‘Vergeleken met hem ging Koning Midas door een moeilijke periode’, schreef ‘The Guardian’ vorig jaar over J.J. Abrams. Het was nauwelijks overdreven. De laatste jaren verandert alles wat de man aanraakt immers niet alleen in goud maar ook in macht. Als hij er nu ook nog in slaagt om van de derde ‘Mission: Impossible’ een kaskraker te maken, wordt hij op zijn veertigste definitief een van de heersers van Hollywood.

Jeffrey J. Abrams, geboren in 1966, is de zoon van een succesvolle tv-regisseur en groeit letterlijk op in Hollywood: al van jongs af aan brengt hij hele dagen door op de sets van allerlei tv-series en films. ‘Toen mijn vader een eigen kantoortje had bij een van de grote studio’s’, zegt hij, ‘leerde ik een paar van de bewakers kennen en zij lieten mij elke dag mee naar binnen. Dan zat ik daar tijdens de opnames van bijvoorbeeld Happy Days of Mork and Mindy stilletjes aan de kant, letterlijk alles op te zuigen wat ik zag. Ik was toen een jaar of acht en in mijn vrije tijd zat ik ook constant filmpjes te maken. Ik wou zo graag in Hollywood werken dat het bijna fysiek pijn deed: ik moest en zou deel uitmaken van dat wereldje.’

Enkele jaren later laat Abrams zijn universiteitsstudies schieten om scenarioschrijver te worden. Samen met een vriend pent hij zijn eerste script, dat uiteindelijk wordt verfilmd als Taking Care of Business (1990), met Jim Belushi. In de jaren daarna schrijft hij nog het scenario van Regarding Henry (met Harrison Ford) en Forever Young (Mel Gibson), vooraleer hij als rewriter gaat werken voor de filmfabriek van megaproducent Jerry Bruckheimer. Zijn grootste ‘prestatie’ daar levert hij als coscenarist van Armageddon (1998), de dwaze blockbuster met Bruce Willis over een komeet die het op de aarde gemunt heeft. Kortom: niets laat vermoeden dat er in de jongeman een groot talent schuilgaat, maar dat verandert zodra Abrams voor televisie gaat werken.

In 1998 maakt Abrams zijn debuut op het kleine scherm met Felicity, een dramareeks over een naïef meisje (Keri Russell, die nu ook in Mission: Impossible meespeelt) dat haar jeugdliefde volgt naar de universiteit en daar de stap naar volwassenheid zet. Felicity is van bij het begin een succes, zowel bij critici als kijkers, maar na één seizoen is Abrams zijn geesteskind al een beetje beu, wegens te weinig mogelijkheden. ‘Stel je voor dat Felicity een dubbelleven zou leiden als CIA-agente’, grapt hij. ‘Dát zou pas scenario’s opleveren.’ Het idee voor zijn volgende reeks is meteen geboren.

Enkele weken na de aanslagen van elf september 2001 komt Alias op het scherm, een serie over een studente (Jennifer Garner) die in haar vrije tijd bijklust als agente voor SD-6, een afdeling van de CIA. Dat denkt ze althans. Als haar vriendje afgemaakt wordt, komt ze erachter dat SD-6 eigenlijk een vijand is van de VS en klopt ze aan bij de echte CIA. Ze wordt er ingelijfd als dubbelspionne. Ondertussen loopt ze bij SD-6 nog haar vader tegen het lijf, van wie ze al een tijdje vervreemd is en van wie ze hoort dat hij ook een dubbelspion is. Als u nu al de draad kwijt bent: we geven hier niet de korte inhoud van het eerste seizoen, enkel van de eerste aflevering.

Alias werd laaiend enthousiast onthaald bij de critici, maakte van Jennifer Garner een ster en had een trouwe aanhang, maar voor het grote publiek was de reeks té ingewikkeld. Wie niet van bij het begin had gekeken, was na een paar afleveringen totaal de draad kwijt. Abrams had met Alias echter wel getoond hoe hij met een mengeling van wervelende actie, mysterieuze verhaallijnen en complexe personages van hoog niveau kon maken.

Halverwege 2004 kreeg Abrams telefoon van de president van ABC, de tv-zender die Alias uitzond. De man zag met lede ogen het succes aan van realityseries als Survivor (de Amerikaanse versie van Expeditie Robinson) en wou als tegenzet een fictiereeks maken over een groep mensen die na een vliegtuigcrash moeten overleven op een eiland. Eerst had Abrams er geen oren naar, tot hij bedacht dat het eiland misschien een vreemd geheim kon herbergen. Zijn baas stemde in en gaf hem een week om met een script voor de dag te komen. Abrams zette zich op maandag aan zijn bureau, gaf op vrijdag zijn scenario af en kreeg groen licht. Op twaalf weken tijd – en met een budget van twaalf miljoen dollar te zijner beschikking – moest Abrams het script uitschrijven, een cast en crew bij elkaar zoeken én een volledige pilootaflevering filmen. De rest is geschiedenis: Lost haalde in de VS drie keer zoveel kijkers als verwacht, werd daarna een wereldwijd fenomeen en bezorgde Abrams voorgoed de reputatie van ‘golden boy’.

Het succesrecept van Abrams is simpel. Aan de ene kant bedient hij zijn publiek op zijn wenken: hij weet dat kijkers graag een dosis ouderwetse actie en mysterie krijgen en zowel Alias als Lost bevatten dan ook zoveel raadsels en cliffhangers dat je week na week opnieuw wilt kijken. Maar de nadruk ligt bij Abrams nooit op de actie zelf maar bij de personages, die ondanks de vreemde omgeving waarin ze leven – een afdeling van de Amerikaanse spionagediensten of een exotisch eiland – toch heel alledaagse mensen zijn, met persoonlijke trauma’s, fouten en verzuchtingen. Daarom is Abrams ook een logische keuze als regisseur voor Mission: Impossible: III. Hij is erin geslaagd tv-series te maken met de grandeur van een bioscoopfilm, en nu mag hij proberen zíjn handelsmerk, de mengeling van actie en complexe personages, in een blockbuster te injecteren.

Een doordeweekse werkdag ziet er voor Abrams even complex uit als een aflevering van zijn tv-series. Als producent van Alias en Lost moet hij de opnames in goede banen leiden en alles overzien – van de scenario’s tot de montage. Tegelijk werkt hij ook aan een aantal nieuwe tv-series, waarvan er een paar dit najaar in de VS op televisie moeten komen. En tussendoor heeft hij dus ook nog Mission: Impossible: III moeten opnemen. ‘Abrams is misschien wel de meest onderbroken man die vandaag leeft’, zo schreef The New York Times onlangs, en daar is wel iets voor te zeggen. Om zoveel door elkaar te doen, moest Abrams natuurlijk keuzes maken. Volgende maand houdt Alias er in de VS na vijf seizoenen mee op. Abrams had dolgraag de laatste aflevering van de reeks geregisseerd, maar dat zat er door de release van Mission: Impossible: III niet in. ‘Het breekt mijn hart dat de serie zal eindigen zonder mij’, zegt hij zelf.

Ook het tweede seizoen van Lost draagt veel minder zijn stempel dan het eerste, omdat hij het zo druk had met de opnames van zijn film. ‘Als mensen naar mij toe komen en zeggen hoe fantastisch ze de reeks vinden,’ aldus Abrams, ‘dan moet ik altijd zeggen dat ik er eigenlijk weinig mee te maken heb. Ik ben gelukkig met het compliment, maar ik kan er de eer niet voor opstrijken.’ Maar zodra Mission: Impossible: III in de zalen loopt, gaat Abrams naar eigen zeggen meteen terug naar zijn grote liefde. ‘Eerlijk gezegd: I miss it like crazy.’

M:I:III

VANAF 3/5 IN DE BIOSCOOP

Stefaan Werbrouck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content