Dik twintig jaar na de publicatie van Patrick Süskinds onverfilmbaar geachte bestseller ‘Het Parfum’ – over geurengenie en maagdenmoordenaar Jean-Baptiste Grenouille – is de peperdure filmversie eindelijk een feit. Met dank aan regisseur Tom Tykwer. ‘Niets is zo inspirerend als stank en viezigheid.’

Met een budget van zestig miljoen euro is Perfume: The Story of A Murderder alvast de duurste Duitse film ooit. Het namenlijstje dat producer Bernd Eichinger voor en achter de camera wist te verzamelen – met onder anderen acteurs Dustin Hoffman en Alan Rickman, regisseur Tom Tykwer en het Berliner Philharmoniker – liegt er dan ook niet om, al hadden we van de verfilming van Patrick Süskinds wereldberoemde roman uit 1985 ook niks minder dan een spektakelstuk verwacht. Met meer dan 15 miljoen verkochte exemplaren is deze aroma’s, stank en parfums ademende psychothriller, na Erich Maria Remarques Im Westen Nichts Neues ( All Quiet on the Western Front) dan ook de succesvolste Duitse bestseller ooit.

Behoorde u niet tot die miljoenen afnemers, slaat u gewoon nooit een boek open of raakt Het Parfum op uw nachtkastje maar niet bovenaan die door Dan Brown en Pieter Aspe gedomineerde stapel lectuur? Dan vatten we het spannende, lugubere én donkerkomische verhaal even voor u samen. Jean-Baptiste Grenouille is een verschoppeling die in 1738 op een Parijse vismarkt werd geboren met een unieke gave. Hoewel hij zelf merkwaardig genoeg géén geur heeft, kan Grenouille vanop kilometers afstand alle denkbare geuren onderscheiden en tot in de kleinste finesses ontleden. Dat talent gebruikt hij als volwassene om in het atelier van meesterparfumeur Giuseppe Baldini (Dustin Hoffman) allerlei wonderbaarlijke reukjes te creëren, al is er algauw één geur waarvoor hij een morbide fascinatie ontwikkelt: die van jonge vrouwen. Het vervolg is een meeslepende thriller over een gluiperige, mysterieuze geurenfetisjist die maagdenmoordenaar wordt en alle zintuigen naar een verbijsterende climax loodst.

‘Onverfilmbaar, zo’n zinnenprikkelende geurenthriller’, denkt u? Dat vond aanvankelijk ook de auteur zelf. Jarenlang weigerde de mens- en mediaschuwe Patrick Süskind, die nooit interviews geeft en van wie er slechts één foto bekend is, dan ook om de rechten op zijn bizarre bestseller te verkopen, al liet hij zich in 2001 uiteindelijk toch overhalen door Eichinger, de veteraan die eerder al Umberto Eco’s In the Name of the Rose en de Hitler-biopic Der Untergang produceerde. Niet met een flacon Dior pour Homme, maar met een cheque van maar liefst tien miljoen euro.

Stanley Kubrick en Steven Spielberg – twee giganten die lange tijd aan het project werden gelinkt – waren toen echter allang niet meer beschikbaar. Kubrick was in 1999 overleden, Spielberg had inmiddels andere prio- riteiten, waardoor Eichinger en zijn coscenarist Andrew Birkin (broer van Jane en regisseur van de literaire adaptaties The Cement Garden en Salt on our Skin) eindelijk op zoek konden naar een geschikte regisseur. Uiteindelijk viel hun keuze op Tom Tykwer (41), de talentvolle Duitse maker van de wereldhit Lola Rennt. We ontmoeten hem ruim twee jaar later – na de wereldpremière van Perfume – in een hotel in Berlijn.

Iedereen die het boek heeft gelezen, heeft er in zijn hoofd al zijn eigen film bij verzonnen. Was je niet bang voor hun verdict?

Tom Tykwer: Nauurlijk niet. Al ben ik er wel benieuwd naar. Als je zestig miljoen euro krijgt – een abstract bedrag bijna – maak je geen film voor die paar duizend Süskind-kenners maar één die hopelijk alle filmliefhebbers aanspreekt. Wat niet wil zeggen dat we slordig met het bronmateriaal zijn omgesprongen. Aan het scenario is jaren gesleuteld en hoewel we dingen hebben geschrapt en een paar wijzigingen aangebracht, zijn we toch dicht bij de roman gebleven. Ik heb er alleen op gelet dat we er niet zo’n doodsaaie, woord-voor-woordverfilming van maakten zoals die eerste, compleet ontzielde Harry Potterfilm bijvoorbeeld. Daarom zou ik ook wel eens willen weten wat Süskind er zelf van vindt, al heb ik heb hem nog nooit gesproken of gezien. Hij woont al jaren als een kluizenaar ergens in de buurt van München.

Was het niet vreemd voor jou om andermans materiaal te bewerken? Al je vorige films – met uitzondering van ‘Heaven’ – heb je zelf geschreven, geregisseerd én van muziek voorzien.

Tykwer: Toen Bernd Eichinger tweeeneenhalf jaar geleden bij me aanklopte, was ik meteen enthousiast, maar ik heb wel enkele voorwaarden gesteld. Eén: dat ik het scenario zelf zou kunnen herwerken – hoewel hij en Andrew Birkin toen al een versie klaar hadden. En twee: dat ik de film zou kunnen maken met mijn vaste crew, zodat ik er mijn persoonlijke stempel op kon drukken. Dat heeft niks met egomanie of pretentie te maken. Alleen zie ik niet in hoe je een groots project als dit in goede banen kunt leiden als er geen eigen identiteit of creatieve visie achter steekt. Als je een slaafse interpretatie wil, moet je maar het boek lezen. Ik heb het verhaal dus zelf kunnen bijwerken, ik heb de visuele stijl kunnen uitstippelen en ik heb er ook mijn eigen muziek bij kunnen componeren die dan ook nog eens door het Berliner Philharmoniker werd uitgevoerd, het beste orkest ter wereld. Je hoort me dus niet klagen. Al vond ik het wel jammer dat Süskinds naam op de aftiteling moest, want Perfume voelt voor mij aan als een heel persoonlijke film. (lacht)

Klopt het dat Steven Spielberg, die een tijdlang als regisseur werd getipt, wél de final cut mee heeft bepaald?

Tykwer:(licht verveeld) Eigenlijk ging het meer om goed advies. Spielbergs productiefirma DreamWorks is de Amerikaanse verdeler en bovendien had Steven vroeger al aan het project gewerkt. Vandaar dat hij er dolgraag bij wilde zijn toen de eindmontage voor het eerst werd vertoond. Hij was heel tevreden over het resultaat. Hij heeft alleen een paar kleine suggesties gedaan en ons gevraagd er enkele shots uit te halen om het ietsje compacter te maken.

Spielberg bedankte wel voor de eer om de film zelf te regisseren, en ook Stanley Kubrick is er nooit aan begonnen. ‘Het Parfum’ werd door velen onverfilmbaar geacht. Jij behoort duidelijk niet tot die categorie.

Tykwer: Er zijn boeken die je niet kunt verfilmen. De Bijbel of Proust bijvoorbeeld. Dat is niet omdat je hun verhalen niet kunt visualiseren, maar omdat hun essentie besloten ligt in het specifieke taalgebruik, in de literaire en poëtische vorm. Dat is bij Het Parfum niet het geval. In mijn ogen schreeuwde dat boek erom verfilmd te worden. Het kan zowel als een genre-hybride, een thriller, een roadmovie of een romantisch drama worden opgevat, en het gaat over het verleiden van de massa, over emotionele manipulatie. Grenouille gebruikt daarvoor parfums, ik de camera.

Nochtans staan er talloze beschrijvingen in van heel specifieke geuren, die zich niet zomaar laten visualiseren.

Tykwer: Dat is waar, maar die geuren laten zich ook niet zomaar beschrijven en toch is Süskind erin geslaagd een heel geurenuniversum uit te drukken op papier. Wat hij met woorden doet, probeer ik met beelden te doen. Het grootse verschil zit hem in het weergeven van de protagonisten. Bij ons zijn die iets minder cynisch en misantropisch dan bij Süskind, bij wie je achter de woorden echt een fundamenteel nihilistische levensvisie voelt. De film gaat natuurlijk over dezelfde eenzaamheid en dezelfde drang naar glorie, maar ik denk niet het verhaal zou werken op pellicule door van Grenouille een ondubbelzinnige smeerlap te maken en een half verminkte freak, zoals hij in het boek toch naar voren komt. Bij ons is hij iets minder afstotelijk en meer dubbelzinnig, waardoor zijn persoonlijke drama meer betekenis krijgt.

De film bevat nog altijd verschillende scènes waarin het maken van parfums centraal staat. Kende je daar wat van?

Tykwer: Totaal niet. Ik koop al heel mijn leven aftershaves, that’s it. Voor de film zijn we wel naar Grasse getrokken – het mekka van de parfumindustrie, waar een deel van het verhaal zich afspeelt – en daar hebben we zelfs cursussen gevolgd. Vooral Andrew Birkin, de coscenarist, is er al jaren maniakaal mee bezig. Hij kent alle verschillende distilleermethodes en fabriceert zelfs zijn eigen geurtjes. Van hem leerde ik dat parfums creëren nog het best te vergelijken valt met muziek componeren. Het gaat om een symfonie van geuren die bestaat uit allerlei specifieke componenten en die aangemaakt wordt volgens een vast procedé.

Knap lastig om in beeld te brengen, dunkt me.

Tykwer: Dat was het ook. Het was een héél moeilijke film om te maken, dat kan ik je wel verzekeren. (lacht) Het recreëren van het achttiende-eeuwse Parijs bijvoorbeeld. Je kunt goeie locaties vinden, een geweldige production designer hebben en volkomen accurate kostuums, maar dan nog moet je het achttiende-eeuwse gevoel weten op te roepen. Er is niks vervelender en ridiculer dan zo’n kostuumfilm waarin iedereen duidelijk met nagelnieuwe toneelkostuums rondloopt en waarvan je elke seconde beseft dat je naar een reconstructie aan het kijken bent. Eén van de kwaliteiten van het boek is net dat een deel ervan zich afspeelt in de goorste achterbuurten van Parijs en dat de stank en de walm bijna van het papier opstijgen. Voor een keertje gaat het niet om de salons van de aristocratie, maar om de verpauperde volkswijken waar weinig documentatie over bestaat. Vandaar dat we er écht alles aan gedaan hebben om die miserabele, ruwe sfeer en walgelijke geuren zo authentiek mogelijk in beeld te brengen. Meestal stonden we op de set dan ook kniehoog in de modder, stront en visresten, in schril contrast met de scènes in het parfumatelier van Baldini of de lavendelvelden van Grasse. Mijn vriendin kon ’s avonds ruiken welke scène ik had gedraaid. (lacht)

Het begin is inderdaad ruw en donker, maar later zitten er toch ook heel veel mooie, bijna schilderachtige beelden in.

Tykwer: Dat was ook de bedoeling. Ik wilde dat je het contrast zou voelen tussen die vreselijke leefwereld van Grenouille en de chique milieus waarin hij belandt door zijn neus te volgen. Ik heb musea bezocht en kunstboeken doorbladerd ter inspiratie: veel van die donkere shots, met die schaduwen en dat kaarslicht, heb ik bijvoorbeeld gemodelleerd naar schilderijen van Caravaggio en vooral Rembrandt. Ik wilde de film bewust dezelfde duistere, obscure look meegeven, waardoor de scènes met Laura – het mooie koopmansmeisje op wie Grenouille verliefd wordt – er bijna letterlijk uitspringen, met hun gesatureerde kleuren en zachte contouren. Voor die shots heb ik vooral aan Bronzino, Raphaël en de pre-Raphaëlieten gedacht.

De film speelt zich af in Parijs en Grasse, maar de meeste scènes zijn in Barcelona gedraaid.

Tykwer: Barcelona lijkt veel meer op het achttiende-eeuwse Parijs dan Parijs zelf, aangezien Napoleon er elke straat heeft hertekend. Barcelona heeft nog enkele wijken die sinds die tijd nauwelijks veranderd zijn. Bovendien waren onze Catalaanse medewerkers geweldig en dan vooral het beroemde danstheatergezelschap La Fura dels Baus, met wie ik die beruchte orgiescène heb gedraaid. Ik heb nog nooit zulke toegewijde figuranten gehad. Allemaal hadden ze het boek gelezen en waren ze bereid om verschillende weekends urenlang in hun blote kont te komen liggen. Hoewel ik tijdens die scène zo ongeveer de enige was die zijn kleren nog aan had, was ik de meest gegeneerde van de troep. Als filmmaker ben ik wel wat gewend, maar 500 poedelnaakte jongens en meisjes die op jouw commando aan het vrijen slaan en muteren tot een massachoreografie van menselijk vlees: een brave jongen als ik maakt het niet elke dag mee. (lacht)

Kubrick en Birkin hebben beiden een tijdlang aan Kubricks nooit gerealiseerde Napoleonproject gewerkt, en naar verluidt heeft Kubrick met hem ook aan ‘Het Parfum’ zitten sleutelen. Schiet er in jouw film nog iets over van Kubricks visie?

Tykwer: Niks concreets in elk geval. Ongetwijfeld zal Birkin wel bepaalde ideeën van hem hebben behouden voor deze versie en we hebben samen ook vaak over Kubrick gepraat. Maar welke ideeën precies van hem komen, is moeilijk te achterhalen. Wat me wél opviel, was dat Birkin een groot expert was van de napoleontische periode. Logisch, gezien zijn samenwerking met Kubrick aan die Napoleonbiopic. Ik daarentegen was vooral een expert in de vroege achttiende eeuw, in de periode van Louis Quinze of Barry Lyndon, nu je het toch over Kubrick hebt. Prachtige film trouwens, alleen steekt die van mij er bijna diametraal tegen af. Barry Lyndon gaat enkel over de upper classes, Perfume over volks tuig dat de aristocratie aanvalt. Vandaar dat Kubrick vooral mooie, delicate plaatjes gebruikt, terwijl ik ook de lelijkheid en de stank wil tonen. Vergeet niet dat mijn hoofdpersonage zes maanden lang dezelfde plunje droeg zonder zich te wassen. Gelukkig is niets zo inspirerend als een portie stank en viezigheid. (lacht)

Door Dave Mestdach

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content