In zijn nieuwste film kiest de immer geëngageerde Stephen Frears (65) eens niet de kant van de verdrukten, maar die van een van de rijkste vrouwen ter wereld: Queen Elizabeth II.

Het Britse koningshuis: het is een ander onderwerp dan we van je gewoon zijn. Was het een moeilijke aanpassing?

Stephen Frears: Toch wel, ja. Vooral de grappen liggen moeilijk. Aangezien je met bestaande figuren te maken hebt, zit je bijna meteen in de karikaturale sfeer en dat wilde ik vermijden. In het eerste script zat meer humor, maar uiteindelijk vond ik dat te gemakkelijk. Een koningshuis zit sowieso al vol silly personages. Hen menselijk en tragisch maken: dàt is pas een uitdaging. Zeker voor een frivool en ondeugend type als ik.

Je gaat als filmmaker dus niet extra voorzichtig om met royals?

Frears:Should I? Ik hoef alleen verantwoording af te leggen tegenover de kijker en de geschiedkundige feiten. Wat de koninklijke familie van de film denkt, zal me worst wezen. Natuurlijk zijn het mensen van vlees en bloed en hebben ze ook hun gevoelens en recht op privacy. Vandaar dat ik ze niet op een gratuite manier belachelijk wilde maken. Maar verder heb ik mezelf op geen enkel moment gecensureerd. Alleen Charles’ kinderen – de prinsen Harry en William – liet ik buiten beeld. Dat blijven tenslotte twee jongetjes die hun moeder hebben verloren, dus was enige tact daar op zijn plaats.

Heeft de koninklijke familie de film gezien?

Frears:(haalt de schouders op) Wie weet? Hij loopt in de bioscoop en als ze hun bezoek aankondigen, komen ze er wellicht zelfs gratis in.

Hoe zou je Elizabeth II typeren?

Frears:(denkt na) Koppig, koel en afstandelijk, al heeft ze ook wel iets sympathieks. Omdat ze al van kindsbeen af in de rol van koningin werd geduwd en omdat ze al die tijd voor haar familie is blijven opkomen. Het is een bijzondere vrouw die bijzondere tijden heeft meegemaakt, de motor van de Britse monarchie, de matriarche die het instituut bijeenhoudt. Het is niet iemand waarmee ik op vakantie wil, maar een avondje stappen moet kunnen. Alhoewel. (grijnst)

Je bent zelf dus geen monarchist?

Frears: Als Brit vind ik die vraag érg abstract. Heb ik ooit een keuze gehad?

Maar wat is je persoonlijke mening?

Frears: De monarchie is een redelijk ridicuul instituut, maar het is wel een stabiliserende factor. Zolang ze geen reële politieke macht heeft, heb ik er vrede mee. Mijn ultieme nachtmerrie blijft namelijk een republiek met Blair als president. In 1997 was Blair misschien nog niet ontmaskerd als een leugenachtige populist of als het schoothondje van Bush. Maar hij had toen wel al zijn ziel verkocht aan de fascistoïde mediamagnaat Rupert Murdoch. Neem het me vooral niet kwalijk, maar aan dat gluiperige mannetje heb ik altijd een rothekel gehad. Voor mij is Blair de kruisbestuiving tussen Bambi en Stalin.

Vermoedelijk heb je dus niet op hem gestemd.

Frears: Ik ben sinds 1979 niet meer gaan stemmen. Omdat ik nog amper verschil zie tussen Labour, Tories en liberalen. En de rest zijn fundamentalisten, racisten of idioten.

‘The Queen’ speelt zich af in de week na Diana’s dood, toen Elizabeth fel werd bekritiseerd om haar koele reactie. Heerste er toen een antimonarchistisch sfeertje?

Frears: Ik was in de States toen Lady Di overleed. Hoe de sfeer precies was, kan ik je niet vertellen maar een revolutionair volk zijn we nooit geweest. Zelfs in die bijzondere week was er amper sprake van antiroyalistisch sentiment. Het was wel zo dat Elizabeth voor het eerst openlijk kritiek te verwerken kreeg en dat Blairs populariteit piekte. Toch bleef het zelfs op dat moment not done om het afschaffen van de monarchie ter sprake te brengen.

De titel van de film had evengoed ‘The Queen and The Prime Minister’ kunnen zijn.

Frears: Ik heb anderhalf jaar geleden al een tv-film voor Channel Four gemaakt over Tony Blair, ook met acteur Michael Sheen trouwens. Over zijn politieke opmars en zijn verkiezing tot premier. The Deal heette die. In zekere zin is dit een sequel, dus is het logisch dat Blair opnieuw een prominente rol speelt. Alleen vond ik The Deal 2 niet zo’n goeie titel. Het klinkt als een gangsterfilm. (gniffelt)

Wat is echt en wat is fictie in ‘The Queen’?

Frears: Beide lopen dooreen. We hebben de film maandenlang geresearcht en zelfs de befaamde BBC-historicus en documentairemaker Adam Curtis heeft meegewerkt als adviseur. Alleen gebruikt een scenarist natuurlijk zijn fantasie omdat hij in de eerste plaats een goed verhaal moet vertellen. Wat de koningin écht tegen haar gemaal zei voor het slapengaan? Naar dat soort dingen hebben we het raden, maar we kunnen op basis van het archiefmateriaal en de getuigenissen wél een psychologisch profiel van haar maken en dus een plausibele interpretatie brengen. Dito voor Blair en de andere personages. Vandaar dat we er ook echte journaalbeelden van Di’s dood en die mensenmassa’s voor Buckingham Palace in gestopt hebben, om het spel met feit en fictie zo ver mogelijk door te drijven. Alleen blijft het een fictiedrama en géén docudrama, want daar heb ik een hekel aan.

Is dit geen vreemd onderwerp voor je? Met sociale films als ‘My Beautiful Laundrette’, ‘The Snapper’ en ‘Dirty Pretty Things’ sta je toch vooral bekend als working class-chroniqueur?

Frears: Ik vond het een interessant verhaal waar een zekere shakesperiaanse tragiek in zit. Bovendien biedt het een kijk op een brok geschiedenis en de toestand van mijn land. De film gaat in essentie over de gemediatiseerde tijden waarin we leven en wat dat betreft zitten alle klassen in hetzelfde schuitje. Je mag niet vergeten dat ik de koningin al mijn hele leven ken. Op een freudiaanse manier is ze zelfs een beetje mijn moeder, die van alle Britten trouwens. Er valt in Groot-Brittannië gewoon niet aan te ontsnappen. Daarnaast blijf ik afhankelijk van de scenario’s die ik aangeboden krijg, en dat ging dit keer nu eenmaal niet over de working classes.

Hoe werd de film ontvangen in het Verenigd Koninkrijk?

Frears: Verbazend positief. Niemand valt me aan. Men blijft zelfs maar zeuren over hoe goed we het allemaal hebben weergegeven. (ironisch) Ik ben er eigenlijk een beetje beschaamd over.

Helen Mirren doet het dan ook fantastisch. Was het jouw idee om haar te casten?

Frears: Ik heb nooit een andere actrice overwogen. Helen is fantastisch en een plezier om mee te werken. Bovendien lijkt ze ook een beetje op de koningin. Niet zozeer fysiek, maar ze heeft dat verhevene, dat afstandelijke en dat licht intimiderende. She’s completely up there.

door Dave Mestdach

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content