De perfecte moord bestaat niet, daarvan levert ‘C.S.I.’ iedere week weer het bewijs. Lijken hebben immers nog heel wat verhalen te vertellen.

‘C.s.i.’ tweede seizoen vanaf 21 november – 23.00 VT4

From zero to hero, Las Vegas style. In het gokmekka van de Verenigde Staten rijgt Anthony E. Zuiker het ene slechtbetaalde rotjobje aan het andere. In zijn weinige vrije tijd schrijft Zuiker wel eens kortverhalen, en een van zijn vrienden – een werkloze acteur – vraagt hem om voor een auditie voor een monoloog te zorgen. Als de acteur enkele dagen later Zuikers tekst opzegt, is daarbij toevallig een talent scout aanwezig. Een week later mag Zuiker zijn handtekening onder een scenaristencontract zetten. In het begin vlot het niet echt – zijn eerste opdracht, de film The Runner verdwijnt volledig in de vergetelheid -, maar dat verandert als Zuiker in 1999 op Discovery Channel een documentaire ziet over forensische wetenschappers die de politie helpen misdaden op te lossen. Zuiker gaat vijf weken lang de hort op met de afdeling Crime Scene Investigation van Las Vegas om inspiratie op te doen en zet zich daarna aan zijn bureau. Terwijl hij aan de pilootaflevering schrijft, krijgt hij telefoon van filmproducent Jerry Bruckheimer ( Gone in 60 Seconds, Black Hawk Down, Pearl Harbour) die ‘iets’ voor televisie wil doen en van zijn idee heeft gehoord. C.S.I. is geboren.

De pilootaflevering van C.S.I. trekt in de VS ruim 17 miljoen kijkers aan, een bijna onmogelijk hoog aantal. En sindsdien heeft de serie haar populariteit alleen maar zien stijgen; na één seizoen is C.S.I. al een van de meest bekeken series. Het tweede seizoen – dat nu start op VT4 – haalt in Amerika gemiddeld 23 miljoen kijkers, met uitschieters tot 27 miljoen. Daarmee laat C.S.I. series als The West Wing, The Practice, Ally McBeal ver achter zich, terwijl ook de ongenaakbaar geachte eeuwige top-2 van de kijkcijfers – E.R. en Friends – intussen is ingehaald. Ook de critici putten zich uit in lofbetuigingen en veel Bekende Amerikanen hebben zich al geout als fan: Bill Clinton – er was zelfs even een gerucht dat hij een cameo zou spelen -, Quentin Tarantino en Samuel L. Jackson zitten iedere week trouw voor de televisie.

En zeggen dat C.S.I. evengoed in de vuilbak kon zijn verdwenen. Toen Bruckheimer het concept probeerde te verkopen aan de grote Amerikaanse zenders, werd hij – ondanks zijn grote naam – overal de deur gewezen. ABC, NBC en Fox, ze moesten er niet van weten. ‘Uiteindelijk hapte CBS toe’, herinnert Bruckheimer zich. ‘Na lang aarzelen weliswaar: C.S.I. was de laatste reeks waarvoor de zender groen licht gaf en die in het budget werd opgenomen. Nu goed, de scepsis bij de grote Amerikaanse zenders was natuurlijk niet zo verbazend. Want C.S.I. klinkt niet bepaald als een publiekstrekker: een serie waarin iedere week een vijftal wetenschappers in laboratoria zwijgend in een microscoop staren om DNA-samples te analyseren en kledingvezels met elkaar te vergelijken, of die lijken onderzoeken op minuscule sporen, je zou er niet meteen voor gaan zitten.’ En eigenlijk waren de makers zelf ook verrast door het succes. ‘We waren na de eerste afleveringen compleet met verstomming geslagen’, zegt Jorja Fox, die de jonge onderzoekster Sara Sidle speelt. ‘Natuurlijk hadden we wel gehoopt dat de serie zou aanslaan, maar zulke kijkcijfers, dat kon niemand voorspellen.’ ‘Wij zijn the little show that could‘, vult Gary Dourdan (de gokverslaafde Warrick Brown in C.S.I. ) aan. ‘Voor de eerste afleveringen hadden we zo goed als geen geld. De grote budgetten gingen naar de andere series. Maar we zijn al vechtend recht gekropen en hebben iedereen knock-out geslagen.’ ‘Je vraagt je af hoe een show die eigenlijk draait rond dode mensen zoveel kijkers kan aantrekken’, aldus Fox. ‘Je verwacht toch niet dat mensen daarvoor warmlopen?’

Inderdaad, hoe valt het megasucces van C.S.I. te verklaren? Wel, je kunt de sociologische weg opgaan. In C.S.I. worden met behulp van de nieuwste wetenschappelijke ontdekkingen iedere week opnieuw de meest raadselachtige moorden ontsluierd. Sommigen stellen dat die betrouwbaarheid van de wetenschap veel mensen een houvast biedt in deze ver- warrende tijden. Let wel, dit soort conclusies komt van dezelfde personen die enkele jaren geleden met evenveel aplomb stelden dat The X-Files zijn succes te danken had aan een zucht naar ‘een andere, spirituele waarheid’ in een wereld geregeerd door de wetenschap. In de sociologie snijdt het mes altijd aan twee kanten, maar nooit goed.

Voor wie zijn verklaringen liever wat eenvoudiger heeft: C.S.I. is gewoon verdomd goede televisie, nergens zo origineel en vernieuwend als bijvoorbeeld The Sopranos, maar simpelweg pakkend en beklijvend topdrama. In de grond is C.S.I. een gewone politiereeks, een mystery show. Iedere aflevering verloopt volgens hetzelfde patroon. In het begin zijn er enkele misdaden – waaronder minstens één moord – en een hoop verdachten. Het C.S.I.-team onder leiding van Jack Grissom verzamelt vervolgens tips en aanwijzingen, legt ze onder de microscoop, weegt ze af tegen de getuigenverklaringen en vat uiteindelijk de schuldigen bij de kraag. Maar terwijl andere politieseries steeds groter en bombastischer worden, met spectaculaire achtervolgingen en veel geweld, richt C.S.I. zijn aandacht op het minuscule, op de kleine sporen die criminelen achterlaten. De forensische specialisten komen immers maar ter plaatse als de Sipowiczen van deze wereld alweer achter hun bureau zitten. Gewapend met een pincet, enkele plastic zakjes en een scherp deductievermogen schuimen ze de plaats van de misdaad af op zoek naar een huidschilfer, een vingernagel of een haarzakje, of onderzoeken ze het lichaam van het slachtoffer op minieme bewijzen. (In een van de sleutelscènes moet Jack Grissom, gespeeld door William Petersen, een lijk van kop tot teen wassen. De scène duurt zowat vijf minuten en verloopt in alle stilte. Er wordt ongelooflijk veel gezwegen in de serie.) Aan de hand van die details weten de onderzoekers dan de waarheid te reconstrueren. C.S.I. is een detectiveverhaal met de wetenschap in de rol van Sherlock Holmes.

De ontknoping van de plot voel je soms al van ver aankomen, maar het blijft fascinerend om te zien hoe de forensische wetenschappers bewijzen en verdachten aan elkaar linken, met de hulp van DNA-analyses, vezelonderzoek of allerhande technologische gadgets. ‘The science is the star’, aldus Bruckheimer. ‘Daarom ook dat het privéleven van de personages weinig aan bod komt. De lijken zijn interessanter. Als producent is dat ook wat me in de serie aantrekt, dat je achter de schermen kunt komen om te zien hoe dergelijke wetenschappers te werk gaan. De meeste van mijn films zijn zogenaamde process movies: ze brengen je een wereld binnen waarvan je nooit deel zult uitmaken, maar waarvan je wel wilt zien hoe die werkt. Denk maar aan Top Gun, Enemy of the State of Crimson Tide. Wel, C.S.I. is hetzelfde maar dan op televisie.’

De wereld van de forensische wetenschap wordt heel realistisch voorgesteld, wat de fascinatie bij de kijker enkel vergroot. Alles wat op het scherm komt, maakt deel uit van het alledaagse leven van forensische onderzoekers. De scenaristen gaan geregeld naar conventies, putten inspiratie uit boeken als Practical Homicide Investigation en krijgen hulp van door de wol geverfde onderzoekers. Ex-officieren zorgen er op de set voor dat alles volgens het boekje verloopt. Dat de C.S.I.-leden hun laboratoriumjassen niet uitdoen (wat in het echt nooit gebeurt), geen kop koffie laten staan in een zogezegd steriele omgeving, of een verkeerd label op de bewijzen plakken. En het jargon van de forensische wetenschappers hebben de scenaristen al onder de knie: ook op dat vlak moet C.S.I. allerminst onderdoen voor E.R. ‘Ik heb al een hoop woorden van meer dan vier lettergrepen bijgeleerd’, lacht Dourdan. ‘Maar dat hoort erbij. In het begin was het vallen en opstaan, nu strooi ik die termen in het rond alsof ik nooit iets anders heb gedaan.’ Het paradepaardje van de serie is evenwel de laboratoriumuitrusting. Al het materiaal dat de acteurs hanteren, is authentiek en kost duizenden dollars. ‘Daar ben ik heel fanatiek over’, zegt Bruckheimer. ‘Alles moet tot in de puntjes kloppen. Af en toe spelen we vals – echte C.S.I.’ers zijn bijvoorbeeld niet toegelaten bij de ondervragingen van verdachten -, maar tegen de wetenschap zondigen we nooit.’ Een en ander leidde in de VS al tot de oprisping dat het team in C.S.I. beter uitgerust is dan zijn tegenhangers in het echte leven.

Hoewel C.S.I. in Amerika – in tegenstelling tot hier – in prime time wordt uitgezonden, durven de makers ver te gaan, verder dan je zou verwachten, om alles zo realistisch mogelijk voor te stellen. Er mag dan in de reeks nauwelijks geweld te zien zijn, de gevolgen van geweld worden wel aan het publiek getoond. Het bloed spat soms letterlijk van het scherm. En ook tijdens hun onderzoek zijn de wetenschappers niet bang om hun handen vuil te maken. Lijken worden opengesneden om de baan van een kogel na te gaan. Maden die zich op een lijk nestelen en zo kunnen aantonen of de overledene drugs heeft gebruikt, gaan onder het mes. En om te zien of spontane menselijke verbranding mogelijk is, steken twee C.S.I.’ers doodleuk een varkenskadaver in de fik. Niet voor gevoelige zielen dus. ‘De eerste afleveringen ben ik wel eens naar buiten moeten gaan’, zegt Fox. ‘Alles ziet er echt uit, en de gruwelijke details zijn er soms te veel aan. Maar eigenlijk is dat niet het ergste. Als een moord gewoon uit de fantasie van de scenaristen zou komen, dan valt dat nog mee. Maar als je weet dat de verhalen echt gebeurd zijn, dat ze iemand echt zijn overkomen, dan lopen de rillingen langs je ruggengraat.’ Alles wordt bovendien heel aanschouwelijk en grafisch in beeld gebracht. Op een vaak originele manier, met een hoop special effects, slagen de makers erin je de sporen van een misdaad te laten zien. De camera kan door de vezels van een trui snijden om de insectenbeet eronder te tonen of kan binnendringen in een wonde om te demonstreren hoe de kogel door het lichaam is gegaan.

En daarin ligt nog een belangrijk deel van de aantrekkingskracht van de serie. C.S.I. is niet de eerste reeks rond forensische wetenschap – bij ons had je bijvoorbeeld al Silent Witness of Waking The Dead -, maar ze is ook mooi om naar te kijken. Die visuele aantrekkelijkheid heeft de reeks natuurlijk te danken aan Jerry Bruckheimer en zijn rechterhand Danny Cannon ( Judge Dredd). Dankzij Bruckheimer en Cannon kreeg C.S.I. de esthetiek mee van een Hollywoodblockbuster. De flashy beeldvoering zorgt ervoor dat wetenschappers die over een microscoop staan gebogen hip en heroïsch lijken. En de manier waarop het kille, strenge licht in de laboratoria van het C.S.I.-team wordt gecontrasteerd met de chaos buiten in Las Vegas, waar de reeks plaatsvindt, is adembenemend. Las Vegas speelt immers een belangrijke rol in C.S.I. ‘Een miljoen mensen per maand gaan naar die stad’, zegt Bruckheimer. ‘En een deel daarvan – of het nu een tachtigjarige vrouw uit Kansas of een yuppie uit New York is – komt naar Vegas om duistere redenen. Je gaat naar Las Vegas om te ontsnappen in de anonimiteit. Niet voor niets werken nergens meer ex-gedetineerden dan daar. Las Vegas is een unieke plaats, de perfecte locatie voor een misdaadserie. Er is een meer waarin mensen kunnen verdrinken, een bos voor vermoorde lifters, een woestijn waarin lijken voor eeuwig kunnen verdwijnen, er is The Strip (de avenue met casino’s, sw) en dan is er nog een residentiële wijk, waar de zogeheten brave burgers wonen. Er zijn een miljoen manieren om moord en misdaad in Las Vegas te laten gebeuren. Het is een stad die ons voor altijd verhalen zal leveren.’

Al in de opening toont de stad – op de tonen van Who Are You van The Who – haar verschillende gezichten: de losbandigheid van de casino’s, de broeierige woestijn, de onschuldig lijkende suburbia. (In werkelijkheid wordt de serie gefilmd dichtbij Los Angeles, waar de woestijn lijkt op die in Nevada. Voor de buitenopnames in Las Vegas zelf trekt de crew iedere maand een paar dagen naar de gokstad.) Het is van Miami Vice geleden dat een stad zo’n invloed had op het verhaal en zo sterk in beeld werd gebracht op televisie. En sinds kort is C.S.I. ook helemaal in de voetsporen van Sonny Crockett en Ricardo Tubbs getreden. In de VS ging twee maanden geleden C.S.I. Miami in première, een spin-off die zich – u raadt het nooit – in Miami afspeelt. De nieuwe serie was ook vanaf het begin een groot kijkcijfersucces. Niet zo verwonderlijk, want C.S.I. Miami werd in Amerika op een weinig subtiele manier aan het publiek voorgesteld. Tijdens de voorlaatste aflevering van het tweede seizoen C.S.I. – het origineel – moest het Las Vegas-team voor een onderzoek op bezoek bij zijn collega’s van Miami. Zo werd die episode een uitgebreide trailer annex pilootaflevering voor de nieuwe serie. Neen, de truuken van de foor moeten ze Bruckheimer niet meer leren.

Door Stefaan Werbrouck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content