Contour, op verscheidene Mechelse locaties, tot 12/10. tel. 015 41 30 28 en www.contourmechelen.be

Met het Mechels Audiovisueel Festival Contour heeft Vlaanderen er een nieuw kunstenfestival bij. De biënnale focust op videokunst en cultureel erfgoed.

Videokunst is allang niks nieuws meer, je kunt er tegenwoordig zelfs ronduit klassieke tentoonstellingen mee maken. In kerken bijvoorbeeld. Mechelens eerste videobiënnale doet een poging. De selectie van de kunstenaars is alvast oké. Geen avontuurlijke keuze, maar een breed spectrum van wat videokunst vandaag vermag. Gastland is Nederland, en dat levert een paar sterke werken op. In de voormalige Minderbroederskerk kun je gaan kijken naar Saint Sebastian van Fiona Tan, een ongelooflijk subtiele registratie van een inwijdingsritueel voor jonge Japanse vrouwen. Het blijft een beetje gissen naar het ritueel zelf, je ziet alleen maar dat de jonge vrouwen pijlen afschieten. Tan pint haar camera vooral vast op hun gezichten. Jeroen de Rijke en Willem de Rooij – te zien in de doopkapel van de Sint-Katelijnekerk – doen hetzelfde, maar met junks. In ruil voor een blikje frisdrank vroegen ze zes drugsverslaafden in Amsterdam om twee minuten lang in hun camera te kijken. In een halfdonker scherm kijken twee grote, onrustige ogen je aan, terwijl ze af en toe afglijden naar de plek waar het spul wordt gedeald. De beelden zijn stom – de junks kijken je alleen maar aan -, maar tegelijk door en door menselijk.

Drie werken werden speciaal voor Mechelen gemaakt. Sven Augustijnen richt een nuchtere maar fascinerende blik op François. François lijdt aan afasie: zijn taalvermogen hapert. Augustijnen filmde hem tijdens een logopedieles. Plots wordt duidelijk wat voor een onmisbaar keurslijf taal is: precies in de fouten die François maakt, reveleert zich de norm. Augustijnen registreert het allemaal zonder veel poespas, en dat werkt. Hans op de Beeck daarentegen stelt teleur. Hij maakte een film op maat van de Begijnhofkerk. Op de Beeck jongleert met religieuze en kunsthistorische motieven, maar de film haalt niet het niveau van vroeger werk. In My brother’s gardens bijvoorbeeld, de gestileerde tentoonstelling met film, sculpturen en tekeningen die hij een half jaar geleden bij Galerie Xavier Hufkens in Brussel toonde, ontspon zich een haast ouderwets mooi verhaal over een desolate blik op de wereld. Ditmaal beklijft het narratieve aspect veel minder. De film speelt zich af in de buurt van de kerk, maar blijft braafjes vervat in de contouren van het scherm waarnaar je zit te kijken.

Dat geldt trouwens ook voor het werk van de meeste andere kunstenaars. Gelukkig vormt het nieuwe werk van Honoré d’O en Franciska Lambrechts een uitzondering. In het overdadig barokke interieur van de Sint-Janskerk staan er zestien schermen, terwijl er op de muur een Avondmaal wordt geprojecteerd, minus drie rollen: de verlosser, de ongelovige en de verrader ontbreken op het appèl. De video’s verwijzen één voor één naar allerlei motieven in de kerk. Manneke Adonis bijvoorbeeld gaat kopje-onder in een idyllisch meer; Het ene en het alles wordt een glazen bol die boven het water zweeft; De oogst, die wordt gewoon letterlijk afgereden, en de Puttoputti Ottupittup ten slotte cirkelen niet meer omhoog. Geen kunst die de blik altijd ook een beetje naar boven richt, maar een universum dat zich nu ontspint en zichzelf tot kunst verklaart.

Door lars kwakkenbos

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content