DE 15 VAN ZOMER 2014

TRANSCENDENCE

Van te veel zon gaat uw huid toch maar schilferen, voetbal zal u aan de tochus roesten en qua vakantie komt u niet veel verder dan uw achtertuin. Mooi zo, want ook deze zomer draaien er in de bioscoop best wat interessante films.

TRANSCENDENCE

2/7 – Omdat je maar nooit weet of Johnny Depp per ongeluk niet nog eens een goede film maakt.

In Hollywood spreken ze soms van ‘DP’s disease’, de schijnbaar onvermijdelijke wens van goede cameramannen (directors of photography, oftewel DP’s) om te regisseren. Jan de Bont is wellicht het opvallendste voorbeeld daarvan: een schitterende beeldenkunstenaar voor Paul Verhoeven, John McTiernan en anderen, die per se zelf films wilde maken en na het amusante Speed al gauw aan The Haunting en Speed 2 toe was. Laatste slachtoffer van deze ziekte: Wally Pfister, die voor Christopher Nolan de Batman-films en Inception inblikte, en nu zijn regiedebuut maakt met Transcendence. Jammer voor hem: de film flopte genadeloos aan de Amerikaanse kassa’s.

Johnny Depp speelt een wetenschapper die de grenzen van de artificiële intelligentie verlegt. Wanneer hij wordt neergeschoten, besluiten zijn medewerkers om zijn persoonlijkheid in een computer te uploaden, zodat hij verder kan leven, ook al is zijn lichaam dood. Wat natuurlijk de vraag oproept waar Depps bewustzijn begint en dat van de computer eindigt. De echo’s van 2001, The Matrix en uiteraard Inception zijn allicht geen toeval.

TRACKS

2/7 – Omdat de laatste roadmovie met kamelen die u hebt gezien Lawrence of Arabia was. En die was ook niet slecht.

Midden jaren zeventig trok Robyn Davidson met vier kamelen en een hond de Australische woestijn door, van Alice Springs naar de Indische Oceaan. Een tocht van zo’n 2700 kilometer, die werd vastgelegd door een fotograaf van National Geographic en die van Davidson een icoon maakte. Het boek dat ze over haar ervaringen schreef, werd een klassieker onder reizigers die kennis wilden maken met de ruwe, haast mystieke kantjes van de Australische outback.

Een filmbewerking stond al jaren op de agenda. Verschillende producenten, scenaristen en hoofdrolspeelsters passeerden de revue, en op verschillende momenten waren Nicole Kidman en Julia Roberts betrokken bij het project, maar uiteindelijk is het Mia Wasikowska die de rol van Davidson op zich neemt – wat goed nieuws is, want met Restless, Jane Eyre en Stoker heeft de nog altijd maar 24-jarige Aussie zich al een van de meest ballsy jonge actrices van het moment betoond. Achter de camera staat John Curran, die eerder al The Painted Veil (hoera!) en Stone (awoert!) maakte.

De vorige keer dat er na een ellendig lange tijd in development hell een gelijkaardige literaire klassieker werd verfilmd, was dat Walter Salles’ onfortuinlijke versie van On the Road. Maar hier lijkt het wel goed te komen: de eerste reacties zijn vrijwel unaniem lovend en Kristen Stewart is in geen velden of wegen te bekennen.

ANNI FELICI

25/6 – Omdat uw cinefiele vrienden zeggen dat die regisseur een van de meest onderschatte hedendaagse Italiaanse cineasten is. En als zij dat al zeggen.

De naam Daniele Luchetti is er zo een waarbij u best bevestigend knikt, ook al hebt u nog nooit een film van de man gezien. Met producties als Mio fratello è figlio unico (2006) en La nostra vita (2010) baande hij zich een weg naar het hart van een select maar trouw groepje fans. Het helpt dat zijn films enerzijds gevonden vreten zijn voor meerwaardezoekers (want het is in het Italiaans, dan lijkt een mens al snel intellectueel goed bezig), maar anderzijds wel makkelijk verteerbaar blijven. Win-win!

Met Anni felici, wat zich ruwweg laat vertalen als ‘de goede oude tijd’, keert Luchetti terug naar zijn eigen jeugd. Deze semi-autobiografische tragikomedie gaat over een kunstenaar die lampen maakt in de vorm van naakte vrouwenlichamen. Zijn eigen vrouw kan er echter niet mee lachen dat hij die dingen maakt naar levende modellen en zo barst er een huwelijkscrisis los, die wordt gedocumenteerd door oudste zoon Dario.

De lach-en-een-traanformule belooft nu niet direct de meest vernieuwende cinema, maar de internationale reacties zijn overwegend positief en u wilt niet die party-pooper zijn. Toch?

A STREET IN PALERMO

9/7 Omdat u ook wel eens graag andere mensen in de file ziet staan.

Ditis min of meer een onewomanshowvan Emma Dante: zij schreef de roman, pende vervolgens het scenario voor de filmbewerking, regisseerde die én speelde de hoofdrol. En naar de reacties op de Mostra te oordelen, heeft ze dat niet slecht gedaan. Het verhaal begint wanneer twee auto’s in een smal straatje in Palermo tegenover elkaar komen te staan. In één daarvan zit de weduwe Samira, in de andere het lesbische koppel Rosa en Clara. Geen van de twee partijen is van plan te wijken, wat leidt tot een lange face-off tussen jong en oud, progressief en conservatief.

Oké, klinkt behoorlijk schematisch – zelfs van op een afstand kun je de metaforen al spotten – maar mensen die het kunnen weten, spreken van een meeslepende, emotionele film. En na Anni felici is het al de tweede Italiaanse film van de zomer, goed voor extra cinefiele bonuspunten.

LABYRINTHUS

2/7 – Omdat uw kinderen nog altijd hyperactief zijn van The Lego Movie en dringend tegengif nodig hebben.

De Belg Douglas Boswell, die tot nog toe voornamelijk voor tv gewerkt heeft en de degelijke kortfilms Samaritan en Romance maakte, is aan zijn langspeeldebuut toe met de jeugdfilm Labyrinthus, waarin enkele jonge pubers terechtkomen in een videogame. ‘Ik ben opgegroeid met films als Indiana Jones, Star Wars, en The Goonies,‘ legt Boswell uit, ‘Amerikaanse avonturenfilms die perfect geschikt zijn voor kinderen, maar waar volwassenen zich ook mee vermaken. Dat is wat ik zelf ook wilde maken. We wilden met de vertelstijl dus niet te veel toegevingen doen aan het idee “we zijn een kinderfilm aan het maken”. We wilden het drama reëel houden, zonder te betuttelen. Niet inspelen op cuteness. Kinderen willen dat ook niet, ze willen op een volwassen manier benaderd worden. Best een moeilijke oefening, het verhaal zo vertellen dat kinderen mee zijn, zonder neerbuigend te worden.

Eigenlijk was het de bedoeling om zo veel mogelijk met echte sets te werken, ‘maar het werd al snel duidelijk dat dat budgettair onhaalbaar zou zijn. Het speelt zich ook allemaal af in een videogame, dus een cgi-omgeving was sowieso een logische keuze. Bovendien is de technologie ondertussen ver genoeg geëvolueerd om een wereld te maken die heel bewust niet fotorealistisch is, die net gestileerd is om er groot, origineel en prikkelend uit te zien. Dat is voor mij belangrijker dan realisme: een wereld creëren waarin je verloren kunt lopen, en die je accepteert binnen het scenario van de film.’

A MILLION WAYS TO DIE IN THE WEST

9/7 – Omdat u het We Saw Your Boobs-liedje van Seth MacFarlane op de Oscars wél grappig vond.

Bij Family Guy-bedenker Seth MacFarlane is het doorgaans ver zoeken naar verfijning of goede smaak. Zijn filmdebuut Ted was soms enorm grappig, maar vaak ook gewoon puberaal zonder meer. A Million Ways to Die in the West is zijn hommage aan de klassieke westerns, maar toch vooral een excuus om heel veel grapjes over borsten en piemels te maken. Niets mis mee trouwens, met borsten en piemels. En grapjes daarover.

PALO ALTO

9/7 – Omdat het u verdorie niet kan schelen dat James Franco erin meedoet!

De Coppola-clan is ondertussen al aan zijn vierde generatie filmkunstenaars toe. Palo Alto werd geregisseerd door Gia Coppola, kleindochter van Francis en dochter van Gian-Carlo Coppola, die meespeelde in een paar films van zijn vader maar in 1986 om het leven kwam bij een bootongeluk – nog vóór Gia geboren was.

Voor haar regiedebuut verkent Gia Coppola terrein dat nauw verwant is aan dat van tante Sofia. Ze vertelt het verhaal van vier pubers: twee jongens, twee meisjes, van wie er telkens één aan de brave kant is, de ander continu zoekt continu grenzen op en probeert die te verleggen. Teenage angst, eindeloze feestjes en decadentie, zonder dat het strandt in goedkoop nihilisme: het klinkt interessant. Jonge leeuwen Emma Roberts (Scream 4), Nat Wolff (van indiehit The Fault in our Stars)en Jack Kilmer (zoon van Val, die zelf ook meedoet) spelen de hoofdrollen. James Franco is niet alleen te zien in een belangrijke bijrol als sportleraar, maar schreef ook de bundel kortverhalen waarop de film gebaseerd is – wat doet hopen dat hij deze keer op zijn minst nog eens zijn best zal doen om wakker te blijven tijdens zijn eigen acteerprestatie.

Voor de rest staat er vooral veel familie op de aftiteling: Talia Shire (de zus van Francis Ford Coppola, en Connie Corleone in The Godfather) heeft een klein rolletje, peetvader Francis Ford zelf laat zijn stem even horen in de film en Robert Schwartzman, zoon van Talia Shire, verzorgt (gedeeltelijk) de muziek. Alle familieconnecties van de clan uitleggen zonder een uitgebreide stamboom en een powerpointpresentatie zou moeilijk zijn, maar geloof ons: ze zijn met veel. Hell, zelfs Nicolas Cage is eigenlijk een Coppola, hoewel het nog maar de vraag is of hij sinds The Wicker Man nog naar familiefeestjes mag komen.

BOYHOOD

16/7 – Omdat hij voorbestemd is om een van de tien beste films van het jaar te worden. Minstens.

Als concept kan het tellen: Richard Linklater (van de wonderlijke Before-trilogie) vertelt het coming of age-verhaal van Mason, die we volgen van zijn vijfde tot zijn achttiende. De twist is dat Linklater twaalf jaar lang sporadisch heeft gewerkt aan Boyhood, zodat hij ook daadwerkelijk dezelfde kindacteur heeft kunnen volgen. Op die manier zien we Ellar Coltrane voor onze ogen opgroeien. Het resultaat daarvan wordt onthaald als een waar meesterwerk. Linklater won de Zilveren Beer voor beste regie op het Filmfestival van Berlijn en er wordt nu al heel stilletjes gefluisterd over de Oscars van volgend jaar. Maar dat laatste zal wel op niets uitdraaien: daarvoor is Boyhood te klein en te authentiek.

Linklaters fetisjacteur Ethan Hawke speelt de vader, Patricia Arquette de moeder – dáár zat die dus het voorbije decennium! – in een van de meest intrigerende filmexperimenten van het jaar.

MAPS TO THE STARS

30/7 – Omdat het David Cronenberg is. Punt uit.

Normaal is het oppassen geblazen met films die de filmindustrie in haar hemd zetten. Robert Altman leverde met The Player een klassieker in het zelfbespottende genre af en David Mamets State and Main was ook raak, maar aan de andere kant van het spectrum heb je America’s Sweethearts en – bekijk hem als je durft! – An Alan Smithee Film: Burn Hollywood Burn. Nee echt, probeer die laatste maar eens te pakken te krijgen en kijk ernaar. We double-dare you.

Hoe dan ook, David Cronenberg – hij van Videodrome, The Fly, Dead Ringers, A History of Violence en ander essentieels – is nu niet direct een regisseur die je kunt verdenken van een gebrek aan lef en hij trekt de verzamelde filmindustrie dan ook een stevige wedgie met Maps to the Stars. Kindsterretjes van 13 die al in een afkickcentrum zitten, zelfhulpgoeroes met psychotische trekjes, hallucinaties van overleden familieleden en naar verluidt een indrukwekkende sequens waarin Julianne Moore worstelt met lastige stoelgang: jawel, Cronenberg is duidelijk in vorm. Werden zijn vorige films afgedaan als te conventioneel (A Dangerous Method) en te vreemd (Cosmopolis), dan levert Maps to the Stars weer een mindfuck zoals alleen Cronenberg die kan fabriceren.

DIE FRAU DES POLIZISTEN

16/7 – Omdat u Duitse films nog wel kunt pruimen als er zo goed als geen dialogen in zitten.

Er bestaat slow cinema, en dan bestaat er nog slooooow cinema. Die Frau des Polizisten behoort tot de tweede categorie, maar dat kon van Philip Gröning, de maker van de stille patersdocu Die grosse Stille ook worden verwacht. Dit drie uur durende drama over het uit elkaar vallende huwelijk van een politieagent en zijn vrouw, is opgedeeld in 59 korte hoofdstukjes, waarvan er heel wat voorbijglijden zonder dat er een woord gesproken wordt, zonder enige noemenswaardige actie en zonder een noot muziek op de soundtrack. Wel van de partij: veel zwijgzame extreme close-ups, veel schaduwen, een paar seksscènes en – voor de slechte verstaander – tussentitels met ‘begin van het hoofdstuk’en ‘einde van het hoofdstuk’. Tijdens het filmfestival van Venetië werd de film gemengd ontvangen (er werd gelachen wanneer dat niet de bedoeling was en een behoorlijk deel van het publiek verliet vroegtijdig de zaal). Maar Die Frau des Polizisten is een film met serieuze bedoelingen – excuseer, Serieuze Bedoelingen – en heeft ook fans die van een meesterwerk gewagen. Und wer weiss bent u er daar wel één van.

DAWN OF THE PLANET OF THE APES

30/7 – Omdat James Franco deze keer niet meedoet.

De in 2011 uitgebrachte reboot Rise of the Planet of the Apes was, alles welbeschouwd, een meevaller. Regisseur Rupert Wyatt durfde zijn film tenminste rustig op te bouwen, zonder dat hij elke tien minuten een actiescène moest inlassen. Oké, toen die actiescènes dan toch kwamen, werd het meteen duidelijk waarom hij er niet zo happig op was – Wyatt kan namelijk geen actie regisseren, al sla je hem dood – maar toch: een meevaller. Een sequel – na de remake – op de reboot van de vijfdelige filmreeks gebaseerd op de originele roman van Pierre Boulle kon dan ook niet uitblijven.

Twee keer goed nieuws: James Franco, die in Rise twee uur lang stond te slaapwandelen, is deze keer missing in action. En regisseur Matt Reeves was eerder al verantwoordelijk voor Cloverfield en de remake van Let the Right One In (die volstrekt overbodig, maar al met al nog niet zo slecht gedaan was). Dat zijn geen referenties om steil van achterover te vallen, maar als aanbeveling om een Planet of the Apes-film te regisseren kun je het veel slechter treffen.

THE TALE OF PRINCESS KAGUYA

13/8 – Omdat Pixar toch alleen nog maar slechte sequels op zijn vroegere successen maakt.

Wie er nog altijd van overtuigd is dat animatie bij uitstek een medium is voor kindervermaak, moet dringend Grave of the Fireflies (1987) eens bekijken. Regisseur Isao Takahata rukt je hart uit je lijf en geeft het je pas anderhalf uur later terug, compleet aan stukken gescheurd. Goed nieuws: diezelfde Takahata heeft nu The Tale of Princess Kaguya gemaakt, een productie van de roemruchte studio Ghibli, die hij destijds samen met Hayao Miyazaki (regisseur van Spirited Away en Princess Mononoke) oprichtte.

Het verhaal is gebaseerd op een (in Japan) bekend volksverhaal, over een piepklein meisje dat door een boerenechtpaar gevonden wordt in een bamboescheut. Het koppel voedt het meisje op, komt erachter dat ze eigenlijk een prinses is en brengt haar naar de grote stad om te trouwen. Maar dat ziet zij niet meteen zitten.

Animefilms hebben altijd al vastgehouden aan een eenvoudiger tekenstijl dan de standaardanimatieprent uit het land van ome Sam, maar hier gaat dat nog verder. Princess Kaguya lijkt eerder geschetst dan volledig uitgetekend, heeft een rustige lyrische sfeer én duurt ook nog eens 137 minuten. Om maar duidelijk te maken dat dit écht niet How to Train Your Dragon 2 (dat ook deze zomer uikomt) is en dat jonge kinderen het er wel eens moeilijk mee zouden kunnen hebben. Animatiefilms kunnen ook serieuze artistieke ambities hebben. Maar vertel het niet verder!

LUCY

6/8 – Omdat u Luc Besson nog altijd associeert met Léon. En met geen enkele andere film die hij sindsdien heeft gemaakt.

Er zijn mensen die voor het overige alle tekenen van mentale gezondheid vertonen, die volhouden dat Luc Besson een goede regisseur is. Hun argument: Léon, uitgebracht in 1994. Die mensen dwalen natuurlijk. Het bewijs daarvan: ál zijn latere films, zoals The Fifth Element, Joan of Arc en The Lady – en de Transporter-franchise waar zijn Eurowoodfabriek verantwoordelijk voor is. In Lucy speelt Scarlett Johansson een vrouw die door een farmaceutisch ongelukje 100 procent van haar hersencapaciteit kan gebruiken en bijgevolg geen hinder meer ondervindt van de zwaartekracht en het verloop van de tijd kan beïnvloeden. Het concept is ongeveer dat van Limitless, de drie jaar geleden uitgekomen film met Bradley Cooper, maar dan op zijn Luc Bessons. Zut alors.

WINTER SLEEP

13/8 – Omdat men u gerust mag vragen of u meer of minder Turken wilt – u wilt méér, méér, méér!

Nuri Bilge Ceylan won enkele jaren geleden níét de Gouden Palm met zijn meesterwerk Once Upon a Time in Anatolia, maar die vergissing hebben ze dit jaar in Cannes goedgemaakt, door de regisseur te bekronen voor zijn nieuwste, Winter Sleep. Ceylans films zijn lang, ze gaan traag vooruit en ongegeneerd in de diepte. Zie ook: Uzak, Climates en Three Monkeys.

Met Winter Sleep verlegt Ceylan opnieuw zijn grenzen: een 196 minuten durend praatdrama over een tirannieke, onsympathieke hoteleigenaar en ex-acteur die broedt op een boek over het Turkse theater, ruzie maakt met zijn jongere vrouw en, desnoods ongewild, zowat iedereen kleineert die zijn pad kruist. Vergelijkingen met Bergman en Tsjechov (de film is losjes gebaseerd op kortverhalen van die laatste) zijn niet van de lucht. Wie zin heeft in een stevige brok cinema, zo’n brok die over een paar jaar wel eens een klassieker genoemd zou kunnen worden, die weet waar naartoe.

THE RAID 2

30/7 Omdat The Godfather goed was, maar naar uw bescheiden mening toch te lijden had onder een schrijnend tekort aan brutale knokpartijen.

In 2011 kwam The Raid: Redemption uit, een Indonesische actiefilm, geregisseerd door de Brit Gareth Evans, die zowel publiek als critici ongeveer gelijk verdeelde tussen onvoorwaardelijke fans en sceptici die het allemaal hersendode rommel vonden. Beide partijen staat nu een verrassing te wachten, want The Raid 2 gaat een heel andere richting uit. Waar deel één zich volledig afspeelde binnen een enkel gebouw, waar de held Rama een klein legertje gangsters naar gene zijde hielp, heeft dit vervolg zowaar de ambitie een serieus misdaadepos te zijn. Rama gaat undercover in het misdaadsyndicaat van Uco, een van de grootste misdaadbazen van Jakarta. Dat is het begin van een epische, 150 minuten durende geweldopera waarin onder anderen een broer-zusduo opduikt dat zichzelf ‘Hamermeisje’ en ‘Baseballbatman’ noemt. Veel meer uitleg is daarbij niet nodig. Evans probeert de dunne lijn te bewandelen tussen westerse plotconventies en referenties aan klassiekers van De Palma, Coppola en Scorsese enerzijds, en anderzijds de oosterse martialartscinema, waarin krakende botten en opspuitend bloed de esthetiek bepalen.

DOOR DENNIS VAN DESSEL

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content