Volgende week start het filmfestival van Venetië, voor de 58ste keer. In de beleidsnota’s wordt de klemtoon gelegd op onafhankelijkheid: van industrie, filmmakers en… politiek. Want, zoals bij haar ontstaan in de jaren ’30, vindt de Mostra plaats in een land waar de lakens worden uitgedeeld door zeer?tot?extreem?rechts. Door Erik Martens

Festival van Venetië, van 29/8 tot 8/9

Sinds kort is hij weer eerste minister van Italië en is zijn macht nog verder toegenomen. Berlusconi is er de man niet naar om die niet te gebruiken. Hij is ook niet bang van de schemerzone in de Italiaanse samenleving, getuige de vele processen die hem boven het hoofd hangen: wegens corruptie, illegale praktijken, vermeende banden met de georganiseerde misdaad. Dank zij de macht die hij heeft verworven, is hij er tot op heden in geslaagd het gerecht op afstand te houden en de gerechtelijk dynamiek rond de Operatie Schone Handen nagenoeg tot stilstand te brengen.

Jan van de Putten, voormalig Volkskrant-correspondent in Italië, wijdde in zijn boek Italianen (1998) een hoofdstuk aan de carrière van Berlusconi. Het is een hallucinant verhaal. Volgens Van der Putten combineert Berlusconi het slechtste van het oude en het nieuwe Italië: een maffieus gebrek aan respect voor de rechtsstaat en daarnaast het moderne hersenloze consumentisme. Hij citeert met instemming Paolo Flores d’Arcais, hoofdredacteur van het politieke blad MicroMega, die Berlusconi’s aanhang identificeert als dat deel van de bevolking dat baat heeft bij illegaal gedrag.

Berlusconi’s politieke partij is de Forza Italia, wat betekent zoveel als ‘hup Italië’. Het is voetbaltaal en het is op de golven van dit soort nationalistisch narcisme dat Berlusconi aan de top is geraakt. Op politiek vlak vertegenwoordigt de Forza Italia neoliberaal rechts. Naast de Forza Italia bestaat Berlusconi’s alliantie uit postfascisten van de Alleanza Nazionale en de even extreem-rechtse Lega Nord van Umberto Bossi. Het Franse blad Les Inrockuptibles peilde kort na de verkiezingsuitslag van dit jaar bij een aantal bekende Italianen naar hun reactie. Die gingen van schaamte tot tandengeknars. De situatie is veel erger dan in Oostenrijk, liet auteur Nanni Balestrini noteren, ‘voor de eerste keer krijgen we een verbond van het grote kapitaal, het fascisme, het racisme en de maffia en dat allemaal met de zegen van de kerk’. Tiziano Scarpa noemt de triomf van Berlusconi de overwinning van de simpliciteit, de slogan, het refrein, de headline, de jingle, de spot de clip… Filosoof Toni Negri ziet in het regime van Berlusconi, een fascisme nieuwe stijl: ‘zonder de spieren van Mussolini, de snor van Hitler, zonder de militaire medailles van Pétain, en toch fascisme: een postmoderne variant’.

Komkommertijd

Alle hoop rust nu op de cineast Nanni Moretti. In april 1994, toen Berlusconi zijn eerste verkiezingsoverwinning vierde, repliceerde Moretti met het tegengif Aprile, een kankerzang op de nieuwe Italiaanse premier. Kort daarop spatte Berlusconi’s coalitie uiteen. Bij de verkiezingen van mei dit jaar, stonden Berlusconi en Moretti opnieuw tegenover elkaar. De strijd bleef onbeslist: Berlusconi werd voor de tweede maal verkozen tot president; Moretti won een paar dagen later _ het filmfestival van Cannes was volop aan de gang _ de Gouden Palm met La Stanza del Figlio. Gelijkspel.

Met de Italiaanse politiek gaat het dus niet zo best, en eigenlijk is het met de Italiaanse film niet veel beter. Moretti’s prijs in Cannes was de eerste Italiaanse Gouden Palm sinds Ermanno Olmi’s Klompenboom in 1978. Er worden de jongste twee jaar weliswaar opnieuw meer films gemaakt (sinds 2000 zijn de nationale zenders wettelijk verplicht meer geld te investeren in de Italiaanse film) en er zijn onlangs een aantal successen geweest, zoals Silvio Soldini’s Pane e Tulipani, Gabriele Muccino’s L’ultimo bacio of Ferzan Ozpeteks Le fate ignoranti. Maar in vergelijking met de hoogdagen van de Italiaanse film, is het komkommertijd. Ooit was de Italiaanse film een van de meest gerespecteerde van Europa. In het verlengde van het naoorlogse neorealisme traden cineasten naar voren als De Sica, Rossellini, Visconti, Fellini, Antonioni, Pasolini, die elk referentiepunten werden voor de wereldcinema. Sinds de jaren ’90 schiet daar weinig van over. Een handvol cineasten maakt geregeld nog een interessante film, maar de ambities van toen zijn verleden tijd. Het medialandschap is ook onherkenbaar veranderd. We leven nu in het Berlusconi-tijdperk. Pulp is de democratische norm geworden. En omdat de televisiezenders ook de belangrijkste financiers zijn voor film, laat dat natuurlijk sporen na.

En toch hangt er vandaag een zweem van epiek in de lucht. Terwijl de Mostra Internazionale d’Arte Cinematografica zich klaarmaakte voor haar 58ste editie, spuwde de Etna vuur en dichterbij in Genua vochten antiglobalisten hun straatoorlog tegen het internationale Berlusconisme. Het leek wel Roma, Città aperta.

Filmmakers gaan op hun zoektocht naar grandeur nog verder terug in de tijd. Zo ziet het ernaar uit dat de peplumfilm na Ridley Scott’s Gladiator toch nog een nieuwe carrière tegemoet gaat. Dino De Laurentiis is volop bezig met de voorbereidingen van The Last Legion, over keizer Augustus. En als het van hem afhangt, komt er ook een film over Alexander de Grote, bij voorkeur opnieuw met regisseur Ridley Scott. Het zit niet alleen in het hoofd van de oude De Laurentiis: ook de Italiaanse producer Leo Pescarolo is ermee bezig. Hij gaat een nieuwe remake maken van The Last Days of Pompeii en producent Antonio Ferraro werkt aan een zesdelige whodunit over een senator die detective speelt in het oude Rome van keizer Claudius.

Onafhankelijke koers

Keizers, koningen, duce’s en Cavaliere’s (een van Berlusconi’s favoriete titels) zijn nu eenmaal populair. Dat was ook zo bij het ontstaan van het filmfestival van Venetië in 1932. Toen was Mussolini de baas. In 1935 nam hij de controle over van het festival. Het werd een promotie-orgaan van de Italiaanse en de Duitse fascistische film. Die bemoeienis van de politiek heeft Venetië lang met zich meegedragen, ook na de oorlog. Pas aan het einde van de jaren ’60 is het festival langzaamaan een onafhankelijker koers gaan varen.

De jongste jaren wordt de onafhankelijkheid in de beleidsteksten sterk in de verf gezet. Alberto Barbera, festivaldirecteur sinds 1999, bezuinigde op de glamour. Hij kiest voluit voor de artistieke agenda. Het nieuwe competitieluik, gereserveerd voor films die het experiment in het vaandel voeren, wordt ook volgens die logica gemotiveerd. In welke richting de vernieuwing van het medium zal uitgaan, weten we niet, zegt Barbera, maar dat de digitalisering een grote invloed zal uitoefenen, is duidelijk.

Naast de klassieke Gouden Leeuw, verschijnen er twee nieuwe leeuwen op het toneel: een ‘Leone del Futuro’ en een ‘Leone dell’anno’. De ‘Leeuw van het jaar’ hoort bij de nieuwe sectie ‘Cinema del presente’: daar vindt de festivalganger een allegaartje van debuutfilms en nieuwe trends, ‘vernieuwend en origineel werk met een hedendaagse karakter’. De prijs wordt toegekend door een jury die uitsluitend uit critici bestaat. De sectie wordt geopend door Giuseppe Bertolucci’s L’amore probabilmente. Verder is er onder meer nieuw werk van Werner Herzog ( Invincible), Laurent Cantet ( L’ Emploi du temps), Marion Vernoux ( Reines d’un jour), Terese Villaverde ( Agua e Sal) en Zhang Yang ( Quitting).

In de sectie ‘nieuwe territoria’ worden alleen films toegelaten die de mogelijkheden van nieuwe technieken, nieuwe genres en nieuwe media verkennen. Onder de geselecteerde films Brève traversée van Catherine Breillat, A. Huey P. Newton Story van Spike Lee en nieuw werk van Alexander Sokurov ( Elegia dorogi). De winnaar krijgt de ‘Leeuw van de toekomst’.

De nieuwe categorieën maken het festival niet overzichtelijker, maar ze bieden het voordeel dat films van het type ‘klein maar dapper’ makkelijker bekroond zullen worden met een grote prijs. Tegelijk zal hierdoor de klassieke Gouden Leeuw vanzelf naar meer gevestigde waarden gaan. Voor die leeuw gaat de strijd o.m. tussen Alejandro Amenábar ( Los otros), Fruit Chan ( Hollywood Hong Kong), Larry Clark ( Bully), Amos Gitai ( Eden), Ken Loach ( The Navigators), Mira Nair ( Monsoon Wedding), Goran Paskaljevic ( How Harry became a tree), Walter Salles ( Behind the Sun), André Téchiné ( Loin).

Hoofd van de jury is, hoe kan het ook anders, Nanni Moretti. Berlusconi mag de baas zijn in Italië; op het Lido, dat smalle eiland voor Venetië, heeft Moretti het voor het zeggen.

Buiten competitie loopt Micho Manchevski’s Dust, de langverwachte opvolger van Before the Rain die in 1994 de Gouden Leeuw won en die nu de eer krijgt het festival te openen. Daarnaast, eveneens buiten competitie, zijn er het Spielberg-Kubrick project A.I. Artificial Intelligence, David Mamets Heist, de jaarlijkse Woody Allen-film ( The curse of the Jade Scorpion), een nieuwe film van Manoel de Oliveira ( Porto da Minha Infância), de Belg Raoul Servais met Atraksion, en Eric Rohmers digitaal gefilmde L’Anglaise et le Duc. Rohmer zal bij deze gelegenheid een Gouden Leeuw krijgen voor zijn oeuvre. In Cannes prijzen voor de Italiaan, in Italië prijzen voor de Fransman. Voor wat hoort wat.

———————————————————————-

APART KADERTJE

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content