerste Vlaming in elf jaar genomineerd in Angoulême, krijgt opnieuw een nominatie. Ook zijn oud-leerling Olivier Schrauwen komt met My Boy dicht bij een prijs. Critici van Libération tot Comicsreporter.com juichen het nieuwe talent toe. Het debuut van Judth Vanistendael (zie portret) wordt al aan buitenlandse uitgevers gesleten nog voor het in het Nederlands verschenen is.

(G.M.)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content