Hij is de meest succesvolle schrijver van de laatste jaren, maar sinds ‘The Da Vinci Code’ een bestseller werd, is Dan Brown zelf in een winterslaap gegaan. Portret in vier stappen.

Ondersteboven aan het bureau

‘Robert Langdon is de man die ik zou willen zijn. Hij is veel cooler dan ik, maar een van de voordelen van het schrijverschap is dat je kunt leven via je personages.’ Ocharme de biografen van Dan Brown. Spannende thrillers vol geheime genootschappen en onbreekbare codes, een rel met de katholieke Kerk én een rits rechtszaken wegens plagiaat: op het eerste gezicht lijkt de schrijver het ideale onderwerp voor een smeuïg en winstgevend boek. Maar in tegenstelling tot J.K. Rowling, de enige auteur die de laatste jaren qua populariteit kon tippen aan Dan Brown, is het leven van de man achter The Da Vinci Code even saai als zijn naam.

Brown (1964) was voor zijn doorbraak als schrijver leraar Engels aan de school waar hij zelf had gestudeerd (zucht). Hij is al vijftien jaar bij dezelfde vrouw (geeuw) en woont, korte omzwervingen in Los Angeles en Spanje buiten beschouwing gelaten, al zijn hele leven in zijn geboorteplaats in de Amerikaanse staat New Hampshire (zzzz). Zijn voornaamste hobby: tennis. Zijn lievelingsmuziek: Gypsy Kings en Enya. Zijn favoriete cadeau: een in leer gebonden exemplaar van de Oxford English Dictionary. Geen Ferrari’s in de garage, geen nachtenlange feestjes met drugs en callgirls, het succes is hem niet naar het hoofd gestegen en hij is – ondanks een inkomen van 76,5 miljoen dollar per jaar – nog altijd even eenvoudig. Volgens zijn uitgever is Brown ‘een extreem charmerende, erg slimme kerel. Het is onmogelijk om hem niet graag te hebben.’ Behalve als je zijn biograaf bent wellicht.

Publiciteitsgeil kun je Dan Brown ook niet noemen: hij schuwt alle aandacht en komt maar in het openbaar als het echt niet anders kan – zoals tijdens de recente rechtszaak in Londen. In 2003, enkele maanden nadat The Da Vinci Code was uitgekomen, ging de auteur in een zelfverklaarde ‘winterslaap’, en sindsdien gaf hij nauwelijks nog een interview. Niet omdat hij mensenschuw is, verklaren mensen die hem goed kennen, maar omdat hij enkel wil schrijven. En dat doet hij uiterst nauwgezet. Brown staat elke dag – ook op zondag – op om vier uur ’s nachts en gaat dan aan zijn bureau zitten, volledig afgesloten van de wereld, om er tot ’s avonds te zitten schrijven. Naast hem op het bureau staat een antiek uurwerk, zodat hij ieder uur een kleine pauze kan nemen om sit-ups en stretchoefeningen te doen, ‘om het bloed te laten vloeien’. En af en toe last hij ook een break in om, met zogenaamde gravity boots, even ondersteboven te hangen. Dat helpt om ‘problemen met de plot op te lossen, doordat mijn hele perspectief verandert’.

Zingen over sm

Achter elke man staat een sterke vrouw: in het geval van Dan Brown staat die vrouw zelfs naast hem. Tijdens het proces in Londen werd duidelijk dat Blythe Newlon, met wie Brown samen is sinds begin jaren 90, een minstens even groot aandeel heeft in het succes van The Da Vinci Code. Zij heeft het leeuwendeel van de research gedaan, zij heeft haar man de meeste theo- rieën uit het boek voorgeschoteld – bijvoorbeeld over het huwelijk tussen Jezus en Maria Magdalena, of de bloedband tussen Magdalena en de Merovingische dynastie in Frankrijk – en zij heeft gelobbyd voor de sterke feministische ondertoon en de kritiek op de vrouwonvriendelijke Kerk.

Brown leert Newlon – twaalf jaar ouder dan hem – kennen in 1991, terwijl hij in Los Angeles een carrière probeert op te bouwen als singer-songwriter. Na zijn studies had Brown een paar cassettes opgenomen met kinderliedjes (met titels als Happy Frogs en Suzuki Elephants) en daarmee was hij naar Californië getrokken op zoek naar een platencontract. Hij schreef zich in bij de National Academy of Songwriters, waar Newlon ‘Director of Artist Development’ was. Van bij het begin is Newlon Dan Browns grootste fan: ze legt contacten met platenbazen, boekt interviews en schrijft persberichten. ‘Wij verwachten dat Dan Brown op een dag in een adem genoemd zal worden met de meest succesvolle leden van de academie, zoals Billy Joel, Paul Simon en Prince’, staat er in een van haar teksten. Op Browns tweede plaat is Newlon al gepromoveerd tot ‘coauteur, coproducer, significant other en therapeut’. Pikant detail: op dat album staan songs als 976 Love (over telefoonseks) en Sweet Plea- sure in Pain (over sadomasochisme). Er is nog hoop voor de biografen!

In 1993 houdt Brown het voor bekeken in Los Angeles en samen met Newlon keert hij terug naar New Hampshire om leraar te worden. Een jaar later stort hij zich op het thrillergenre: eerst combineert hij zijn schrijverschap nog met zijn job als leraar (uit die periode stamt zijn gewoonte om ’s ochtends vroeg te schrijven), maar vanaf 1996 is hij fulltime auteur. Maar Het succes laat op zich wachten. Digital Fortress (vertaald als Het Juvenalis Dilemma), Deception Point ( De Delta Deceptie) en Angels and Demons ( Het Bernini Mysterie) zijn bij verschijnen weinig succesvol. Als Angels and Demons – de eerste thriller met Robert Langdon in de hoofdrol – flopt, neemt Newlon even de promotie in eigen handen: ze boekt interviews in talkshows, organiseert signeersessies, schrijft persberichten… Maar het baat niet en heel even gaan zij en Brown zelfs rondrijden met een auto vol exemplaren, wanhopig om het boek aan de man te brengen.

Op dat moment denkt Brown er ernstig aan om te stoppen met schrijven. Maar Newlon praat hem moed in en onder haar impuls begint hij aan een nieuwe thriller rond verborgen symbolen in de schilderijen van Leonardo Da Vinci (iets waar Brown voor het eerst over had gehoord toen hij een jaar kunstgeschiedenis volgde in Sevilla) en de zoektocht naar de Heilige Graal. Samen met zijn vrouw reist hij de wereld rond om research te doen. Uiteindelijk besluit Brown om het verhaal voor The Da Vinci Code in het kort neer te schrijven terwijl hij op bezoek is bij zijn ouders. Dat doet hij op de enige plaats in het huis waar hij wat privacy heeft: in de waskamer, op de strijktafel, terwijl hij zelf in een tuinstoel zit. Met die 56 pagina’s klopt hij aan bij literaire agenten; de rest is geschiedenis.

Lezende foetussen

The Da Vinci Delirium’ heet het ook wel: sinds 2003 houdt The Da Vinci Code de wereld in de ban. De dag voor het boek op de markt kwam, stond er in The New York Times, op de voorpagina nog wel, al een lovende recensie die de thriller in één woord samenvatte: ‘Wow!’ Sindsdien is het hek van de dam. De thriller over symbologist Robert Langdon die een moord in het Louvre moet onderzoeken en zo op het spoor komt van de Heilige Graal én het grootste geheim van de katholieke Kerk, ging de hele wereld rond. Het werd een van de snelst verkopende boeken aller tijden – de teller staat nu op een kleine 45 miljoen exemplaren – en zag in zijn zog een hele reeks ‘handleidingen tot…’, ‘beschouwingen over…’ of ‘pogingen om mee te drijven op het succes van…’ verschijnen. Om nog te zwijgen over de georganiseerde reizen langs de plaatsen uit The Da Vinci Code (waar Amerikaanse toeristen de gidsen tot wanhoop drijven), de vele rechtszaken en natuurlijk de rel met de katholieke Kerk en Opus Dei, dat sinds het werk op de markt kwam dagelijks tientallen mailtjes krijgt om te zeggen dat ze ‘nu eindelijk maar eens de waarheid moeten vertellen’.

In maart bracht Random House, de uitgever van Dan Brown, in de VS een paperback van T he Da Vinci Code op de markt. Hoewel er op dat moment in de VS al miljoenen exemplaren van de hardback waren verkocht, werd de goedkope uitgave meteen een bestseller: begin april waren er al anderhalf miljoen stuks over de toonbank gegaan. ‘Ik denk dat ondertussen ook ongeboren baby’s het boek zijn beginnen te lezen’, zei een vertegenwoordiger van Random House tegen CNN. Niet slecht voor een thriller die – daar zijn vriend en vijand het over eens – niet bijster goed geschreven is ( Newsweek: ‘Het boek is bekritiseerd door het Vaticaan omdat het onwaarheden verspreidt over de katholieke Kerk en door literaire critici omdat het zwak proza verspreidt.’) Maar dat doet er niet echt toe: het was nooit Dan Browns bedoeling om Vladimir Nabokov naar de kroon te steken, hij wou een spannende thriller afleveren en daar is hij in geslaagd. Zoals een Amerikaanse recensent schreef: ‘De personages zijn van bordkarton, de dialogen doen je tenen krullen, qua stijl lijkt het wat op een computerhandboek, maar het is onmogelijk om ’the bloody thing’ neer te leggen.’

Cliffhangers op elke pagina, spannende codes en onthullingen over de ‘waarheid’ achter mysteries die bij iedereen tot de verbeelding spreken – de Heilige Graal, het aardse leven van Jezus, de Mona Lisa -, het zorgt voor een cocktail waar de wereld al jaren dronken van is. Zozeer dat zelfs een ernstige rechter van een Londense rechtbank het niet kon laten om in zijn voor de rest bloedserieuze vonnis een geheime code binnen te smokkelen. Browns eigen fascinatie voor puzzels stamt overigens uit zijn jeugd: zijn vader, een wiskundige, liet zijn zoon met Kerstmis het hele huis doorzoeken op zoek naar codes en tips waarmee hij zijn cadeau moest achterhalen.

En de opvolger?

Er is nog geen titel, van de plot is zo goed als niets bekend, en de publicatiedatum is hoogst onduidelijk. En toch is het een van de meest besproken boeken van het moment: de opvolger van The Da Vinci Code. Twee dingen staan al vast: net zoals in Angels and Demons en The Da Vinci Code zal Robert Langdon het centrale personage zijn en het verhaal zal zich afspelen in de vrijmetselarij, een geheim genootschap waar Brown al sinds zijn jeugd in de ban van is. Dat we zo weinig weten over Browns nieuwe boek houdt uitgevers niet tegen om toch al te proberen een graantje mee te pikken. Vorig jaar verschenen zelfs al de eerste werken óver het nieuwe boek. Secrets of the Widow’s Son bijvoorbeeld, waarin de hele mystiek rond vrijmetselaars uit de doeken wordt gedaan om alles te weten ‘over een fascinerend deel van de Amerikaanse geschiedenis dat wellicht tot leven wordt gewekt in het op stapel staande boek van Dan Brown’. Het sleutelwoord hier is ‘wellicht’. Een ander boek is Guide to Dan Brown’s The Solomon Key (veelbetekenend detail: op de cover staat ‘Dan Brown’ veel groter dan de naam van de auteur): The Solomon Key circuleerde lang als titel van het nieuwe boek, maar ondertussen is bekend geraakt dat die is afgevoerd. Waardoor deze gids al verouderd is voor hij van nut kan zijn.

Het nieuwe boek is al ettelijke keren aangekondigd, maar telkens weer is de release uitgesteld. Eerst was het 2005, dan 2006, en enkele weken geleden verklaarde Random House op 2007 te mikken. Nochtans was Dan Brown in 2003 nog vol vertrouwen dat de opvolger niet lang op zich zou laten wachten. In een interview met Entertainment Weekly vlak voor zijn ‘winterslaap’ verklaarde hij zelfs dat hij alle research al had gedaan. ‘Ik moet het boek nu alleen nog schrijven’, zei hij. ‘Dat moet maximum anderhalf jaar duren, hopelijk maar een jaar.’ Ondertussen zijn we drie jaar verder. Tussen alle geruchten die op het internet circuleren over de inhoud van het nieuwe boek, duikt dan ook vaak een ander verhaal op: de auteur lijdt aan een hardnekkige vorm van writer’s block. Het is dus goed mogelijk dat op het moment dat u dit leest, Dan Brown ondersteboven aan zijn bureau hangt.

Door Stefaan Werbrouck

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content