Elke zondag, 21.15 – één

Wie blijft kijken, zal beloond worden’, zo liet regisseur Frank Van Passel na de eerste aflevering van De Smaak van de Keyser in de krant optekenen, toen sommige kijkers klaagden dat het verhaal te traag op gang kwam. Het is een filosofie waarin ik me wel kan vinden: veel goede tv-series blazen je immers niet meteen van je sokken en kruipen pas na een paar weken onder je huid. Vandaar dat ik ervoor koos om de niet echt indrukwekkende openingsaflevering van de reeks te negeren, en De Smaak van de Keyser de kans gaf om te groeien.

We zijn nu echter vijf afleveringen ver – en dus halverwege – en ik moet toegeven dat de serie mijn geduld nog altijd veeleer op de proef stelt dan beloont. In die mate zelfs dat ik begin te vrezen dat de scheve situatie niet meer recht getrokken kan worden en dat De Smaak van de Keyser zal moeten plaatsnemen bij die andere tv-reeksen die de voorbije jaren als ‘prestigieuze kwaliteitsserie’ aangekondigd werden, maar dat label op het einde niet meer verdienden, zoals Katarakt of het gruwelijk overschatte Matroesjka’s.

Dat is jammer, aangezien een groot deel van de uitgebreide cast uitstekend staat te acteren, het verhaal bij momenten mooi in beeld wordt gebracht en de ambitie – zeven decennia Belgische geschiedenis samenvatten in tien uur familiedrama – lovenswaardig is. Het probleem van De Smaak van de Keyser is echter dat het scenario veel te mager is om het geheel te schragen, en het is precies dat wat aflevering na aflevering steeds sterker tot uiting komt.

In het deel dat zich afspeelt in de jaren 30 en 40 valt het zwakke script nog het minst op, omdat de achtergrond van de Tweede Wereldoorlog het verhaal wat spankracht meegeeft. Het drama van de Duitse inval en de bezetting is echter ook niet meer dan een laagje vernis, en met het gedoemde koppel Helena en Alfred heb ik nog geen moment echt meegeleefd. Bovendien waren sommige scènes zo over the top – Alfred die over de omheining van het krijgsgevangenenkamp kruipt om een bloemetje te plukken bijvoorbeeld – dat ze de rest mee naar beneden trokken.

Het is echter vooral in het hedendaagse luik dat De Smaak van de Keyser steken laat vallen, en niet alleen omdat sommige personages blijkbaar verbazend goed geconserveerd zijn. Veel van de verhaallijnen komen erg geforceerd over, alsof men per se even veel tijd aan het heden wilde besteden en daarom snel wat extra wendingen heeft verzonnen. Ik denk hier bijvoorbeeld aan de ontluikende romance tussen de jonge Alessandra en Alfreds achterneef Ruben. Het is daarom wellicht ook geen toeval dat het net in dat luik is dat de acteurs het minst van al voor de dag komen: je zult immers maar Kevin Janssens heten en een personage als Mario voor je voeten krijgen, een ‘latin lover’ die geheel uit clichés is opgetrokken en zo goed als niets aan het verhaal toevoegt.

De Smaak van de Keyser kan in de tweede helft van de reeks natuurlijk nog een remonte beleven, maar als ze met zulke slappe ingrediënten alsnog straf spul willen brouwen, zullen de makers toch uit een heel ander vaatje moeten tappen.

Door Stefaan Werbrouck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content