Ze viel vorig jaar met haar debuut nét buiten ons albumjaaroverzicht en een sneeuwstorm verhinderde haar geplande passage in de Botanique. Maar Agnes Obel is terug in het land: voor een concert uiteraard, maar eerst voor een gesprek. ‘Schoonheid ontstaat niet altijd op een mooie plek.’

Agnes Obel ziet een beetje bleek om de neus als we haar spreken in de kantoren van platenfirma PIAS. De Deense pianodeerne voelt zich onwel, en daar heeft het Brusselse stratenplan alles mee te maken: ‘Blijkbaar word ik wagenziek – nog nooit meegemaakt. Ik leer heel wat bij over mezelf tijdens deze tournee.’ Die tournee is bijlange niet ten einde, want met Philharmonics heeft Obel een viersterrenalbum op zak dat haar sinds vorig jaar een uitdijende fanbasis bezorgt. Zelfs celebrityblogger en popteef Perez Hilton uitte zich onlangs als liefhebber!

Enig idee welke gevoelige snaar je bij al die mensen raakt?

Agnes Obel: Eerlijk gezegd niet, neen. Misschien komt het omdat Philharmonics een album is waar de songs in het middelpunt staan, zonder al te veel poespas errond? Sorry, dat is het beste wat ik kan bedenken. (Nerveus lachje)

Jouw album doet me denken aan ‘For Emma, Forever Ago’ van Bon Iver. Ook zo’n plaat die langzaam maar zeker harten veroverde met naakte, bijna confronterende songs die klinken alsof ze in je huiskamer gemaakt zijn.

Obel: Daar zit iets in, ja. Dankjewel voor de tip! Net als Bon Iver heb ik ook in relatieve afzondering aan mijn muziek gewerkt. Misschien worden mensen wel geraakt door het isolement dat in de songs doorschemert. Want wie is er tegenwoordig nog helemaal op zichzelf, met smartphones, draadloos internet en dergelijke? Isolement is bijna een luxe geworden.

Justin Vernon van Bon Iver maakte zijn plaat in een ondergesneeuwde cabine in de bergen van Wisconsin – nu jij!

Obel: Het is geen sneeuwhut, maar het scheelt niet veel. Het album is geschreven en opgenomen in een oud radiostation net buiten Berlijn, dat tijdens de DDR-periode het hoofdgebouw van de staatsradio was. Een prachtige ruïne is het, helemaal leeggeplunderd toen de Muur viel. Zelfs de plankhouten vloeren zijn opengebroken en van de filharmonische concertzaal blijft ook niet veel over, maar in de kelder zijn de mastering studio’s behoorlijk intact gebleven. Mijn vriend en ik huren er naast ons appartementje in Kreuzberg allebei een studio, maar toen onze auto putje winter de geest gaf, bleven we er permanent slapen.

TWIN PEAKS

Schrijf je alle songs aan de piano?

Obel: Yep, het zijn de melodieën op mijn piano die de songs dicteren. Speelsgewijs, letterlijk. Ik houd van de piano omdat je met erg weinig heel veel emotie kunt oproepen. Twee toetsen, meer heb je soms niet nodig. Hoe simpeler, hoe beter. Ik houd niet van collagetoestanden, wel van melodieën die blijven hangen en die je kunt meeneuriën.

Wist je dat ‘Riverside’ het wachtmuziekje is als je de kantoren van PIAS belt?

Obel: Echt?! Ofwel een compliment ofwel helemaal het tegenovergestelde. Daar moet ik nog eens over nadenken. (Lacht)

Je ziet er in het echt heel anders uit dan op je albumhoes. Op die foto lijk je heel ouderwets, een beetje in de stijl van ‘American Gothic’, het bekende schilderij van Grant Wood.

Obel: Die vergelijking met Amerikaanse farmers heb ik nog gehoord, al zien veel mensen er ook iets David Lynchachtigs in, iets genre Twin Peaks. Dat zal wel aan die uil liggen.

Ja, hoe zit dat eigenlijk met die uil?

Obel: Die hebben we samen met enkele andere vogels van een taxidermist geleend. We hadden ook een kraai, maar dat hintte te veel naar Tippi Hedren en The Birds van Alfred Hitchcock. Een kip was er ook, maar daarvoor vond ik mijn muziek niet, euhm, kipachtig genoeg. (Schatert) Het is niet gemakkelijk om muziek in beelden om te zetten. Muziek is een taal die we allemaal begrijpen, maar niet spreken – als je begrijpt wat ik bedoel. De albumhoes moest de sfeer van de songs representeren, niet mezelf. Maar hoe vertaal je muziek naar foto’s? Blijkbaar zijn we in ons opzet geslaagd.

ROY ORBISON

Op de plaat staat een prachtige cover van John Cales ‘(I Keep A) Close Watch’, die in jouw minimale uitvoering helemaal anders klinkt dan het orkestrale origineel. Zou het iets voor jou zijn: samenwerken met een orkest?

Obel: Er bestaan twee versies van Close Watch: de originele versie uit 1975 (te vinden op het album ‘Helen Of Troy’; nvdr.), en een ingetogen versie op Music For A New Society uit 1982. Ik heb me uiteraard op die laatste gebaseerd. Ik zie mezelf niet snel met een orkest samenwerken, daarvoor houd ik te graag zelf de touwtjes in handen. Wat ik wel graag wil uitproberen, is een mannenkoor. Ik kan namelijk zelf geen lage noten zingen, maar houd van diepe, donkere stemmen. Ennio Morricone laat in zijn composities af en toe mannenkoren opdraven, het geeft een heel aparte sfeer aan de muziek.

Je liet al optekenen dat je fan bent van Roy Orbison, een van de mooiste mannenstemmen ooit.

Obel: Oh ja, zo droomachtig en zwoel. Zelfs de songs die hij bij The Travelling Wilburys zong, vind ik goed! Nog een zanger die ik bewonder, is Daniel Johnston. Hoe hij True Love Will Find You In The End zingt: buitenaards mooi.

Orbison ging zijn hele carrière gebukt onder zijn verlegenheid en podiumvrees, Johnston is schizofreen met een bipolaire stoornis – mooi zingen is niet altijd een pretje.

Obel: Ik weet het, schoonheid ontstaat niet altijd op een mooie plek. Misschien klinkt er net daarom zoveel waarachtigheid in hun stemmen. Ik denk of hoop oprecht dat Roy Orbison en Daniel Johnston door te zingen al de ellende in hun leven konden overstijgen.

Amen!

PHILHARMONICS Nu uit bij Pias.

AGNES OBEL LIVE 9/4, Domino, AB, Brussel, uitverkocht. 17/5, Les Nuits Botanique, Botanique, Brussel.

DOOR JONAS BOEL

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content