DE IDEALE SCHOONZOON IN GILLES DE SCHRYVER

Hij is artistiek leider van een theatergezelschap én hoofd van een nieuw productiehuis, en met Vlaamse producties als Hasta la vista en de nieuwe één-fictiereeks Tom & Harry nestelt hij zich zo zoetjesaan in ons collectieve geheugen. Op visite bij jonge blonde god Gilles De Schryver. ‘Ik wilde gewoon door zo veel mogelijk mensen graag gezien worden.’

‘De Wereldvrede. Ik dacht dat iedereen daar wel voor zou willen werken.’ Om het algemene cynisme in onze huidige maatschappij te lijf te gaan en ook wel omdat hij het gewoon catchy klinken vond, hebben Gilles De Schryver (30) en filmmaker Gilles Coulier een uitermate utopische naam gegeven aan het productiehuis dat ze net uit de grond hebben gestampt. ‘Het staat ook wel goed op de aftiteling: “De Wereldvrede presenteert…”‘

Het is in het kantoor van De Wereldvrede, een goed verscholen pand naast een interieurzaak in Sint-Amandsberg, dat we rendez-vous hebben met De Schryver. Volgende winter gaat De Wereldvrede een film draaien, maar op het moment van onze afspraak zitten ze nog volop in de eindmontage van Bevergem, een nieuwe reeks voor Canvas, over stand-upcomedian Freddy De Vadder die onderduikt in een dorp. Wat meteen opvalt: de blonde Code 37-acteur die u ook kent als Lars uit Hasta la vista (2011) van Geoffrey Enthoven heeft het moordend druk. De eclectische, vaak hilarische voorstellingen van het jonge theatergezelschap Het Kip (het Koninklijk Instituut voor Podiumkunsten), waarvan hij en Yahya Terryn artistiek leider zijn, brengen hem naar verre buitenlanden – momenteel toert hij met wel drie verschillende theaterproducties. En nu is er eerst nog een tv-serie, op één: de tiendelige fictiereeks Tom & Harry, waarin hij Tom speelt. ‘Niet dat mijn job lastig is, maar ik ben altijd met verschillende dingen tegelijk bezig. Stilzitten is niet aan mij besteed.’

Tom & Harry gaat over twee baby’s die verwisseld zijn bij hun geboorte. Dat komt Toms ‘moeder’, de weduwe van een wijnbouwer, gespeeld door Karlijn Sileghem, al heel snel in de reeks te weten. ‘Tom lijkt de ideale schoonzoon. Harry, die de echte biologische zoon van de wijnbouwer blijkt te zijn, is zowat zijn tegenpool: een hardrockende rebel die is grootgebracht in een supermarkt. Het is de clash van die twee werelden die de reeks zo boeiend maakt.’

Je tegenspeler Harry wordt vertolkt door Robrecht Vanden Thoren, je kompaan bij Het Kip. Toeval?

GILLES DE SCHRYVER: Een hilarisch toeval zelfs. Het is de derde keer dat we samen op het scherm te zien zijn, na De laatste zomer (2007) en Hasta la vista. Ik heb Robrecht tien jaar geleden leren kennen op de set van een kortfilm. We voelden meteen dat we ongeveer dezelfde smaak hadden en dat we het acteren gigantisch serieus namen. Hij ging studeren in Nederland, ik besliste om conservatorium te doen. We waren zoekende twintigers. Vorig jaar, toen we Tom & Harry aan het draaien waren, was best wel een heftige periode voor ons: in dat jaar zagen we elkaar meer dan ons eigen lief.

Je bent momenteel ook op de planken te zien met Qui a peur de Regina Louf, een samensmelting van Who’s Afraid of Virginia Woolf van Edward Albee en de zaak-Dutroux.

DE SCHRYVER: Het is al de tweede keer dat we dat stuk hernemen. Eigenlijk is het als een grap ontstaan. Mijn collega-artistiek leider Yahya Terryn en ik vonden Albees stuk schitterend, maar, zoals de meeste klassiekers, veel te lang. Robrecht zei: ‘We moeten het vertalen in het Frans, zodat we kunnen toeren in Frankrijk.’ Het toeval wil dat het allereerste stuk dat ik samen met Yahya had gemaakt gebaseerd was op een interview over een viervoudige zelfmoord in Kasterlee, een zaak van bijna twintig jaar geleden. We kregen zin om af en toe – niet elk jaar – iets te maken dat focust op een stukje Belgische geschiedenis. We waren allebei gigantisch geboeid door de X-dossiers van Regina Louf en hoe de media met die zaak zijn omgesprongen. Vervolgens hebben we van die twee professoren uit Albees stuk twee journalisten gemaakt, en komt het jongere koppel op bezoek bij het oudere koppel. Ze worden dronken en de spanningen lopen op.

Wat heb jij, amper dertig, met dat stukje onverkwikkelijk vaderlands verleden genaamd de affaire-Dutroux?

DE SCHRYVER: We waren toen twaalf, dertien jaar. Die zaak ging over kinderen die ontvoerd werden, zoals Hans en Grietje. Als je dat als kind op tv ziet, beleef je je ergste nachtmerrie: achtergelaten worden door je ouders, opgesloten zitten in een kelder. Van het politieke aspect waren we minder goed op de hoogte, dus hebben we ons tijdens de voorbereiding volledig op die X-dossiers gestort. We lazen de publicaties van journalist Douglas De Coninck, die het vaakst over Regina Louf heeft geschreven. En we zijn in de archieven gedoken, onder meer op WikiLeaks. Ik weet niet of dat legaal is, maar we hebben het toch maar gedaan. (lacht)

Toch niet onbelangrijk: de zaak is maar een kapstok, er zit veel absurde humor in het stuk.

DE SCHRYVER: Al snel voelden we aan dat het niet de bedoeling van dat stuk was om die zaak volledig uit te spitten. We gingen niet agitpropgewijs een politiek stuk maken – dat boeide ons bij dit onderwerp niet. Ik denk trouwens dat mensen vooral naar het theater gaan om vermaakt en ontroerd te worden. In het beste geval gaan ze naar huis met iets waarover ze kunnen nadenken.

Humor is trouwens essentieel bij alles wat ik doe. Als je kijkt wat er allemaal misloopt in de samenleving, is dat te herleiden tot een gigantisch gebrek aan zelfrelativering. Ik denk dat veel conflicten kunnen worden vermeden als we met iets meer humor door het leven gaan.

Was acteur worden een jongensdroom?

DE SCHRYVER: Absoluut. Maar als het morgen gedaan is, zal ik met evenveel verwondering in het leven staan. Ik geloof heel sterk in beslissingen nemen voor jezelf, in ambitieus en gedreven naar iets toe werken. Ik zeg dat omdat ik heel veel mensen rondom mij ongelukkig zie worden omdat ze niet geslaagd zijn in wat ze zich hadden vooropgesteld. In onze kapitalistische samenleving wordt er sowieso weinig dankbaar met het leven omgesprongen. Met de zon, met de natuur of met het feit dat je verliefd bent op iemand, dat je kunt rondwandelen en lekker kunt eten. De nadruk ligt zodanig op werken, op presteren dat ik zelfs ongelukkig kan worden van uitspraken als: ‘Het is altijd mijn droom geweest om…’

Voor mij is acteren de mooiste job ter wereld. Ik ben vooral blij dat ik kán acteren. Ik kom niet uit een acteurs- of muzikantengeslacht. Mijn vader groeide op in een nest vol zelfstandigen, mijn ooms zijn vertegenwoordigers, dokters en advocaten. Maar als ik wat dieper kijk, herinner ik me wel dat mijn grootmoeder elke dag piano speelde en schilderde en dat mijn familie ook architecten telt. Ik heb dus wel degelijk creativiteit en kunst in de genen. Misschien is het nu gewoon makkelijker of evidenter dan vroeger om tegen je ouders te zeggen dat je acteur wilt worden. Dat is toch een van de voordelen van die kapitalistische wereld: de vrijheid om jezelf te ontplooien. Die heeft er mee voor gezorgd dat ik de keuzes heb kunnen maken die ik wilde maken.

Michael Caine beweerde ooit: ‘Ik ben acteur geworden omdat alle knappe grieten op de toneelschool zaten.’ Was dat ook jouw motivatie?

DE SCHRYVER:(lacht) Ik vond die uitspraak zo grappig dat ik erover heb getweet. Ja, ik denk dat de oorspronkelijke motivatie om te acteren bij velen mijlenver van hun beroep af staat. De échte reden waarom je voor de allereerste keer op een podium gaat staan, is omdat je door heel veel mensen graag gezien wilt worden. Dat is een essentieel deel van ons beroep. Maar dat geldt ook voor andere ambachten waarbij je een product aflevert. Een kok wil ook iets maken dat andere mensen lekker vinden, zodat ze hem een goede kok vinden.

Wat weinig mensen weten, is dat je al in het Frans hebt geacteerd.

DE SCHRYVER: Ja, aangezien ik tweetalig ben opgevoed, behoor ik tot een minderheid in Vlaanderen. (lacht) Of dat een voordeel is? Absoluut. Hoewel ik in het huidige politieke landschap nauwelijks nog de telefoon durf op te nemen in het Frans. Sinds de N-VA echt hip is, word ik heel sterk een soort heropflakkering tegen Franstaligheid gewaar. Ik kan daar alleen maar om huilen. Indien we iets meer moeite zouden doen om elkaar proberen te verstaan in plaats van op elkaars gezicht te slaan, dan zouden veel gruwelijkheden zoals in Parijs nooit gebeuren, denk ik. Zo’n escalatie begint al in de supermarkt, hé. Neerkijken op iemand die Frans praat – of Nederlands, want het gebeurt in beide richtingen. Ik word daar echt woedend van. Het is nochtans simpel om elkaar de hand te reiken. Maar we zijn daar niet goed in. We zijn daar zelfs heel slecht in.

Let op je woorden, want je bent al eens met de dood bedreigd.

DE SCHRYVER: De dag van de aanslag in Parijs had ik een oude cartoon van Charlie Hebdo geretweet waarop de hoofdredacteur iemand van Arabische origine – wellicht zelfs niet Mohammed – staat te kussen. ‘L’amour, plus fort que la haine’, luidde de boodschap. Ik vond dat fantastisch, en ook heel toepasselijk voor die dag, omdat het iets over haat en liefde zei. Iemand die intussen al van Twitter gebannen is, postte daarop terug dat ik de volgende zou zijn. De eerste doodsbedreiging van mijn leven. (lacht) Ik vond het wel behoorlijk heftig dat mensen dat soort dingen durven te zeggen op het moment dat kunstenaars die symbool staan voor vrijheid van expressie koelbloedig worden afgeslacht. Dat heeft natuurlijk te maken met de extrapolatie van religie. Kijk, ik heb geen zin om me in die strijd te gooien. Het is ook niet mijn strijd. Het zijn gewoon dingen die mij bijzonder kwaad en droevig maken.

TOM & HARRY

Vanaf dinsdag 3/2, 21.10 uur, op één.

DOOR ANDREAS ILEGEMS

GILLES DE SCHRYVER: ‘ELKAAR DE HAND REIKEN, DAAR ZIJN BELGEN NIET GOED IN. WE ZIJN DAAR ZELFS HEEL SLECHT IN.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content