In de jaren 20 en 30 tierde de georganiseerde misdaad welig in de States. Met meer dan duizend gangs was Chicago dé misdaadmetropool van toen, al lieten boeven zich elders ook niet onbetuigd. Een overzicht van de grootste schurken, de grootste schurkenjagers én hun eigenzinnige taaltje.

Good guys

F.B.I. (Federal Bureau of Investigation)

Onderzoeksbureau dat de federale instelling voor wetshandhaving in de Verenigde Staten vormt en van 1924 tot 1972 werd geleid door Hoover. Heette voor 1935 het Bureau of Investigation en houdt zich tegenwoordig vooral bezig met terrorismebestrijding, spionage, geweldmisdrijven en witteboordcriminaliteit.

John Edgar Hoover (1895-1972)

De legendarische directeur van de FBI maakte faam als gangster- en communistenjager en als modernisator van het korps. Toch werd hij na zijn dood een controversieel figuur wegens zijn intimidatie-praktijken, geheime dossiers over politici en homoseksuele geaardheid die hij zijn leven lang verborgen hield. Nochtans werden Hoover en zijn FBI-collega annex minnaar Clyde Tolson al in de jaren 30 Johnny & Clyde gedoopt, en zou de eeuwige vrijgezel later ook in vrouwenkleren zijn gespot. Duikt op in tal van periodefilms waaronder Larry Cohens The Private Files of J. Edgar Hoover.

Eliot Ness (1903-1957)

Hoofdinspecteur van het Prohibition Bureau for Chicago en aanvoerder van The Untouchables, het politieteam dat Al Capone op de knieën kreeg. Gestalte gegeven door Kevin Costner in Brian de Palma’s The Untouchables.

Melvin Purvis (1903-1960)

De ‘Clark Gable van de FBI’. Werd een held na zijn klopjachten opBaby Face Nelson, Pretty Boy Floyd en John Dillinger, al werd hijnadien door de jaloerse Hoover opzijgeschoven. Werd in 1935 advocaat, diende als kolonel tijdens de oorlog en pleegde in 1960 zelfmoord.

BAD guys

Kate ‘Ma’ Barker (1873-1935) & zonen

Moederkloek uit Missouri wier vier zonen een hele reeks overvallen en ontvoeringen pleegden. Of Kate Barker – née Arizona Donnie Clark – daarvan het meesterbrein was, is twijfelachtig, ook al sneuvelde ze naast haar zoon Fred en inspireerde haar legende Roger Corman tot zijn film Bloody Mama.

Al ‘Scarface’ Capone (1899-1947)

De machtigste gangster uit de Prohibitiejaren, gespecialiseerd in smokkel, wapenhandel en illegale drankverkoop. Hij werd gefnuikt door Elliot Ness en werd in 1931 veroordeeld wegens belastingontduiking. Op het witte doek werd hij gestalte gegeven door onder meer Rod Steiger, Jason Robards en Robert de Niro in Brian de Palma’s The Untouchables.

Charles ‘Pretty Boy’ Floyd (1904-1934)

Overvaller en handlanger van Dillinger, bezongen in de Woody Guthrie-ballade Pretty Boy Floyd en de gelijknamige biopic van Herbert J. Leder. De fel gemythologiseerde outlaw werd in 1934 neergemaaid door de equipe van Melvin Purvis.

George ‘Machine Gun’ Kelly (1895-1954)

Overvaller, bootlegger en kidnapper die vooral door zijn vrouw tot legendarisch gangster werd opgewerkt. Werd in 1933 tot levenslang veroordeeld en sleet zijn laatste 21 jaren in Alcatraz. De eerste prooi van Hoovers G-Men, later geïncarneerd door Charles Bronson in de biopic van Roger Corman.

Baby Face Nelson (1904-1934)

Psychotische bankovervaller uit Chicago – né Lester Joseph Gillis – die wegens zijn jongensachtige looks Baby Face Nelson werd gedoopt. Lid van de ’tweede’ Dillinger-bende, ‘public enemy no. 1’ na diens dood en door de FBI neergeschoten bij de Battle of Barrington. Vertolkt door Mickey Rooney in de Don Siegelfilm Baby Face Nelson en door Richard Dreyfuss in John Milius’ Dillinger.

Bonnie Parker (1910-1934) & Clyde Barrow (1909-1934)

Het meest geromantiseerde outlawkoppel uit de Depressiejaren pleegde vooral overvallen op kleine banken en tankstations. Of Bonnie ook actief bij de Barrowbende betrokken was, is onzeker, ook al stierf ze aan de zijde van Clyde in een kogelregen – te zien in de al even mythische gangsterfilm van Arthur Penn uit 1967.

Arnold ‘The Brain’ Rothstein (1882-1928)

New Yorkse zakenman die aan het hoofd stond van een van de eerste misdaadkartels. Het brein achter het Black Soxschandaal – een omgekochte baseballfinale – dat F. Scott Fitzgerald inspireerde tot diens Nathan Detroitpersonage uit The Great Gatsby.

Crime Talk

Bootlegging

Het smokkelen en transporteren van illegale alcohol. De term komt van het wegmoffelen van drankflesjes in beenkappen.

G-Men

Afkorting voor Government Men en bijnaam voor FBI-agenten. Volgens de legende uitgevonden door Machine Gun Kelly die bij zijn arres-tatie ‘Don’t shoot, G-Men‘ schreeuwde. De agenten van het ministerie van Financiën worden ‘T-Men’ genoemd, naar Treasury Men.

Murder Incorporated

Een New Yorks misdaadkartel – met onder meer Bugsy Siegel en Louis ‘Lepke’ Buchalter – dat tussen 1920 en 1950 honderden moorden pleegde in opdracht van de maffia.

Prohibitie

Verbod op het stoken, vervoeren en verhandelen van alcohol. Gold van 1920 tot 1933 en resulteerde tijdens de Grote Depressie in de opkomst van de misdaadsyndicaten in tal van Amerikaanse steden.

Public enemynumber one

Term om de meest staatsgevaarlijke criminelen mee aan te duiden. In 1930 gepopulariseerd door Chicago’s hoofdinspecteur Frank Loesch met Al Capone in het vizier. Later overgenomen door Hoovers FBI en gedragen door onder meer John Dillinger, Baby Face Nelson en Bonnie & Clyde.

Speakeasy

Vrij vertaald: ‘zachtjes spreken’. Een bar waar je tijdens de drooglegging illegaalalcohol kon krijgen, als je het discreet en stilletjes vroeg tenminste.

Saint Valentine’s DayMassacre

Slachtpartij tussen de Italiaanse South Side Gang van Al Capone en de Ierse North Side gang van Bugs Moran op 14 februari 1924, waarbij zeven gangsters sneuvelden in een garage aan North Clark Street. Gedramatiseerd in Roger Cormans gelijknamige film uit 1967, alsook in de originele Scarface uit 1932.

The Black Hand

Afpersingsmethode van de maffia waarbij via een dreigbrief geld werdgevraagd. Vanaf 1900 ook een verzamelnaam voor de eerste, doorItaliaanse immigranten opgerichte misdaadorganisaties in de States.

Wall Street Crash

De eerste grote beurscrash met als piek zwarte donderdag 24 oktober 1929. Op die dag kelderden de meeste aandelen van de New York Stock Exchange, wat resulteerde in de catastrofale crisis van de jaren 30, oftewel de Grote Depressie. Het Amerikaanse bnp daalde met 40 procent, miljoenen mensen verloren hun spaargeld en een kwart van de bevolking zat zonder werk.

Door Dave Mestdach

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content