Film: **** Extra’s: ** (Dutch Film Works)

Film. Swastika’s, jodenhaat en een ménage à trois: niet meteen de geijkte ingrediënten van de Hollywoodmusical. Cabaret is dan ook geen vrijblijvende muzikale komedie, maar een grensverleggend muzikaal drama waarin de feel good-mix eigen aan het genre (zeemzoete love story, kleurrijke pret, een geïdealiseerd wereldbeeld, happy end) plaats maakt voor onheilspellende en morbide sfeertjes, een obsessie met dood en aftakeling, sardonische humor, vlijmscherpe maatschappijkritiek en losse zeden.

Gevierd Broadwaychoreo- graaf Bob Fosse schetst in zijn tweede filmmusical de opgang van het nazisme via het spektakel van een tweederangscabaret in Berlijn begin jaren dertig. De titelsong Life is a Cabaret zet de toon. Op het podium van de (fictieve) Kit Kat Klub worden in agressief clair-obscur de nummertjes opgevoerd die de malaise in Weimar Duitsland en de opmars van het nationaal-socialisme weerspiegelen, hekelen en becommentariëren. Zo krijgen we bijvoorbeeld een crosscutting tussen een dijenkletsend tirolerliedje en de SA die een jood in elkaar slaat. Michael York is de onschuldige Brit die in decadent Berlijn aanbelandt en er de nieuwe orde, maar ook zijn eigen biseksualiteit ontdekt. Hij is een opgepoetste versie van Christopher Isherwood wiens Goodbye to Berlin-verhalen de basis vormden van het toneelstuk (en de latere filmversie) I Am a Camera, dat op zijn beurt tot de Broadwaymusical Cabaret leidde. Liza Minnelli werd in een klap een megaster met haar creatie van de in Berlijn gestrande Amerikaanse zangeres die terwijl de wereld om haar heen aan de afgrond bengelt, van een grote filmcarrière droomt. Het werd Minnelli’s eerste en helaas ook enige grote triomf voor de camera: je ziet inderdaad de geboorte van een ster, alleen wisten we toen nog niet dat ze vrij snel een pathetische karikatuur van zichzelf zou worden. Zo mogelijk nog indrukwekkender dan Liza is Joel Grey in de rol die hij op Broadway creëerde: de akelig geschminkte ceremoniemeester die als een duivels- pop over de louche show heerst.

De makers van deze spetterend macabere circusvertoning kennen duidelijk hun klassiekers: de spottende songs van John Kander en Fred Ebb bevatten meer dan een knipoog naar Brecht & Weill, de expressionistisch vervormde figuren verwijzen naar George Grosz, Max Beckmann en G.W. Pabst.

Extra’s. In de veel te korte documentaire Cabaret: A Legend in the Making blikken de makers en acteurs terug op deze baanbrekende musical waarin niemand geloofde en die door een kleine maatschappij werd geproduceerd. De in 1987 overleden Fosse krijgen we alleen in archiefbeelden te zien, maar er zijn leuke cameratests van Liza Minnelli en Michael York. Je kan ook de briljant geënsceneerde en dito gemonteerde muzikale nummers apart bekijken, zonder de verhalende ballast.

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content