De man die met poppen speelde

Eerste zin Ze ademde kort en snel.

Rickard Stenlander en Erik Svensson zijn een opmerkelijk politieduo: de eerste speelt oude punk tijdens het tuinieren, de tweede tuigt zichzelf graag op als gangsterrapper. Wanneer ze een bizarre moordzaak onderzoeken, kunnen ze daar eerst geen touw aan vastknopen: het slachtoffer is een studente die als een porseleinen pop werd opgemaakt en ze zou de dader hebben leren kennen via een site waarop webcamseks wordt aangeboden. Stenlander en Svensson doen een beroep op Linn Stähl, whizzkid en cryptologie-expert, om de versleutelde laptop van het slachtoffer te kraken. Linn, die een extreemlinks verleden heeft, zegt toe, ook al moet ze daarvoor haar vooroordelen tegenover de politie opzijzetten. De samenwerking heeft voor haar wel een voordeel: ze slaagt erin om geheime politiebestanden te kraken en komt zo op het spoor van haar vijand, de leider van een rechts-extremistische groepering.

Magnus Jonsson is geboren in Södermalm, de wijk van Stockholm waar ook de thrillers van Stieg Larsson zich afspelen. Net als Larsson voert Jonsson een paar opmerkelijke personages op en levert hij maatschappijkritische commentaar, maar als verhalenverteller is hij minder sterk. Gek genoeg is de verhaallijn over de poppenmoordenaar weinig interessant: te vergezocht en halfslachtig uitgewerkt. Linn Stähls verleden en haar kat-en-muisspel met de rechts-extremisten zorgen wel voor vuurwerk. De man die met poppen speelde is het eerste deel van een trilogie. Toch benieuwd naar de rest.