Ik teken al zolang ik een potlood kan vasthouden. Ik ben er nog altijd niet achter wat er me zo in aanspreekt, ik weet alleen dat ik nooit iets liever gedaan heb en dat ik nooit iets liever zal doen. De enige droom die ik vroeger had, was een strip uitgeven die helemaal van mij was: scenario én tekeningen. Daar ben ik echt maniakaal mee bezig geweest en daar had ik alles voor opgegeven. Ik spiegelde me aan Hergé, aan Morris en aan Goscinny, en dat blijven nog altijd grote voorbeelden: vakmannen die méér dan vakwerk maakten, en die bij vlagen echt geniale dingen deden. Strips maken is vechten. Je moet een beetje krankzinnig zijn om het te willen doen, zeker in Vlaanderen. ‘De betere strip’ blijft hier synoniem staan met XIII, Largo Winch en Thorgal: de Hollywoodfilms onder de strips. En in boekhandels vind je alleen Maus van Art Spiegelman, alsof dat de enige literaire strip is die ooit werd gemaakt. Je hoort soms dat je hier van een kwaliteitsstrip voor volwassenen hooguit duizend exemplaren kan verkopen, maar daar weiger ik me bij neer te leggen. Volgens mij weten veel mensen gewoon niet van zichzelf dat ze graag kwaliteitsstrips zouden lezen.

Ik ben waanzinnig veeleisend, kritisch op het onmenselijke af. Bij negentig procent van wat ik te zien krijg, denk ik meteen: ‘ Crap.’ Bij nog eens negen procent: ‘Goede poging, maar er had meer in gezeten’. En dat ene procentje dat overblijft, kan me écht bekoren. Ook voor mezelf ben ik ontzettend kritisch: ik ben me bewust van elk foutje in mijn strips. Maar van anderen kan ik vreemd genoeg heel moeilijk kritiek verdragen. In een kortverhaal voor een stripblad heb ik zelfs een keer een recensent opgehangen, uit wraak voor een zure commentaar.

Het onderschrift ‘Only a hobo’ bij mijn zelfportret heb ik van Bob Dylan. Het is de titel van een song over een zwerver, waar mijn zelfportret me een beetje aan doet denken. Dylan is een van mijn grootste helden, er gaan maanden voorbij dat ik naar niets anders luister. Niet alleen zijn teksten en zijn muziek, maar zelfs zijn nasale stem vind ik weergaloos. Het bewijs dat ik écht wel een fan ben, zeker?

Striptekenaar Conz – voluuit Constantijn Van Cauwenberghe – won twee jaar geleden de debuutprijs voor Toen ik nog de baas van de wereld was. Sindsdien was hij stadstekenaar van Turnhout, en publiceerde hij Ringo en Martha, de eerste twee delen van zijn trilogie De Tweede Kus. Dit jaar wordt het derde en laatste deel verwacht: Hanne.

Opgetekend door Wouter Van Driessche

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content