Zijn naam staat in grote letters op de affiche, u wéét dat hij het is en toch zult u zich tijdens Paradise Trips afvragen: ‘Die kaalhoofdige, dikbuikige, xenofobe buschauffeur met etensresten in zijn walrussnor, is dat werkelijk Gene Bervoets?’ Zo groot is de transformatie. ‘Ik kan het Gene-zijn volledig opzijschuiven.’

Er is meer dan één Gene Bervoets. Er is de voormalige globetrotter-tv-kok en Swingpaleis-tafelspringer. Er is de Antwerpenaar op wiens schouders Patrick Janssens uithuilt wanneer die de verkiezingen van Bart De Wever verliest. Er is het theaterbeest dat straks voor Grey Gardens van Abattoir Fermé weer naakt op het podium staat met nepborsten, schaamhaar, valse tanden en een stinkende bek. Maar het is de veteraan van meer dan zestig films die we moeten hebben. In Paradise Trips, eindelijk nog eens een deftige Vlaamse film, voert Bervoets een groots nummer op als Mario, een verzuurde buschauffeur die zijn pensioen onderbreekt om een bende jonge alternativo’s naar een vrij en blij festival in Kroatië te rijden. Daar komen vodden van, alsook hoopgevende vonken.

Het marcelleke dat Mario’s bierbuik benadrukt, de zweetdruppels op zijn kale knikker, de etensresten in zijn walrussnor: flatterend is het niet. Vergde het wilskracht om je ijdelheid opzij te schuiven?

GENE BERVOETS: Nee. Ik ben een acteur. Een acteur is een speler, een kind, een clown. Als hij zich kan verkleden, als hij een hoed mag opzetten, dan is hij content. Goed overkomen op het scherm interesseert me niet. Dat is een misvatting. Men associeert mij met een goedlachse, goedgeklede dandy en het is waar dat ik me graag verzorg. Maar wil dat zeggen dat mijn rollen daar moeten op aansluiten? Nee. Ik kan het Gene-zijn volledig opzijschuiven voor een rol. Ik ben een speler die graag de edgy kant opzoekt. Cool overkomen en smoelen trekken is geen doel. Ik wil diep in het personage kruipen. Ik wil ervaren hoe die bijna fascistische, bittere oude Mario evolueert naar iemand die een opening ziet.

Regisseur Raf Reyntjens vertelde dat Paradise Trips geen plezierrit was. Tijdens opnames in Kroatië bleef het maar regenen en een storm vernielde een deel van de set. Hoe ga jij met dat soort tegenslagen om?

BERVOETS: De omstandigheden waren afgrijselijk. Normaal gezien is het in die regio in Kroatië altijd 35 graden. Van de dertig dagen dat wij daar waren, heeft het er twintig geregend, met regelmatig een flink onweer erbovenop. We logeerden op vier kilometer van de set in een oude jeugdherberg tegenover een politiekantoor. Overal zag je nog kogelinslagen. We hebben zelf de toiletten gekuist omdat ze zo stonken. Op mijn balkon heb ik geen stap gezet want het was bedolven onder de duivenstront. Gelukkig waren de matrassen beslaapbaar want er was geen alternatief in de onmiddellijke omgeving. Ik ga het avontuur niet snel vergeten. Deels omdat het ook een fijne periode was. De cohesie was groot. Er waren twee gasten mee naar Kroatië gestuurd die goed konden koken. Daar trok de hele cast en crew zich aan op. Lekker eten voorkomt dat je chagrijnig wordt. En voor het trashy kantje van de film kon al dat ongemak geen kwaad.

Door zich te hard vast te klampen aan een conservatieve ideologie vervreemdde Mario van zijn zoon. Vooral drugs zijn een splijtzwam. Hoe kijk jij daartegen aan?

BERVOETS: Mijn chauffeur in Kroatië had zijn broer bijna verloren aan verdovende middelen zoals lsd, heroïne en cocaïne. Hij had een doctoraatsthesis geschreven over ayahuasca (een plantenbrouwsel uit het Amazonegebied dat je bewustzijn verandert, nvdr). Geestverruimende, prestatiebevorderende, roesopwekkende middelen zijn er altijd geweest. De vraag is hoe je omgeving, cultuur, beschaving ertegenover staan. Die bepalen of het middel aanvaard wordt of niet. Wat mij betreft, kan alles. Tegelijk zie ik wat voor ravage een verslaving kan aanrichten. Beperkingen moeten kunnen, maar dan wel met een intelligente kijk op de zaak.

Hoe avontuurlijk ben je zelf?

BERVOETS: Niets menselijks is mij vreemd. Maar in tegenstelling tot wat vele mensen denken, ben ik geen toxicomaan. Ik drink graag een glas, dat wel. Ik hou van een goede sigaar op tijd en stond en ik ben ook niet bang om dingen uit te proberen. Joints interesseren me niet, maar als de gelegenheid zich voordoet en het bevordert de pret, waarom ook niet? Ik erken een zekere genotzucht. Maar ik ben me bewust van de gevaren, zeker voor kwetsbare mensen en jongeren. (schrikt van zijn eigen woorden) Hoor mij nu, precies een oude vent.

Ik heb geen aanleg voor verslaving. Mijn broer heeft dat geluk niet. Na een ernstig voorval heeft hij radicaal ‘cut’ gezegd en nu is hij volledig clean. Chapeau. Dat karakter heb ik dan weer niet.

Je was ook niet te beroerd om in Image (2014) te stappen, de lowbudgetfilm van jonge wolven Bilall Fallah en Slimste Mens Adil El Arbi. Hou je van risico’s?

BERVOETS: Low budget? Er was géén geld. Toen die gasten me kwamen vragen, zag ik meteen dat ze overliepen van energie en talent. Ik dacht: die gaan het maken, hun debuut wil ik meemaken. Dikwijls maak je met beperkte middelen betere dingen dan wordt verwacht. In film en in het theater koos ik vaak voor pionierswerk, onderzoekswerk, laboratoriumwerk. Daar staat tegenover dat ik niet vies ben van prettige, leuke dingen. Ik stond eens in het Kaaitheater voor vijftig mensen een cryptisch, onmogelijk te begrijpen maar wel ongelooflijk interessant stuk van Stefan Hertmans of Peter Verhelst te spelen en de dag erna sprong ik in het rond op het podium van Het swingpaleis. Maar vraag me niet waar ik het meeste aan gehad heb, want daar kan ik niet op antwoorden.

Droeg je in het Kaaitheater een masker of tijdens Het swingpaleis?

BERVOETS: Tijdens geen van beide. Ik ben de meester van de spagaat. Vandaag wordt dat getolereerd en zelfs toegejuicht. Twintig jaar geleden lag dat gevoeliger. In 1995 kon ik niet verder met Needcompany omdat Jan Lauwers vond dat ik te veel voor teevee werkte. Komaan zeg, dat was mijn job. Liever amuseer ik mij en heb ik brood op de plank dan dat ik moet gaan doppen. Ik ben daar destijds door een aantal mensen op afgerekend. Gelukkig niet door iedereen. Stefan Hertmans is nog altijd een van mijn beste vrienden.

Voor Wikipedia ben je ‘Eugène Joanna Alfons ?Gene” Bervoets, een Belgisch acteur, vooral bekend van zijn culinair programma Gentse waterzooi, de serie Windkracht 10 en de film SM-rechter‘.

BERVOETS: Schrijf in héél grote letters dat ik al een jaar probeer om die Wikipedia-pagina aan te passen. Ik ben het absoluut niet eens met de inhoud. Ik heb er ooit een nieuwe tekst op gezet maar een dag later stond de oude pagina er weer op. Ik heb mijn agent gevraagd om daar wat aan te doen, maar dat lukt maar niet.

Ik vind het afgrijselijk dat mensen die Wikipedia-pagina lezen en denken dat dat Gene Bervoets is. Wat daar staat, is niet wie ik ben of waar ik mee samenval. Er staat bijvoorbeeld dat ik in het hoorspel Bommel de rol van Pee Pastinakel speel. Dat stelt niets voor. Dat gaat over één dag stemopnames, ooit in Nederland. Maar de onnozelaar die over mij op Wikipedia schreef, vindt dat een mijlpaal. Dat profiel is een serieuze verenging en vertekening van wie ik ben. In alles voel je Gentse waterzooi terugkomen. Terwijl dat tv-programma al twaalf jaar oud is.

De herhalingen niet.

BERVOETS: De eerste aflevering was in 1999, de laatste in 2003. Voor de heruitzendingen heb ik nooit één frank gekregen. Merci, VRT.

Ik heb geen spijt dat ik aan Gentse waterzooi begonnen ben. Maar ‘Gentse waterzooi’ is het eerste wat de mensen zeggen als ze me zien. Hoe kan ik daar vanaf geraken? Door een goeie film te maken?

Het houdt de nieuwe generatie filmregisseurs toch niet tegen om voor jou te werken.

BERVOETS: Het is een verademing om met die gasten of met Jonas Govaerts, Tim Mielants en Dries Vos te werken. De nieuwe generatie heeft vanzelf begrepen wat ik de vorige generaties al zo lang probeer in te prenten: dat het niet gaat om smoelen trekken en rappe klap maar om inleving, nadenken over tekst, gevoel en beeld, het filmen begrijpen. Dat is in België heel lang een zwak punt geweest. En ik zie nog altijd rappe klap en smoelentrekkerij. Ik mag geen namen noemen, maar het is niet omdat er zo veel nieuwe Vlaamse films gemaakt worden, dat het ook allemaal goede zijn.

Natuurlijk niet. Maar wie durft opmerken dat niet elke Vlaamse film een wonder is, wordt scheef bekeken.

BERVOETS: Ik begrijp dat niet. Van sommige films denk je toch meteen: ‘Komaan, gasten, daar gaat het toch niet over, dat is gemakzucht en handigheid.’ Als ik één ding niet ben, dan is het een handige acteur. Ik ben Gene Diesel. Ik moet wat op gang komen. Maar eens vertrokken, hou je me niet meer tegen.

Er worden vaak dingen tot grote kunst verheven waarvan ik denk: is dit het maar? Het spijt me dat ik het moet zeggen, maar mensen kijken niet goed, vergeten snel, zijn te snel tevreden en gaan te vlot mee met wat bon ton is. Je moet niet alles goed vinden. Ik vind sommige films van Woody Allen, Christopher Nolan of Francis Ford Coppola niet goed. Marlon Brando speelde niet élke rol goed. Dat is niet meer dan normaal. Soms lukt het en soms niet. Dat is eigen aan het vak.

Een week voor Rundskop (2011) kwam een andere film met Matthias Schoenaerts uit: Pulsar van Alex Stockman. Pulsar is niet helemáál gelukt, maar barst van de interessante ideeën en Matthias acteert zeer straf. Ik was meer geïntrigeerd door Pulsar dan door Rundskop. Begrijp het niet verkeerd. Wat Matthias in Rundskop doet en hoe Michaël R. Roskam daarmee omging, dat is top. Maar er zaten ook dingen niet juist in Rundskop. Dat moet je kunnen zeggen.

Je speelde in meer dan zestig films. Hoeveel écht goede films zitten daar volgens jou tussen?

BERVOETS: Laat het ons op vijf houden. Dat zou ik genoeg vinden. Spoorloos (1988) van George Sluizer en Paradise Trips zijn daar zeker bij. Crazy Love (1987) van Dominique Deruddere, de films van Alex van Warmerdam en enkele van de zes films die ik met Jos Stelling draaide wellicht ook. Ik speel in alle films van Erik Van Looy mee. Dat is niet niks. En toch heb ik het gevoel dat alles nog moet beginnen. De goesting is groot. Ik ga wel een beetje voorzichtiger zijn in mijn keuzes zodat ik niet alleen tevreden kan zijn over mijn prestatie, maar ook over het vehikel. Ik zal proberen meer controle te verwerven of vertrouwen te geven aan mensen als Raf Reyntjens en Alex van Warmerdam, die pure signatuurfilms maken. Dat is op mijn leeftijd – ik ben bijna zestig – misschien interessanter dan een Hollywood-avontuur.

Zit er zo veel kaf tussen het koren?

BERVOETS: Dat is normaal. Soms aanvaard je projecten omdat je geld nodig hebt. Maar ik heb nergens spijt van. Ik ben een acteur, ik zet me voor elke rol ten volle in. Voor mij is elke film of tv-serie even belangrijk. De schetsen van Rubens of Goya zijn niet minder waard dan de beeldhouwwerken van Da Vinci of Michelangelo. Je moet ook een beetje geluk hebben en op het juiste moment meedoen aan het juiste project. Dat is niet evident. Zeker niet als Wikipedia de perceptie bevestigt dat je eigenlijk een tv-kok bent.

Is buschauffeur Mario de rol van je leven?

BERVOETS: Dat zal men zeggen. Maar waar slaat dat op? Uiteindelijk heb ik gewoon een extra neus op. Voor de rest is er niets veranderd. Ik ben een beetje bijgekomen en ik heb mijn haar afgeschoren. Punt. Ik was niet eens geschminkt. Ik heb me ingeleefd, maar dat is de normaalste zaak. Voor mij is elke nieuwe rol de rol van mijn leven. Toen Salamander me werd aangeboden, beweerden ze ook dat het de rol van mijn leven was. Salamander!

Ik beklaag me niets. Ik weet waarom ik waarvoor heb gekozen. Soms waren het schetsen, soms beeldhouwwerken. Soms was het keihard werken, andere keren ging het vanzelf. Soms was het plezant, maar was het resultaat niet geweldig. Ik heb misschien wel iets te vaak mogen horen dat ze mij wel goed vonden, maar de film niet. Mannen maken plannen (1993), Shades (1999)… noem maar op.

In Shades van Erik Van Looy stond je tegenover Mickey Rourke. Hij vertelde mij ooit dat hij er met een revolver een eind aan wilde maken. Vlak voor hij de trekker overhaalde, veranderde hij van gedacht. Zijn keffer keek hem meelijwekkend aan en hij wilde het mormel niet aan zijn lot overlaten.

BERVOETS: Hij had er zo drie.

Revolvers?

BERVOETS: Honden. Mickey duwde ze regelmatig in mijn handen. ‘Zorg jij er even voor!’ We kwamen goed overeen. Je verzet de bakens als je met zo’n gast op de set staat. Hij beweert dat hij zich niets herinnert van de periode van Shades, maar dat is bullshit. Hij ging met mij de toer van de agents doen in Los Angeles. Mijn ticket voor Los Angeles lag klaar.

En ben je toen naar Los Angeles gevlogen?

BERVOETS: Ik ben niet vertrokken. Familiale omstandigheden. Misschien maar goed ook. Het zou niets voor mij geweest zijn. Matthias Schoenaerts is een eenzaat die op zichzelf kan staan, ik ben veel te sociaal. Bovendien sta ik liever in Cannes op de rode loper voor een film van Alex van Warmerdam of Raf Reyntjens dan dat ik een bijrol speel in een onbeduidende Amerikaanse film. Zomaar naar Hollywood gaan en denken dat je wel carrière zult maken, is onnozel.

PARADISE TRIPS

Vanaf 19/8 in de bioscoop.

VOLGENDE KEER JACQUES AUDIARD

DOOR NIELS RUËLL

Gene Bervoets ‘IK BEN GENE DIESEL. IK MOET WAT OP GANG KOMEN. MAAR EENS VERTROKKEN, HOU JE ME NIET MEER TEGEN.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content