‘DE MENSEN WETEN NIET OF JE FRANS, BRITS OF – ERGER NOG – BELGISCH BENT’

MICHAEL LONSDALE: 'Priesters en monniken afwisselen met een superschurk in een Bondfilm: fantastisch, toch?'

Naar aanleiding van zijn rol in Bouli Lanners’ nieuwste film, Les premiers les derniers, huldigt Cinematek de bekendste ringbaard uit de filmgeschiedenis met een filmcyclus. Zijn naam zegt u misschien niets maar wie de afgelopen zestig jaar wel eens naar de bioscoop is gegaan, heeft sowieso íéts gezien uit Michael Lonsdales indrukwekkende filmografie. ‘Ik nam vroeger álles aan wat me aangeboden werd.’

‘Voor je dertigste ga jij het niet maken want niemand kan jou plaatsen. De mensen weten niet of je nu Frans bent, Brits of – erger nog – Belgisch.’ Aan het woord is Tania Balachova, de (destijds overigens met een Belg getrouwde) Franse actrice van Russische afkomst die Michael Lonsdale (84) zijn timiditeit deed overwinnen en hem alles geleerd heeft wat er over het acteursvak te leren valt. In het Parijs van de late jaren 40 gaf Balachova een acteeropleiding die steunde op de methode van Konstantin Stanislavski en die dus heel erg leek op wat Elia Kazan en Lee Strasberg op hetzelfde moment in New York deden met de Actors Studio. En waar Strasberg acteurs als Marlon Brando, Montgomery Clift en andere grote namen van de naoorlogse Amerikaanse cinema afleverde, deed Balachova dat met die van de Franse.

Toen Lonsdale bij haar in de leer ging, was hij nog een verlegen twintiger, maar hij had wel al een stukje van de wereld gezien. Michael Lonsdale werd in 1931 in Parijs geboren als zoon van een Franse moeder en een Britse vader, maar bracht zijn eerste jaren door op het eiland Guernsey en in Londen. In 1935 vertrokken de Lonsdales naar Casablanca, waar ze tot na de oorlog zouden blijven. Ze hadden het er niet breed, maar Lonsdale werd er wel verliefd op de cinema. George Cukor, John Ford, Howard Hawks, Michael Curtiz… Lonsdale zag ze allemaal in de bioscopen van de grootste stad van Marokko. ‘Ik heb zelfs Casablanca in Casablanca gezien’, vertelt hij Knack Focus. ‘Grappig hoor, want uiteraard zag in het echt niemand eruit als de mensen in die film.’

Lonsdale besluit dan en daar om acteur te worden. En nu mag zijn naam na zestig jaar en dik tweehonderd films niet de bekendste zijn, kent u veel andere acteurs die zowel met Samuel Beckett, Orson Welles als Steven Spielberg hebben samengewerkt, plus als Bond-schurk zijn opgedraafd? Didn’t think so. Acht zalige momenten uit een heel lange carrière.

THE TRIAL

Orson Welles, 1962

‘Ik nam vroeger alle rollen aan die mij aangeboden werden. Ik moest toch de kost verdienen?’ aldus Lonsdale over het begin van zijn carrière. Een van die rollen werd hem wel aangeboden door de legendarische Orson Welles, die hem in The Trial, zijn verfilming van Kafka’s Het proces,laat opdraven als priester. ‘Welles had een acteur nodig die Engels sprak en had Anthony Perkins eropuit gestuurd om mij in het theater te komen bekijken. Toen ik ’s avonds thuiskwam, had mijn Spaanse huishoudster, die amper Frans kon, een briefje klaargelegd: “Appelez Mr. Wallis, urgent!” Dus ik dacht dat het een grap was toen ik aan de andere kant van de lijn die bekende stem hoorde donderen: “I am Orson Welles.”‘

LA MARIÉE ÉTAIT EN NOIR

François Truffaut, 1968

Of hij het deed om de profetie van zijn vroegere toneelleerkracht te doen uitkomen, is niet bekend, maar Lonsdale brak pas na zijn 35e echt door, dankzij François Truffaut. In diens Kill Bill avant la lettre, La mariée était en noir, is Lonsdale een van de slachtoffers van de door Jeanne Moreau gespeelde bruid die wraak neemt op de mannen die haar kersverse echtgenoot hebben vermoord. En nog datzelfde jaar kruipt de kameleon van de Franse cinema voor Truffaut in de huid van Georges Tabard, een schoenenverkoper die een privédetective inhuurt om te weten te komen waarom niemand van hem houdt. ‘Dat was de eerste keer dat ik kon improviseren op een filmset. Baisers volés (1968) is overigens deels opgenomen in het Parijse appartement waar ik nog steeds woon.’

THE DAY OF THE JACKAL

Fred Zinnemann, 1973

Het succes van de Truffaut-films (én van Louis Malles voor een Oscar genomineerde oorlogs- annex opgroeidrama Le souffle au coeur (1971), waarin hij een van zijn vele priesterrollen speelt) liet Lonsdale toe voortaan gewaagder materiaal, zoals Jacques Rivettes meer dan twaalf uur durende film-fleuve Out 1 (1971), te koppelen aan grotere, internationale producties. Een beklijvend voorbeeld daarvan is Fred Zinnemanns terreurthriller The Day of the Jackal, over een Britse huurmoordenaar die in opdracht van gedesillusioneerde legionairs een aanslag beraamt op president De Gaulle. ‘Ik heb een groot risico genomen met Zinnemann. Hij had me eigenlijk voor een kleinere rol gevraagd omdat hij me te jong vond om Claude Lebel te spelen, de agent die de klopjacht op de Jakhals aanvoert. Maar ik hield het been stijf en zei dat hij me dan maar met maquillage ouder moest maken.’ Lonsdale won het pleit en zet een van zijn meest intense performances neer als de chronisch oververmoeide inspecteur Lebel.

INDIA SONG

Marguerite Duras, 1975

Naast Zinnemann zou Lonsdale in de jaren 70 nog samenwerken met illustere figuren als Luis Buñuel (Le fantôme de la liberté, 1974) en Joseph Losey (Monsieur Klein, 1976) maar de samenwerking die hem in die tijd het meest markeerde, was die met Marguerite Duras voor India Song. ‘Ik ging door een moeilijke periode, had mensen verloren die me na aan het hart lagen en die film heeft me erdoor geholpen.’ Als viceconsul van Lahore staat Lonsdale in India Song tegenover Delphine Seyrig, die de vrouw speelt wier promiscuïteit hij als diplomaat discreet tolereert. Ook in het echte leven is Seyrig misschien wel de vrouw die Lonsdale het meest bewondert. ‘Wat een vrouw en wat een actrice! Wat een plezier om naar te kijken.’

MOONRAKER

Lewis Gilbert, 1979

‘Ik heb geen moment getwijfeld toen men mij de rol van Bond-schurk Hugo Drax aanbood. Ik hou van extremen. Ik heb in mijn carrière een twaalftal religieuze figuren vertolkt. Fantastisch toch als je die kunt afwisselen met een personage als Drax?’ Drax is de superrijke schurk die James Bond, in een van zijn meest hallucinante avonturen ooit, de ruimte in jaagt. Lonsdale vindt met gemak de ijzige balans tussen bourgeois charme en megalomane destructiedrift. ‘Maar man, wat heeft men erover gezeurd dat ik in zo’n grote productie meedeed. Zo ging het altijd. De mensen van de Rive Gauche begrepen niet wat ik bij Bond te zoeken had en die van de Rive Droitebegrepen nooit waarom ik in het theater Beckett en Ionesco bracht.’

THE NAME OF THE ROSE

Jean-Jacques Annaud, 1986

In deze Umberto Eco-adaptatie speelt de in het echte leven ook strikt katholieke Lonsdale zijn zoveelste geestelijke. ‘Ik heb er nooit bewust voor gekozen om zoveel religieuze personages te spelen, maar sommige rollen mag je gewoon niet laten schieten.’ Zeker niet wanneer je als abt van een klooster in een soort middeleeuwse whodunit tegenover Sean Connery komt te staan. ‘Sean is geweldig. Aimabel en intelligent. Die andere daarentegen, die Amerikaan, F. Murray Abraham, was onuitstaanbaar. De opnames duurden dik vijf maanden en niemand wilde nog met hem praten omdat hij aldoor liep te zeuren. Weet je wat het grote probleem was? Hij kon niet verdragen dat Connery in een beter hotel sliep dan wij.’

RONIN

John Frankenheimer, 1998

Elke generatie haar Lonsdale. Waar hij voor veel Fransen altijd de viceconsul uit India Song zal blijven en voor anderen alleen maar Bondantagonist Hugo Drax kan zijn, is hij voor latere generaties ofwel de kale monnik uit The Name of the Rose ofwel de langharige modelbouwhobbyist die in Ronin aan Robert De Niro uitlegt wat een ronin nu precies is. Een kleine scène maar cruciaal voor de film, en in die zin een typisch Lonsdale-moment. Weinig anderen weten met zo weinig screentimezo vaak een onvergetelijke indruk na te laten. Dat is waarschijnlijk ook de reden dat Steven Spielberg hem in 2005 castte in zijn (contra)terreurthriller Munich. ‘Ik heb met Spielberg zelf pas kennisgemaakt toen ik al in de maquillagestoel zat, omdat hij daarvoor te druk bezig was. Maar de man was een plezier om mee te werken. Heel eenvoudig maar ook heel precies.’

DES HOMMES ET DES DIEUX

Xavier Beauvois, 2010

Voor Xavier Beauvois’ film over negen trappistenmonniken in een Algerijns klooster die bedreigd worden door moslimfundamentalisten mocht Lonsdale op 80-jarige leeftijd zijn eerste César, een ‘Franse Oscar’, in ontvangst nemen. Dat deed hij met de volgende woorden: ‘Wel, kleine deugniet, je hebt er je tijd voor genomen. Maar beter laat dan nooit.’ Die zelfrelativering is tekenend voor een acteur die na zovele jaren zijn vak nog steeds serieuzer neemt dan zichzelf en die overal uitdagingen blijft zoeken. ‘Ik ben wel gevraagd, hoor, voor het Franse staatstheater, de Comédie-Française, maar ik wil geen repertoire gaan spelen. Ik doe liever iets anders. Liever iets nieuws. Iets onverwachts.’

CYCLUS MICHAEL LONSDALE

Van 30/1 tot 25/2 in Cinematek. Op de openingsavond zijn Lonsdale en Bouli Lanners ook aanwezig.

LES PREMIERS, LES DERNIERS

Vanaf 24/2 in de bioscoop.

DOOR SAM DE WILDE

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content