Een beschadigd lichaam, een verscheurde ziel en een uitgebluste carrière – de rol van verzopen worstelvedette in The Wrestler is Mickey Rourke (52) op het getekende lijf geschreven. De eeuwige Hollywoodrebel heeft het over zijn zoveelste comeback én zijn kans op een eerste Oscar. ‘Logisch dat iedereen me afgeschreven had. Dat had ik zelf namelijk ook.’

Onkruid vergaat niet, zo wil het gezegde. Als dat binnen de met glitter en glamour gecementeerde muren van Tinseltown voor iemand opgaat, dan wel voor ex-Hollywoodster, ex-sekssymbool, ex-profbokser en ex-van-alles-en-nog-wat Mickey Rourke (52). De verguisde leading man uit Rumble Fish, Year of the Dragon, Nine 1/2 Weeks en Barfly was door velen – hijzelf incluis – allang afgeschreven, maar drie jaar na zijn kortstondige opleving met de noir-comic Sin City maakt hij weer een onverhoopte comeback. En wat voor één.

Met het ontroerende The Wrestler – een dardenniaans verpakt worsteldrama van Requiem for a Dream-regisseur Darren Aronofsky – heeft Rourke eindelijk nog eens een vlezige hoofdrol te pakken. Bovendien won de film de Gouden Leeuw op het filmfestival van Venetië, en mocht Rourke twee weken geleden zijn eerste Golden Globe in ontvangst nemen – om van de allereerste Oscarnominatie uit zijn grillige, grotendeels door hemzelf verpeste carrière nog maar te zwijgen.

In de veelgeprezen prent haalt Rourke de spandexbroek en spierbalsem van Randy ‘ The Ram‘ Robinson boven, een uitgerangeerde worstelkampioen die met nostalgie aan zijn gloriedagen in de jaren 80 terugdenkt. Meer dan wat derderangskampen en kloteklusjes zitten er voor de aftakelende Randy niet meer in. Tenzij hij het alsnog met zijn vervreemde dochter (Evan Rachel Wood) kan goedmaken, bij zijn favoriete stripteaseuse (Marisa Tomei) wat warmte zou vinden en in de ring nog één keer mag schitteren, al tekenen zijn knokige botten en beurs gebeukte rug steeds vaker protest aan.

Je hoeft niet over veel fantasie te beschikken om in Randy’s zielige, autodestructieve relaas een spiegel te zien van Rourkes eigen van ongezonde dosissen seks, drugs en rock-‘n-roll doorzopen loopbaan, met de worstelarena als metafoor voor Hollywood. ‘De film werd geschreven met mij in gedachten’, grijnst Rourke, de bast half ontbloot, met whisky en sigaretten binnen handbereik en zijn onafscheidelijke chihuahua Loki vredig duttend naast hem. ‘Randy is een onverbeterlijke fuck-up, een has-been die alles voor zijn sport heeft gegeven, maar het buiten de ring volledig heeft verknald. Door zijn eigen domme schuld heeft hij zijn looks, gezondheid en geliefden verloren. Ik wil niet pathetisch klinken, maar het kostte me niet veel moeite om me met Randy en zijn schaamtegevoel te identificeren.’

Dat zal wel beteren als je straks een Oscar wint, niet?

Mickey Rourke: Twintig jaar geleden zou een Oscar alles voor me betekend hebben. Nu wil ik gewoon mijn carrière voortzetten. Ik acht me dolgelukkig dat ik na al die jaren opnieuw kan werken. Tenslotte krijgt niet iedereen een tweede kans – zeker niet in Hollywood. En ik kan het je verzekeren: vijftien jaar geleden was het echt wel afgelopen met mij.

Hoe ben je er dan in geslaagd om terug te keren?

Rourke: Ik ben een vechter, maar heb vooral geluk gehad. Enkele weken geleden ontmoette ik een grote Hollywoodster van vooraan in de veertig die ooit 30 miljoen dollar per film kreeg, maar wiens carrière inmiddels al een paar jaar in het slop zit. Ik keek naar hem en zag meteen dat hij noch de wil noch de kracht heeft om terug te keren. Tenzij hij, zoals ik, snel een paar betrouwbare mensen ontmoet die hem weer op het rechte pad helpen.

Wie waren dat voor jou?

Rourke: Enkele vrienden. Mijn broer. Mijn levensgezel Loki ( zijn chihuahua; nvdr. ), die inmiddels al zeventien is en van een operatie herstelt. En mijn psychiater. Toen mijn ex het indertijd aftrapte ( Carré Otis, met wie Rourke van 1992 tot 1998 getrouwd was en die hij nog steeds de liefde van zijn leven noemt; nvdr. ) smeekte ze me om hulp te zoeken en voor één keer heb ik haar advies opgevolgd. Dat heeft niet alleen mijn carrière, maar ook mijn leven gered. Cause I was totally fucked up back then.

Zou je de dingen nu anders aanpakken?

Rourke: Absoluut. Vroeger voelde ik me in oorlog met alles en iedereen. I was just pissing in the wind, you know. Voor mijn eerste goede rol in Body Heat kreeg ik 1000 dollar per dag. En wat deed ik? Meteen 1500 eisen en de hand bijten die me voedde. Had ik die 500 dollar nodig? Fuck no! Maar ik kwam uit een hard, onbemiddeld white trash milieu en dacht dat het Hollywoodspel zo gespeeld werd. Ik was ook alleen met mezelf bezig. Ik kwam van de Actor’s Studio in New York, wilde in de traditie van Marlon Brando en Montgomery Clift treden en dacht dat alles om respect en authenticiteit draaide. Compromissen sluiten of film als een industrie beschouwen hoorde daar absoluut niet bij. Ik ging die beunhazen uit Hollywood eens tonen hoe het moest. Maar dat was bullshit natuurlijk. De wereld en Hollywood waren helemaal niet tegen mij. Het zat allemaal in mijn hoofd.

Begin jaren 90 keerde je Hollywood de rug toe en werd je profbokser. Uit roeping of uit noodzaak?

Rourke: Beide. Ik had altijd al gebokst en prof worden was een droom van me. En in Hollywood wilde toch niemand nog met me werken. Plus: ik had een degout van mezelf als acteur gekregen. Ik had een dik pantser opgebouwd waarvan mensen bang waren. Hoe meer ze hun best deden om dat te doorbreken, hoe defensiever en bitsiger ik werd. Dat schild werd gewoon een gevangenis waarin ik mezelf opgesloten had. Bovendien had ik toen ook een foute entourage. Kortom : I was in all the wrong places with all the wrong people.

Al in ’97 begon je opnieuw te acteren – met vallen en opstaan. Waarom heeft het zolang geduurd vooraleer je echt terug was?

Rourke: Iemands vertrouwen schenden gaat snel. Iemands vertrouwen winnen duurt heel wat langer. Toen ik terugkeerde na zes jaar bokser te zijn geweest, beschouwden producenten me als een totaal onbetrouwbare factor. En dus moest ik langzaam terugkomen via kleine rolletjes in kleine films. Er was zeker geen ontvangstcomité om mijn comeback te vieren. Integendeel. Overal kreeg ik te horen dat ik maar beter weg kon blijven en dat ik sowieso afgeschreven was. En terecht. Ik had mezelf namelijk ook afgeschreven. Ik kan Darren Aronofsky dan ook niet genoeg bedanken voor de kans die hij me met The Wrestler geboden heeft.

Voel je nu geen enorme druk om te bevestigen?

Rourke: (Knikt) Ik wist eerlijk gezegd niet goed wat doen na The Wrestler. Ik wist dat we een fantastische film hadden gemaakt, en dat ik weer in een positief daglicht zou komen te staan. Daarom wilde ik absoluut niet weer de foute keuzes maken. Gelukkig heb ik Killshot, een thriller van John Madden naar een roman van Elmore Leonard die straks uitkomt. En ik heb inmiddels ook een remake gemaakt van 13 Tzameti met Ray Winstone, Ben Gazzara en Jason Statham. Hopelijk wordt die prent ook een knaller. Geld interesseert me allang niet meer. Ik wil met goede regisseurs aan interessante films werken en de producenten tonen dat ik geëngageerd én betrouwbaar ben.

Het levensverhaal van Randy vertoont nogal wat gelijkenissen met dat van jou. Is ‘The Wrestler’ een soort schuldbekentenis?

Rourke: Deels wel. Ik heb Darren zowel fysiek als emotioneel alles gegeven wat ik in me had. Dat eiste hij van mij, hoe persoonlijk of uitputtend ook. The Wrestler was een pijnlijke trip. Ik heb bijna elke dag gehuild. En toch wil ik dolgraag opnieuw met Darren samenwerken, desnoods zelfs gratis.

Hij heeft zijn nek voor jou uitgestoken, want op een gegeven moment zou Nicolas Cage de rol van Randy vertolken.

Rourke: Klopt. Zeven miljoen dollar is relatief weinig voor een film, maar niemand wilde zoveel geld ophoesten al ik de hoofdrol zou spelen. Vandaar dat het project bij Nicolas Cage belandde, die er als grote ster meteen 20 miljoen voor bijeenkreeg. Nicolas heeft me toen gebeld om mijn fiat te vragen, maar gelukkig is het project uiteindelijk toch weer bij mij terechtgekomen. Iedereen was reuzeblij voor me. Behalve ik. (Lacht)

Waarom?

Rourke: Omdat ik wist dat Darren mijn bloed wilde. Dit zou en moest tenslotte mijn film worden. Ik wist dat ik al die pijnlijke herinneringen zou moeten oprakelen. En dat ik 15 kilo spiermassa moest bijkweken en zeven maanden lang als een professionele worstelaar diende te leven en te trainen.

Heeft je bokservaring je daarbij niet geholpen?

Rourke: Integendeel. Ik moest alles afleren wat ik als bokser had geleerd. Boksen gaat over raken en ontwijken, worstelen over faken en contact zoeken. De twee vallen niet met elkaar te vergelijken. Ik had ook totaal geen respect voor worstelen, dat ik niet als een sport, maar als een circusact voor freaks beschouwde. Maar: na alle blessures en intensieve trainingen weet ik ondertussen wel beter. Worstelaars zijn top-entertainers én topatleten die honderd procent voor hun publiek leven, ook al moeten ze steroïden slikken en gaat dat soms ten koste van hun gezin. Toen ze met zijn allen zaten te snotteren bij de première waarop ik hen had uitgenodigd, wist ik dat ik hun respect gewonnen had en dat we een authentieke film hadden gemaakt.

Randy heeft het lastig met ouder worden. Jij ook?

Rourke: Als je naar mijn plastische ingrepen vraagt, kan ik je zeggen dat die vooral met mijn bokscarrière te maken hebben. Ik heb zes jaar voor punchbal gespeeld en mijn vertimmerde kop moest écht wel bijgewerkt worden. Voor de rest zie ik mezelf het graf induiken zoals ik er nu bijloop. Dat neemt niet weg dat ouder worden klote is en dat het vroeger makkelijker was om vrouwen te versieren. Zolang ik geen saaie ouwe lul word, heb ik er echter vrede mee.

Randy heeft ook heimwee naar de jaren 80, ’toen je nog lol mocht trappen en die depressieve Kurt Cobain de muziek nog niet verneukt had’. Herkenbaar?

Rourke: Zeker. Ik herinner me de jaren 90 zelfs geeneens. En ik wil ze me ook niet herinneren, al was het maar om de klotefilms die ik toen heb gemaakt. (Lacht)

Hoort ‘Shades’ daar ook bij, die film uit 1999 van Erik Van Looy?

Rourke: Erik who? Wat ik me daar vooral van herinner is dat ik toen flink veel lol heb getrapt met Danny Hiele, de Hollandse cameraman. Doe je hem en Erik de groeten van me?

The Wrestler

Vanaf 11/2 in de bioscoop.

door Dave Mestdach

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content