DE RAPREVOLUTIE VAN DRIE BLANKE ETTERS

Precies dertig jaar geleden verscheen Licensed to Ill, het debuut van de Beastie Boys, een album dat niet alleen de hiphop, maar de hele muziekgeschiedenis grondig dooreenschudde. Een reconstructie.

‘Three jerks make a masterpiece’, kopt The Village Voice midden november 1986 boven een review van Licensed to Ill van de Beastie Boys. De jerks in kwestie zijn drie vrienden van goede, Joodse komaf, tot rappers omgeschoolde punks die op het punt staan hiphopgeschiedenis te schrijven.

***

Terug naar 1981. New York herstelt langzaam van een economische crisis die in de stad resulteerde in een drugs- en misdaadepidemie. Ondergronds bloeien de muziek- en de kunstwereld. Punk, disco, new wave en jazz verbroederen downtown in de vele kleine clubs en galeries. In een van die clubs, Tier 3, hebben enkele jaren eerder de paden van Adam ‘MCA’ Yauch en Michael ‘Mike D’ Diamond elkaar voor het eerst gekruist. Diamond speelt drums in een punkgroepje, Young Aborigines, samen met gitarist John Berry en percussioniste Kate Schellenbach. Wanneer Yauch hen op bas vervoegt, promoveert Diamond tot zanger. De nieuwe bezetting krijgt een nieuwe naam: Beastie Boys, ‘de stomste naam die we konden bedenken’, aldus Yauch, veel later in een interview met muziekblad Spin. Op zijn zeventiende verjaardag spelen de Beastie Boys hun eerste concert.

Thurston Moore van Sonic Youth herinnert zich die eerste incarnatie van de groep nog: ‘De Beasties waren geen straatschorem, ze hadden meer edge dan anderen. Hun gevoel voor humor was iets gesofisticeerder, en Mike D was een skinny kid die constant door de lucht sprong en als een klein, schreeuwend vogeltje weer op het podium viel.’

De hardcorepunkscene, waar de piepjonge Beastie Boys in het voorprogramma spelen van bands als Bad Brains en Circle Jerks, staat ver van het nest waarin Diamond opgroeide. Pa is een van de meest gerenommeerde kunsthandelaars in New York, ma een binnenhuisarchitecte. Zijn interesse in muziek is aangewakkerd op Saint Ann’s, een progressieve privéschool in Brooklyn.

Ook Adam Yauch heeft zijn wortels in de gegoede middenklasse van de Big Apple, als zoon van een architect en een schooldirectrice. Vader Noel Yauch, in een interview met de Los Angeles Times in 1987, een jaar na de release van Licensed to Ill: ‘Het is grappig. Toen ik zo oud als Adam was, kwam ik naar New York om abstract kunstschilder te worden en hadden mijn ouders geen flauw idee wat ik wilde aanvangen met mijn leven. Ze dachten dat ik gek was. De geschiedenis lijkt zich nu te herhalen: de woorden die uit m’n mond willen komen, zijn de woorden die mijn vader destijds tegen me sprak. En ik probeer ze niet te zeggen.’

***

Beastie Boys 0.1 releasen in 1982 hun eerste en enige ep, Polly Wog Stew, op een lokaal indielabeltje. De acht, korte en krachtige punkuppercuts trekken de aandacht van een andere leeftijdsgenoot uit het Joodse artistieke milieu: Adam ‘Ad-Rock’ Horovitz, zoon van Israel Horovitz, succesvol toneelschrijver en scenarist, en Doris Horovitz, kunstschilder en eigenares van een tweedehandswinkeltje in de West Village. Zoonlief frequenteert met zijn bandje The Young and the Useless dezelfde undergroundcirkels als de Beastie Boys. Wanneer Beastie-gitarist John Berry er de brui aan geeft, vindt het overgebleven trio in Horovitz een geschikte vervanger. En dan ontdekken ze hiphop.

‘We luisterden veel naar Grandmaster Flash, The Sugarhill Gang en Funky Four’, aldus percussioniste Kate Schellenbach. ‘Clubs als The Roxy en Danceteria waren populair, en iedereen was plots bezig met graffiti, breakdancen en raps schrijven.’ Het één en ander resulteert in Cooky Puss, een voor de lol opgenomen, met scratches en gepruttel uit een drumcomputer opgeleukte collagetrack waarin de Beasties werknemers van een ijsjesfabrikant foppen aan de telefoon. Cooky Puss verschijnt in 1983 op single – met op de B-kant Beastie Revolution, een dubpastiche – en wordt opgepikt door studentenzenders in New York. Iemand in de groep oppert: ‘Misschien moeten we maar iets met hiphop doen in onze liveshow?’ En zo komt ene Rick Rubin in beeld.

Niemand lijkt het er tegenwoordig over eens te zijn wanneer en hoe precies Frederick ‘Rick’ Rubin uit Long Beach, New York, de vierde Beastie Boy werd. De toen nog baardloze, nu legendarische producer – zie Johnny Cash, Red Hot Chili Peppers, Danzig, The Black Crowes, Jay Z, Adele en vele, vele anderen – zit in zijn laatste jaar unief wanneer hij het label Def Jam opstart, bedoeld om de muziek van zijn eigen punkbandje Hose uit te brengen. Maar Rubin raakt in de ban van de ontluikende hiphopscene in New York, Hose split, en de eerste officiële release van Def Jam wordt It’s Yours van T La Rock en Jazzy Jay, in 1984.

Intussen heeft Rubin zich ook opgewerkt tot dj en officieuze spindoctor van de Beastie Boys. Ten koste van Schellenbach: ‘De invloed van Rick was moeilijk te harden. Iedereen in onze crew was heel open-minded, en Rick was een seksistisch en homofoob varken uit Long Beach of zo. Iedereen kopieerde hem, omdat ze dachten dat hij cool was, iedereen begon zich te gedragen zoals ze dachten dat een hiphopgroep zich moest gedragen: constant je kruis grijpen en enkel over meisjes lullen. Heel bevreemdend en teleurstellend.’ Wanneer Rubin alle jongens in de groep uitdost in dezelfde knalrode trainingspakken en Adidas-sneakers is de maat vol voor de enige vrouwelijke Beastie Boy.

Rick Rubin blijkt een geboren netwerker en entrepreneur. Volgens de overlevering is het acteur en filmmaker Vincent Gallo die hem introduceert bij Russell Simmons, hiphoppromotor en broer van Joseph ‘DJ Run’ Simmons, stichtend lid van Run DMC. Simmons herinnert zich het eerste contact nog goed: ‘Ik heb de Beastie Boys voor het eerst in discotheek Danceteria ontmoet, in hun sweatsuits en sneakers. They were assholes.’

Maar de contacten van Simmons en de commerciële neus plus de muzikale kennis van Rubin vormen een goede match. Def Jams tweede release, nog steeds in 1984, is de single I Need a Beat van een zestienjarige rapper uit Queens, LL Cool J. En dan volgt Rock Hard van de Beastie Boys, met centraal een (niet geclearde) sample van AC/DC’s Back in Black. Vele jaren later erkent Mike D op MTV de invloed van Rubin: ‘Rick was afkomstig van Long Island, waar heavy rock als Led Zeppelin en AC/DC meer voet aan de grond had gekregen dan in downtown New York. Het was onze wereld niet, wij kwamen uit de punkrock en wilden rechttoe-rechtaanhiphop maken. Maar Ricks idee van Led Zeppelin-met-beats stond ons wel aan, dus lieten we hem doen.’ De muzikale blauwdruk voor Licensed to Ill is zo uitgetekend, maar Russell Simmons heeft een probleem met het imago van zijn nieuwe poulains: ‘Ik had ze zien optreden in hun normale, dagdagelijkse plunje, zonder die belachelijke trainingspakken waarmee ze er probeerden uit te zien als andere hiphoppers. “Waarom kunnen jullie niet gewoon jezelf zijn, de Beastie Boys?” zei ik, en dat deden ze ook. Sindsdien trokken ze zich geen bal meer aan van hun kledij of houding, want dat waren ze vooral, kids who didn’t give a fuck.’

Na Rock Hard volgt de single She’s on It, met een videoclip waarin het viertal – ook Rubin, alias DJ Double R, krijgt een cameo – tracht te scoren bij een blondine in stiletto’s en een gouden bikini. ‘There’s no confusion, in her conclusion / She wants to waste my time and that’s no delusion’, klinkt het over een heavymetalriff. Mike D, tien jaar later: ‘Ik huiver nog als ik eraan denk. Een van de meest beschamende momenten waar we mee zullen moeten leren leven.’

***

Dat hun imago van leeghoofdige, seksistische, enkel op drank, drugs en vrouwen beluste etters een uit de hand gelopen grap was, kunnen de Beastie Boys later niet genoeg herhalen, maar in 1985 legt hun studentikoos gebral hen geen windeieren. MCA: ‘Op een dag kwam Russell binnen: “Hey, guess what? Madonna’s manager heeft me gebeld. Hebben jullie zin om samen met haar op tour te gaan?”‘ De toekomstige Queen of Pop, op dat moment aan haar tweede album Like a Virgin en haar eerste grote tournee toe, kende de Beastie Boys van haar periode als dienster en danseres in Danceteria, en was de gedachte van drie provocerende, vuilgebekte, met bier gooiende rapnozems in haar voorprogramma blijkbaar genegen. Haar jong, voornamelijk vrouwelijk publiek – in Madison Square Garden waren ze met 15.000 – dacht daar anders over. Madonna, vorig jaar nog op de talkshowsofa van Jimmy Fallon: ‘Overal waar we kwamen, werden ze uitgejouwd en met drank bekogeld. Iedereen probeerde me ervan te overtuigen de groep te laten vallen, maar ik vond ze geweldig.’ Madonna hield voet bij stuk, volgens Ad-Rock ‘omdat iedereen na onze show zo blij was om haar te zien’, en bouwde zo mee aan de balorige, maar steeds sterker wordende reputatie van de Beastie Boys. Russell Simmons: ‘Elke avond zorgden ze ervoor dat 95 procent van de toeschouwers hen haatte, maar de overige vijf procent at uit hun hand en werd fan.’

Na de tour met Madonna vervoegt het trio Def Jam-collega’s Run DMC op hun internationale tournee ter promotie van hun derde album Raising Hell, samen met rapact van het eerste uur Whodini en LL Cool J. De Grote Test: overleven drie blanke rappers een overwegend zwart hiphoppubliek? In een oud radio-interview met ABC, te vinden op YouTube, krijgt MCA de vraag: ‘Zijn jullie de enige blanke rappers, rappers voor de chique buitenwijken, zoals sommigen beweren?’ MCA: ‘Misschien zijn we wel de enige blanke rappers, op plaat althans, maar wie zoiets beweert, is een absolute debiel en kent niks van rap. Wij maken soul hardcore b-boy music en geen sucker music (…) In New York treden we, samen met iemand als Kurtis Blow, op in de verste achterbuurten van Queens. Niet bepaald buitenwijken waar chic volk woont, maar het meest hardcore urban publiek dat er is.’

De Beasties krijgen bijval van Run DMC, die zeggen dat ’them white boys’ echt de aandacht van hun publiek konden vasthouden. Chuck D van het militante Public Enemy, ook in de Def Jam-portefeuille, out zich als fan. Tijdens hun bijzetting in de Rock and Roll Hall of Fame in 2012, roemde Chuck D het trio zelfs als revolutionairen: ‘Geen Eminem en Jay Z zonder LL Cool J en de Beastie Boys. Eminem en Jay Z zijn evolutie. De revolutie, dat is LL en de Beastie Boys. En na dertig jaar in de hiphop weet ik waarover ik spreek, aight?‘ Maar nu lopen we vooruit op de zaken.

***

15 november 1986. Licensed to Ill verschijnt op Def Jam, dat inmiddels een distributiedeal met het roemrijke Columbia Records heeft weten te versieren. Het scheelt niet veel of de plaat had Don’t Be a Faggot geheten, een idee waar de hoge piefen bij Columbia (gelukkig) een stokje voor steken.

De gein begint al op de hoes: een Boeing 727, het type waar Led Zeppelin ooit mee tourde, met het Beastie Boys-logo die te pletter gevlogen is tegen een rotswand. Het staartnummer is 3MTA3, wat in spiegelbeeld leest als ‘eat me’. En als je de opengeklapte hoes verticaal bekijkt, kun je er makkelijk een gedoofde joint in zien.

De samples waarmee Rubin tracks als Rhymin & Stealin,She’s Crafty, Slow and Low and Time to Get Ill aankleedt komen van gitaargroepen als Black Sabbath, AC/DC, Steve Miller Band en Creedence Clearwater Revival, maar ook uit soul- en funktracks van Kool & The Gang, Barry White, War en The Jimmy Castor Bunch. De gitaarriff in single No Sleep till Brooklyn wordt gespeeld door Kerry King van Slayer, een jonge metalband waarmee Rubin op hetzelfde moment als Licensed to Ill ook een studio deelt. Rock verenigen met rap, het grote meesterplan van Rubin – zie ook Walk This Way van Run DMC en Aerosmith, in datzelfde jaar – is een commercieel schot in de roos: Licensed to Ill schiet met vier miljoen verkochte exemplaren naar de top van de Amerikaanse albumlijsten, het is het eerste hiphopalbum op nummer één, en de snelst verkopende langspeler ooit voor Columbia. Door de Beastie Boys is hiphop niet langer het exclusieve terrein van zwarte achterbuurten, maar ook dat van blanke huiskamers en mainstreammedia.

Journalist Sasha Frere-Jones, die met Mike D nog de schoolbanken van Saint Ann’s heeft gedeeld, verklaart hun succes als volgt: ‘De Beasties braken door op twee fronten omdat ze duidelijk affiniteit met zwarte muziek hadden, maar zichzelf ook eerlijk presenteerden als Joodse middle-class kids. Ze probeerden niet iets te zijn dat ze niet waren.’ Michael Berrin, alias MC Serch van het etnisch gemengde raptrio 3rd Bass, denkt daar anders over: ‘Voor mij waren ze de antichrist. Ze gingen nooit naar de hiphopclubs in Harlem of naar Union Square, zoals ik. Ik was een blanke MC die zijn leergeld betaalde via wat ik als de geijkte hiphopkanalen beschouwde, terwijl zij zomaar met Run DMC op tour mochten. Voor mij waren de Beastie Boys het slechtst mogelijke rampscenario voor de hiphopcultuur.’

Hoe dan ook, de Beastie Boys zijn niet uit de media weg te branden. Wanneer ze op tournee vertrekken – met halfnaakte go-go-danseressen in ijzeren kooien en een dertig meter lange, opblaasbare fallus – steken ze in hun koffer Hammer of the Gods, de beruchte tourbiografie van Led Zeppelin, bij wijze van handleiding. Het spoor van ondergelopen hotelkamers, kapotte televisietoestellen, concertrellen, arrestaties en opstootjes met fans kent een hoogtepunt in Columbus, Georgia, waar het lokale bestuur in 1987, drie weken na de doortocht van de Beastie Boys, een ‘antiobsceniteitenwet’ goedkeurt. Zelfs hun labelmaatje LL Cool J vindt het welletjes: ‘De Beastie Boys hebben een hele winter over het hele land amok gemaakt, en nu pakt de politie rappers nóg harder aan. Nu arresteren ze me wanneer ik mijn liedje I Need Love zing! Ik ben niet kwaad of zo, maar ik zou willen dat ze niet als kiekens zonder kop rondlopen en het zo moeilijker maken voor de rest. Ze gedragen zich als kleine kinderen. They need some self-control.’

***

Wanneer de Beastie Boys en hun gevolg neerstrijken in Engeland is er van zelfcontrole niet veel te merken. Russell Simmons zet tijdens een persconferentie zelfs een gevecht in scène tussen MCA en Jam Master Jay van Run DMC: ‘We stonden op elke voorpagina ter wereld. De Beasties deden het voor de lol, ik deed het omdat het geld ging opleveren.’ Het resultaat is nóg meer rellen, én nog meer krantenkoppen die moord en brand schreeuwen. ‘Filthy Beasties’, kopt de Daily Star. ‘They enter Britain as the most notorious group since the Sex Pistols’, schrijft The Guardian. Britse parlementsleden wil het trio hun werkvergunning afnemen, wat hen in The Times een vergelijking oplevert met Elvis Presley, die ooit van podia werd geweerd wegens ‘provocerende’ bewegingen. Tijdens het laatste Britse optreden van de tour, in Liverpool, moet Ad-Rock de rondvliegende flessen afweren met een baseballbat – de show wordt al na 10 minuten stilgelegd. De dag nadien wordt hij – onterecht – gearresteerd wegens geweldpleging op twee vrouwelijke fans. Hij spendeert twee dagen achter de tralies. Wanneer de groep opnieuw thuis is, zijn ze depressief. MCA: ‘Ik was vooral kwaad op Rick Rubin – Def Jam voer een heel egoïstische koers. We werden elkaar moe, we waren moe van het touren, zelfs van de band en wat die vertegenwoordigde. We schaamden ons dat we deel uitmaakten van dat hele gedoe en besloten een poos uit elkaars buurt te blijven.’ De lol is eraf, de party is voorbij. De Beastie Boys vechten enkel nog om te overleven.

***

Wat volgt: de Beasties breken met Rubin en Def Jam, wegens het niet uitkeren van royalty’s en artistieke meningsverschillen. Rubin start American Recordings en verkoopt zijn aandelen in Def Jam aan Russell Simmons, die het label verder uitbouwt tot het eerste grote hiphopimperium.

Tien jaar nadat Rubin en de Beastie Boys rock hebben laten rijmen met rap ontstaat, als rechtstreeks gevolg daarvan, de nu metal. Fred Durst van Limp Bizkit: ‘These crazy punks partied with hiphop and it came out like rock-‘n-roll. Iedere blanke kid die ik kende, werd toen een Beastie Boysfreak.’

Rond diezelfde periode staat in Detroit een blanke rapper op die de wereld zal veroveren: Eminem. Veel later zegt hij: ‘Ik denk dat het overduidelijk is hoe belangrijk de invloed van de Beastie Boys was voor mij en vele anderen. Ze waren baanbrekend, ze waren pioniers.’

En de Beasties? Die trekken zich na alle heisa rond Licensed to Ill terug in Los Angeles, tekenen een nieuw platencontract met Capitol, en beginnen eind jaren tachtig, samen met de producerstandem The Dust Brothers, te werken aan hun volgende plaat, het compleet uit samples opgetrokken, psychedelische Paul’s Boutique (1989), ‘de Sergeant Pepper’s van de hiphop’, volgens Rolling Stone. Daarna volgen de hitalbums Check Your Head (1992) en Ill Communication (1994), werelddominantie, een iconische status, politiek activisme, boeddhisme en eeuwige jeugd. Tot Adam Yauch in 2012, na een verloren strijd tegen kanker, voor een laatste keer de mic dropt, voor eeuwig ‘cool as a cucumber in bowl of hot sauce’.

LICENSED TO ILL

Opnieuw helemaal vers van de platenpers te krijgen.

door Jonas Boel

‘Ik heb de Beastie Boys voor het eerst in discotheek Danceteria ontmoet, in hun sweatsuits en sneakers. They were assholes.’ DJ Run (Run DMC)

‘De Beastie Boys speelden mijn voorprogramma. Overal waar we kwamen, werden ze uitgejouwd en met drank bekogeld. Iedereen probeerde me ervan te overtuigen hen te laten vallen, maar ik vond ze geweldig.’ Madonna

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content