Donderdag 27/9, 23.10 – Canvas

In Gas Station trok documentairemaker Luc Vrydaghs naar benzinestations over de hele wereld en voor Madagascar ging hij kamperen op het gelijknamige eiland. Voor de opnames van zijn nieuwste film F. Deneyer is hij een stuk dichter bij huis gebleven: Vrydaghs ging naar de Marollen, om er maandenlang een begrafenisondernemer te volgen. ‘Een paar jaar geleden heb ik maandenlang in Congo gezeten, samen met Rudi Vranckx’, zegt Vrydaghs. ‘Heel moeilijke opnames. Toen ik terugkwam, was ik echt toe aan herbronning, en zocht ik een onderwerp dicht bij huis. Op een dag reed ik achter een begrafeniswagen aan en dat zette mij aan het denken, over mijn eigen dood en begrafenis, over hoe dat onderwerpen zijn waar we zo weinig mogelijk over praten. En ik dacht: misschien moet ik eens een begrafenisondernemer volgen.’

Was die gemakkelijk te vinden?

LUC VRYDAGHS: Het heeft ongelooflijk lang geduurd vooraleer ik de juiste persoon vond én toestemming kreeg om te filmen. Als ik bijvoorbeeld bij een afdeling palliatieve zorgen polste wat mogelijk zou zijn, voelde ik mij een halve crimineel. Tot er op een bepaald moment iemand zei dat er misschien een interessante figuur in Brussel zat, begrafenisondernemer Francis Deneyer. ‘Maar die gaat niet willen meewerken’, kreeg ik er meteen bij te horen.

Je hebt hem toch kunnen overtuigen.

VRYDAGHS: Ja, het klikte ook vrijwel meteen tussen ons. Deneyer is net als ik een directe man, hij zegt wat op zijn hart ligt. Hij kan ook geweldig grappig zijn, hij zei soms zaken waarvan ik dacht: ‘Dat vertel je toch niet als begrafenisondernemer?’ Maar dat bleek zijn tactiek om mensen die net iemand verloren hebben te helpen om in het leven te blijven staan. Tegelijkertijd gaat hij heel zorgzaam om met de mensen die bij hem komen. Deneyer is soms bot, maar hij zal alles voor de mensen doen: vergeet niet dat hij in een arme buurt in Brussel werkt.

God zal hem belonen, zegt hij ergens in jouw film. Het is een gelovig man?

VRYDAGHS: Omdat hij al zo veel mensen naar de hemel heeft gestuurd, voegt hij er meteen grijnzend aan toe. Deneyer gaat heel respectvol om met geestelijken en houdt zichtbaar van de gewijde sfeer die in kerken hangt, maar verder is hij door en door een atheïst. Hij zal inmiddels tachtig jaar oud zijn, maar hij blijft doorwerken tot hij er zelf bij neervalt.

En voor dat geval heeft hij zelfs al een kist klaarstaan?

VRYDAGHS: Klopt, die heeft hij jaren geleden gekocht bij de uitverkoop van zijn overburen, ook begrafenisondernemers. Een fraaie eikenhouten kist die gewoon tussen de andere staat bij hem in de toonzaal. Soms kiest iemand die eruit en dan zegt Deneyer dat ze niet te koop is: ‘Die kist is voor mij.’ Hij wil bij zijn vrouw begraven worden. Zijn naam staat zelfs al mee op haar grafsteen, iets wat blijkbaar niet ongebruikelijk is.

Jouw documentaires zijn altijd zeer meeslepend. Kosten ze bloed, zweet en tranen om te maken?

VRYDAGHS: Na een jaar stond ik bij deze film op het punt om ermee te kappen. Gelukkig heeft een nieuwe producer mij toen nieuwe moed gegeven. Je moet voor dit vak uit hard hout gesneden zijn. Maar is er een alternatief? In Congo heb ik geleerd dat meedraaien in een grote productie mij niet ligt. Voor Canvas trek ik er weer in mijn eentje op uit. Aanvankelijk wou ik naar Papoea-Nieuw-Guinea, maar dat bleek onmogelijk zonder vijf mensen mee te nemen. Na een beetje rondkijken, is Nicaragua mijn uiteindelijke bestemming geworden.

(H.V.G.)

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content