Haal het Atomium naar beneden, leg Manneke Pis droog, vergrendel de Grote Markt en stop een staaf dynamiet onder Koekelberg. Brussel heeft als cultuurstad immers heel wat meer te bieden dan stoffige clichés bevolkt door zich suf flitsende Japanse toeristen. ZEVENTIEN kenners (en Arno) bezingen voor u hun favoriete plek in ‘la capitale’. Hit it, maestro!

De zogeheten Pakketboot (naar een pragmatisch ontwerp van architect Joseph Diongre) ligt aangemeerd aan de vijvers van Elsene en serveert dagelijks een stevige portie wereldcultuur. Galicische volksmuziek, Vlaams-polyfoon klassiek, Taiwanese cinema, jazz uit Afrika…: sinds vorig jaar doet het voormalige en volledig gerenoveerde omroepgebouw van het NIR dienst als multicultureel trefpunt voor de meest verschillende muziekgenres, maar ook voor film en de wisselwerking tussen diverse kunstdisciplines. En wees gerust: van de kwade geest van Tony Corsari valt in deze dynamische geluid- en beeldfabriek geen spoor meer te bekennen.

Priester en politicus

Het Muziekinstrumentenmuseum (MIM), opgericht in 1877 aan het Conservatorium, beheert een wereldberoemde collectie instrumenten en wil daarnaast ook een permanent muziekforum, een trefpunt voor culturen en een gezellige ontmoetingsplaats zijn. Die ambities worden waargemaakt sinds het in 2000 neerstreek aan de Hofberg in het Old England-depot, een van de fraaiste art-nouveaucomplexen die er in Brussel te vinden zijn. Wie het architecturale patrimonium van Brussel een beetje kent, weet wat dat wil zeggen.

Radiopresentatrice (De Nieuwe Wereld, Radio1)

Voormalig handelspand, in 1931 opgekocht door Luikenaar Guy Mathonet en omgedoopt tot een toonaagevende music-hall, in 1971 failliet verklaard om later na communautair getouwtrek in Vlaamse handen te belanden, in de jaren tachtig voortdurend geteisterd door klachten over geluidsoverlast, tussen 1992 en 1996 grondig verbouwd en sindsdien gelukkig en allicht voorgoed de kwintessentiële muziektempel van de hoofdstad. Ziedaar in een notendop de geschiedenis van de AB.

Muzikant

Of ook Hendrik Conscience, die er in 1869 tot conservator werd benoemd, er indertijd naar voetbaluitslagen zat te luisteren, is kunsthistorici vooralsnog onbekend. Wat ze wel weten, is dat Antoine Wiertz (1806-1865) onderhand de langstlopende running gag is uit de Belgische kunstgeschiedenis: een zonderlinge, donkerromantische neo-Rubensiaan die met zijn grote mond en zijn nog veel grotere doeken de Belgische staat zowaar een eigen museum wist af te troggelen. Een bombastisch staaltje Belgisch surrealisme uit het midden van de 19e eeuw.

Radiopresentatrice (Alinea, Radio Klara)

Het Filmmuseum,opgericht in 1938, beheert een indrukwekkend archief en speelt een pivotale rol in het opfrissen van het collectieve geheugen: dagelijks worden 5 films uit de oude doos gehaald, waaronder 2 stille films die met live pianobegeleiding worden geprojecteerd. Enig minpunt van de permanente tentoonstelling over het ontstaan van de film: een wassen beeld van Roland Lommé ontbreekt.

Muzikant (Dead Man Ray, Daan)

Argos werd in 1989 opgericht en heeft zich in de digitale luwte weten op te werken tot hét centrum bij uitstek voor de hedendaagse audiovisuele kunsten en nieuwe media in België. Er is een uitgebreide multimediabibliotheek, een montagestudio en een distributiecentrum voor videokunst; er worden ook heel wat tentoonstellingen, lezingen, performances en workshops georganiseerd. Hoogtepunt op de kalender: het jaarlijkse Argos-festival dat uitzwermt over verschillende Brusselse locaties.

Filmregisseur

Het Koninklijk Circus bestaat pakweg honderd jaar en leent zijn schitterende zaal aan verschillende concertorganisatoren, waaronder Jazztronaut en – uiteraard – Clearchannel. Tal van grootheden in de rock, de klassieke muziek, de jazz, het ballet en het cabaret loven de zaal voor zijn geweldige sfeer. You want names, Serge? We’ll drop them for you: Björk, Lou Reed en Blondie zijn de voorbije maanden gepasseerd, Dulce Pontes, Paco de Lucia, Salvatore Adamo en Maurice Béjart staan binnenkort op de affiche.

Muzikant (Clouseau)

Voorwaarts mars naar de harnassen, degens, uniformen, vlaggen, wimpels en pantservoertuigen die in het Legermuseum à la Belge staan opgesteld. Het museum biedt immers een overzicht – nou ja – van alle ingrijpende veranderingen over de eeuwen heen op het gebied van bewapening en militaire technologie, van de gouwe, ouwe stormram tot de moordtuigen uit het arsenaal van FN-Herstal. Bloody fun!

Filmregisseur

Journalist (TerZake, Canvas)

Salvador Dali, Churchill, Eisenhower, keizer Hirohito – nee, naar verluidt geen Arno dit keer – verbleven eerder in dit geheel in belle-époquestijl opgetrokken luxehotel in de Koningsstraat, gebouwd met hulp van ‘de lieve koning met de witte baard’ (dixit Julien Vrebos) die voor de Wereldtentoonstelling van 1910 graag een aardig plekje had gezien om zijn hoge gasten in onder te brengen. Tegenwoordig maakt het deel uit van de Sofitel-keten en worden er zowel in de Waldorfzaal als in de Pullmanbar respectievelijk klassieke en jazzconcerten georganiseerd. Play it, Jeeves!

Muzikant (Rumplestitchkin)

Natuurlijk hadden de ervaren en internationaal alom gewaardeerde technici van de Jet Studios moeten ingrijpen toen Live er het vreselijke They stood up for love op schijf brandde, maar voor het overige genieten ze een vlekkeloze reputatie. Getuige de passages van (onder anderen) Piaf, Streisand, Trénet, Delon, Manic Street Preachers, Urban Dance Squad, Hooverphonic en K’s Choice.

Brusselaars zijn een danslustig volkje. Met Fuse hebben ze een van Europa’s meest geroemde technotempels in huis – het is ook de enige Belgische club met een eigen pepdrankje, en met La Demence huist ze maandelijks Belgiës populairste gay-avond, drukbezocht door bussen vol Noorder- en Zuiderburen. Het bcbg-publiek vindt zijn weg naar de befaamde Mirano (en de horecazaken rond de Sint-Gorikshallen), jonge fashionista’s laten zich van hun vulgairste kant zien in de Gallery Louise Event Hall, de Louiza-wijk is ’s avonds het mekka voor eurostagiairs en dies meer, en bars als de Fontainas en Le Cirio hebben een reputatie bij kunststudenten, muzikanten en pseudo-intellectuelen. Ook de holebiscene is in Brussel een metropool waardig: van de leerbars rond de Anspachlaan en in de rue Duquesnoy tot de gemengde Next-fuiven – queer life in Molenbeek, jawel. In het bevochten Palace-gebouw zijn de Arabische gay-avonden inmiddels een vaste waarde, en een subcultureel crossoverfenomeen zoals België maar zelden ziet.

Mode-ontwerper

Na vijf seizoenen lang onderdak te hebben gevonden in de Molenbeekse Bottelarij verhuist de KVS in juni weer naar het centrum van de stad. Aan de Arduinkaai wacht ze een gloednieuwe thuis met een zaal van 200 zitjes, een dansstudio, een repetitiehok en een ruime foyer. Het stoffige imago werd tijdens de Molenbeekse periode definitief afgeschud. KVS is uit de ivoren theatertoren geklauterd en eindelijk in dialoog getreden met niet-Belgen, anderstaligen en ja, zelfs het publiek. U had de verbaasde blikken op de eerste rij moeten zien.

Theatermaker (DitoDito)

Na een driejarige retraite heropende de hernieuwde Beursschouwburg begin februari met een feestelijke tiendaagse én een ambitieus mission statement. Het kunstencentrum wil zich in de toekomst profileren als een plek waar er een constante kruisbestuiving is van talen en vormen, disciplines en genres, als een transitzone waar telkens nieuwe formats passeren. Kortom, ze willen een divers programma van theater, dans, performance en beeldende kunsten aanbieden.

Filmregisseur

De Kruidtuin, ontstaan in 1829 en sinds 1870 in handen van de staat, werd in 1935 bij de aanleg van de Noord-Zuidverbinding gesloten. Er zou pas in ’84 weer leven in de brouwerij komen: de Franstalige Gemeenschap opende er een cultureel centrum. Nu is de Botanique onvoorspelbaar en slecht geprofileerd, maar daarom niet minder uniek. Er zijn Les Nuits Botaniques, Pierre & Gilles stelden er tentoon en in januari hult het homo- en lesbisch filmfestival de glasramen in regenboogkleuren.

Programmamanager TV1

Met zijn schitterende art-decobar, zijn interbelluminterieur en zijn doorrookt, jazzy en cosmopolitisch sfeertje, is De Archiduc de Brusselse Cotton Club, de hippest place in town. Echt iets voor een European cowboy! Naast Arno werden er ook nog gespot: Jacques Brel, Nat King Cole, Eddy Merckx, Bryan Ferry, David Bowie et tutti quanti – eigenlijk zo’n beetje iedereen die ooit wel eens een microfoon in de handen gedrukt kreeg, een camera voor de neus gehesen werd of, erger nog, van BV-schap werd beticht.

Muzikant

De Vaartkapoen in oud Molenbeek is een van de 22 gemeenschapscentra in Brussel en al een kwarteeuw werkzaam op verschillende terreinen: het brengt alternatieve groepen als Rage Against the Machine, Ozric Tentacles en Therapy? op het podium, maar organiseert ook taallessen voor laaggeschoolde volwassenen, buitenschoolse kinderopvang, dienstverlening aan bejaarden en debatten en activiteiten voor (allochtone) vrouwen. Het kenmerk van De Vaartkapoen? Een flinke dosis idealisme, vertaald in concrete actie. Zo herstelt het VK-Naaiatelier niet alleen kleding voor een democratische prijs, het brengt ook verschillende bevolkingsgroepen uit de gemeente samen.

Communicatieverantwoordelijke (Zinneke Parade)

Het Paleis voor Schone Kunsten, het in 1928 door Horta ontworpen kroonjuweel van de Kunstberg, heet sinds kort Bozar en biedt onderdak aan diverse fora zoals beeldende kunsten, literatuur, poëzie, fotografie, performance, film, theater, muziek, video, mandenvlechters, dansmariekes. Het dynamisch en pluralistisch team van Paul Dujardin houdt de vinger strak aan de pols van cultureel Europa. En het is perfect viertalig bovendien: Nederlands, Frans, Engels en op verzoek zelfs Oostends.

Auteur

De Brusselse Opera werd in 1700 ingehuldigd en zorgde in 1830 voor wat relletjes die uiteindelijk niet meer dan een blauw oog en België zouden opleveren. Ziedaar de Munt-historiek tot voor de komst van Gerard Mortier in 1981. Wat daarna is gebeurd, laat zich nauwelijks in een zin samenvatten. Iets onsamenhangends als ‘origineel repertoire’, ‘revolutionaire ensceneringen’, ‘mondiale allure’ en ‘Don Giovanni in jeansbroek’ is daarom allicht nog het beste wat we binnen dit format kunnen murwen. Met onze excuses.

Filmintendant (VAF)

STAF NIMMEGEERS FLAGEY

‘Flagey geniet de bijnaam ‘de boot’ en je hoeft niet veel fantasie te hebben om te begrijpen waarom. Dit prachtig gerestaureerde gebouw heeft namelijk de vorm van een schip en dat frappante beeld wordt nog duidelijker wanneer je, pal ervoor, de weerspiegeling van het gebouw in de vijvers van Elsene ziet. Bovendien heeft het een glorieuze geschiedenis. Dit is het oude omroepgebouw. Van hieruit ging eerst de NIR, later de BRT de ether in. Ik kan me nog levendig herinneren hoe ik als kind trilde op mijn benen telkens mijn ouders me meenamen naar een van de klassieke concerten die er indertijd in de befaamde Studio 4 werden georganiseerd. Als jongetje van tien en obsessieve radiofreak vond ik het een haast surrealistische gedachte dat vanuit dit ene gebouw zowat alle radio werd gemaakt die er te beluisteren viel. Gesprekken die in deze kamers werden gehouden, konden over de hele wereld worden gehoord. Kun je nagaan wat voor ’n kinderdroom in vervulling ging toen ik er jaren later zelf radio en tv mocht maken? Toegegeven, daarmee ging de romantiek een beetje verloren, maar de liefde is wel steeds gebleven. Het doet me dan ook enorm veel plezier om te zien dat Flagey stilaan weer de allure krijgt van vroeger, want met de verloedering van dit gebouw – ik herinner me de stank en de ratten die hier over de vloer trippelden – ging ook de hele buurt kopje onder, moet je weten. Tegenwoordig bruist het er gelukkig weer van de creativiteit. Nog niet zoals vroeger, maar toch. Zelf kom ik er de jongste tijd regelmatig een filmpje meepikken, want Flagey heeft ook een heel mooi bioscoopzaaltje – een ouwe luisterspelstudio als ik me niet vergis – waar boeiende retrospectieves rond bekende cineasten of minder commerciële wereldfilms worden vertoond. Na de voorstelling is het bovendien doorgaans ook reuzegezellig in het café op het gelijkvloers. Het is – helaas misschien – een van de weinige culturele uitgaansgelegenheden in Brussel waar er een heel gemoedelijke, perfect tweetalige én multiculturele ambiance heerst. D’r is een schitterende bar, zwierige muziek en er zijn heel veel jonge mensen. Kortom, Flagey betekent voor mij toekomst en nostalgie, cultuur en ambiance allemaal verzameld op één schip.’

FLAGEY Heilig Kruisplein, 1050 Brussel tel. 02 641 10 20 – www.flagey.be

FRIEDL’ LESAGE het Muziekinstrumentenmuseum

‘Wie de Kunstberg opwandelt, kan er niet omheen. Tenslotte is dit het mooiste gebouw dat er te vinden is: het is een prachtig gerenoveerd art-nouveauhuis dat vroeger dienst deed als textieldepot en stoffenwinkel. Alleen al die koepel bovenaan is van een adembenemende schoonheid. Bovendien vind je er op de bovenste verdieping ook nog eens het mooiste terras van Brussel. Vandaar, omringd door de fraaiste gebouwen van de Kunstberg, kijk je uit op de benedenstad. Ook dat is Cultuur met grote C. Trouwens, ook het museum zelf vind ik geweldig. En dan vooral dankzij die draadloze koptelefoons die je een perfecte opname laten horen van de verschillende instrumenten die er opgesteld staan – een radiofreak als ik is daar uitermate gevoelig voor. Het levert ook zo’n aardig tafereel op: iedereen staat zachtjes mee te wiegen op het ritme van de muziek en als je even je koptelefoon afzet, kun je een speld horen vallen – zo stil is het er. Niet alleen de sfeer is er bijzonder, ook de geweldige collectie, het restaurant boven, de klassieke concerten die er worden georganiseerd, het restauratieatelier en de indrukwekkende bibliotheek lonen beslist de moeite. Volgens mensen die het beter kunnen weten dan ik, telt het museum een van de meest waardevolle instrumentencollecties ter wereld û de verzameling dateert van begin achttiende eeuw, lang voor het museum in dit unieke gebouw neerstreek. Onlangs heeft de gemeente de verstandige beslissing uitgevoerd om twee houten bankjes aan de overkant van de – veel te drukke – straat te plaatsen, zodat iedereen die dat wil in alle rust van de grandeur van het Old England-gebouw kan genieten. Wat mij betreft hadden ze er een hele tribune mogen plaatsen.’

MUZIEKINSTRUMENTENMUSEUM Hofberg 2, 1000 Brussel tel. 02 545 01 30 – www.mim.fgove.be

JOHAN VERMINNEN Ancienne Belgique

‘Ondertussen ben ik al zo oud dat ik zelfs nog de Ancienne Belgique heb gekend van de gebroeders Mathonet – het waren de Middeleeuwen, en er was nog geen sprake van de Vlaamse Gemeenschap, laat staan van een aankoop door die gemeenschap. Eind jaren zestig heb ik er zelfs nog gespeeld in een van die klassieke theaterprogramma’s die door hen was samengesteld: eerst bestormde een conferencier het podium, daarop volgde het voorprogramma en pas dan was het tijd voor de vedette van de avond. Dat was meestal een chansonnier, die er vol enthousiasme zijn hele juxe-box doordraaide. Het publiek zat verspreid over tafeltjes, en werd duur bediend door keurige garçons met gulden epouletten. Kortom, het was een totaal andere wereld dan die van vandaag.

Later volgde de historische beslissing van de Vlaamse Gemeenschap om er een optie op te nemen, terwijl de Franstalige muziekwereld meer en meer naar de Botanique afdwarrelde. Een geweldige zet die overigens voor een flink stuk aan papa Anciaux mag worden toegeschreven. Niet aan de jonge Bert, neen – die speelde toen nog politie en vliegtuigje, net zoals nu eigenlijk. ( lacht) Begrijp me niet verkeerd, de AB blijft een fantastische muziektempel voor alle gemeenschappen in België en ik blijf het Franstalige chanson een zeer warm hart toedragen, maar het was indertijd wel de eerste plek in Brussel waar Nederlandstalige artiesten een volwaardig podium kregen. Bovendien roept het gebouw een van mijn mooiste persoonlijke herinneringen op. Op mijn zestiende kreeg ik van mijn toenmalig lief een geweldig verjaardagscadeau: een ticket voor een optreden van de grote George Brassens. Jaja, de tijden zijn heus veranderd. Vroeger was het dé tempel van het chanson, nu is het de tempel van de rock en de dance.’

ANCIENNE BELGIQUE Anspachlaan 110, 1000 Brussel tel. 02 548 24 00 – www.abconcerts.be

CHANTAL PATTYN het Wiertz-museum

‘Het Brusselse theaterlandschap heeft recent een grondige facelift ondergaan en lijkt levendiger dan ooit. Helaas heeft de hoofstad van Europa ondanks alle beloftes nog steeds geen professionele ruimte voor hedendaagse kunst die reputatie waardig. In afwachting kies ik dan maar voor het Wiertz-museum. Het vroegere atelier van de negentiende-eeuwse schilder baadt in een bijna surrealistische sfeer. Wiertz slaagde erin met de Belgische staat een contract af te sluiten dat stelde dat hij een atelier en een woonruimte zou krijgen – te veel eer voor de artiest, zo blijkt nu, want kunsthistorici zijn het er ondertussen echt wel over eens dat hij gewoon een megalomane excentriekeling was en niet dat genie waar hij zichzelf voor hield. Deze bevlogen mafketel schilderde doorgaans metershoge doeken waarin de meest bombastische, vaak nogal lugubere taferelen worden afgebeeld. Je moet zijn ‘meesterwerk’ in het museum beslist eens gaan bekijken, een gigantisch been van wel vijf meter hoog. Pas op, laat je niet verrassen: het gebouw, dat bovendien heel bizar gelegen is tussen het Museum voor Natuurwetenschappen en die foeilelijke mastodont van het Europese Parlement, is slechts om de twee zondagen geopend. Tot groot jolijt allicht van de conciërge die er ondertussen in een zijkamertje naar de voetbaluitslagen zit te luisteren. Om kort te gaan: het Wiertz-museum is geweldig geestige camp.’

WIERTZ-MUSEUM Vautierstraat 62, 1050 Brussel tel. 02 648 17 18 – www.fine-arts-museum.be

MARC DIDDEN het Filmmuseum

‘Bij wijze van boutade zeg ik wel eens dat ik naast mijn studies aan het RITS indertijd ook een privé-opleiding heb genoten. En dat was in het Filmmuseum. Je kon hier indertijd voor dertig frank een filmklassieker komen bekijken. En dat elke dag, 365 dagen per jaar, wat het meteen ook de ideale instelling maakt voor eenzame mensen die zelfs op oudjaar nergens naartoe kunnen. ( lacht) Misschien is het wat overdreven, maar bijna alles wat ik van het wereldfilmrepertoire weet, heb ik hier geleerd. Het aanbod is tegenwoordig nog groter dan vroeger: nu kun je vijf voorstellingen per dag bekijken, waaronder twee stomme films. Een tweede reden waarom ik er intens van hou, is de veeleer zakelijke, educatieve sfeer. Alles is er gericht op het verzamelen van filmkennis. Dat ligt me wel. Filmzalen waar er massaal popcorn gevreten wordt, zijn er tenslotte al genoeg. Er is nog een derde aspect dat vaak vergeten wordt: het Filmmuseum beschikt over een ronduit indrukwekkend archief. Hier worden films verzameld, bewaard en gerestaureerd op het meest secure wetenschappelijke niveau, en je vind er ook duizenden boeken, knipsels, foto’s en posters. Het is echt onvoorstelbaar. Het metier en de filmkunde die achter dit archief schuilen, kan dan ook niet genoeg worden bezongen. Het is al vaak gezegd, maar het Belgisch Filmarchief geniet niet voor niets een wereldreputatie. Alle grote internationale vorsers komen er over de vloer. Dat mijn betoog klinkt als een promopraatje kan me geen moer schelen, want het is ronduit verbluffend wat de museummedewerkers weten te bereiken. En dat met beschamend schaarse middelen! Geen wonder dat zelfs Martin Scorsese zijn stem liet horen toen het erom draaide het museum wat meer armslag te geven. Met succes, ook al blijft het budget belachelijk klein in vergelijking met dat van de filmotheken van Parijs of Amsterdam. En die scoren qua niveau heus niet hoger.’

FILMMUSEUM Paleis voor Schone Kunsten Baron Hortastraat 9, 1000 Brussel tel. 02 507 83 70 – www.filmarchief.be

DAAN STUYVEN Argos

‘Jarenlang heb ik Antwerpen zo’n beetje als mijn artistieke speeltuin beschouwd, maar ondertussen woon ik wel al 10 maanden in Brussel. Of het me bevalt? Mixed emotions, al is het ook een bizar jaar voor me geweest. Wat er me het meeste opvalt? Met alle respect voor Telex en Arno, maar Brussel heeft niet de hipste muziekscène. Het blijkt veeleer een stad te zijn met een rijke traditie op het gebied van beeldcultuur. Geen wonder dat een aparte instelling als Argos, een archief annex expositieruimte voor videokunst, zich uitgerekend hier bevindt. Argos wordt steeds groter en er komt elk jaar meer volk op af.

Videokunst spreekt me aan. Het is een medium waarin bijna alles kan, vooral omdat er weinig tot – helaas – helemaal geen geld mee gemoeid is. Als graficus heb ik indertijd nog voor hen gewerkt. Toen was het niet veel meer dan een rommelhok waarin met appetijt en enthousiasme allerlei experimentele video’s werden verzameld en bewaard. Nu is er een montageatelier voor videokunstenaars, organiseren ze jaarlijks een groot festival en is er over de jaren heen ook een mooi archief aangelegd waarin je naast de genreklassiekers nogal wat freaky stuff kunt vinden – en zowaar zelfs mijn eigen creaties.’

ARGOS Werfstraat 13, 1000 Brussel tel. 02 229 00 03 – www.argosarts.org

KRIS WAUTERS het Koninklijk Circus

‘Het is niet de zaal die ik het vaakst frequenteer, want dat is de Ancienne Belgique. Toch mag ik er graag komen en heb ik er al enkele fantastische concerten kunnen meepikken. Harry Conink Junior, Toots Thielemans én onszelf, zeg ik er in een vlaag van hoogmoed maar even bij. ( lacht) Het Koninklijk Circus is een van de weinige ronde zalen in België. Het is echt zo’n klassiek gebouwde arena waarin je je als artiest extra nauw verbonden voelt met het publiek. En vice versa trouwens. Er heerst meer gezelligheid en het geeft een concert een veel persoonlijker cachet dan die rechthoekige zalen die je doorgaans gewend bent – ook al heeft de AB met zijn houten vloer en zijn zijdelingse balkonnetjes zijn charmes. Het optreden dat we drie jaar geleden in het Koninklijk Circus met Clouseau gegeven hebben, zal ik dan ook niet gauw vergeten. Ook omdat we er nooit tevoren hadden gespeeld en Brussel voor ons sowieso een moeilijk te ontginnen territorium blijft. Wie ik er graag nog eens aan het werk zou willen zien? Bonnie Raitt en haar groep: die hese, emotionele blues moet in die intieme theatersfeer extra tot haar recht komen. Zeker noteren, man! Misschien brengt het de programmatoren wel op ideeën.’ ( lacht)

KONINKLIJK CIRCUS Onderrichtstraat 81, 1000 Brussel tel. 02 218 20 15 – www.koninklijk-circus.org

JULIEN VREBOS de Triomfboog van het Jubelpark

‘Weinig mensen weten het, maar boven op het monument van het Jubelpark, in de passage tussen de gebeeldhouwde paarden, is er een terras. Ik ging er indertijd vaak mijn boterhammen eten en mijn gazet lezen. Het is een van de meest fascinerende plekjes van Brussel. Waarom? Om er te geraken, moet je vooreerst al binnengaan langs het Legermuseum. Een absolute aanrader, want in zijn nostalgische chaos een bijna anti-militaristisch statement. Vooral de shop met al die goedkope legerbazaar loont de moeite. Ik kan het weten, want als snotaap van het college van Etterbeek ging ik er vaak genoeg brossen. Een tweede reden waarom ik er graag zit, is het unieke zicht op Brussel. Aan de ene kant zie je het centrum van de stad. Langs de andere kant kijk je uit op Tervuren, in een kaarsrechte lijn aangelegd door die lieve koning met de witte baard die indertijd half Congo heeft uitgemoord. Die magnifieke paardengalerie boven doet me ook denken aan Masada, de berg ter ere van Herodes. Het is een pronkerige triomfboog met gemetste gewelven uit arduinsteen, ter ere van een hoogst dubieuze tiran. Opvallend toch: hoe snoder de koning, hoe mooier de gebouwen die hij nalaat. Wist je trouwens dat Leopold II al zijn maîtresses huisvestte in de Tervurenlaan? Gelukkig had hij nog enige goede smaak. Tenminste wat architectuur betreft.’ ( lacht)

LEGERMUSEUM (KMLK) Jubelpark 3, 1000 Brussel tel. 02 737 78 11 – www.klm-mra.be

ALAIN CONINX De Kleine Zavel EN HET Astoria-Hotel

‘Mijn favoriete plek in Brussel? Het is een hele route. Eerst flaneren langs de mooie antiekwinkeltjes van de Grote Zavel om uiteindelijk, boven, uit te komen op de Kleine Zavel, wat mij betreft het mooiste en best onderhouden pleintje van de stad. Centraal staat het statige standbeeld van de graven Egmond en Hoorn. Dat wordt omringd door een hele reeks fraaie beeldjes die telkens een ambacht uitbeelden, van leerlooiers tot loodgieters. Hier vind je rust, kunst en geschiedenis bijeen. Als ik er alleen op een bankje zit – en dat is mogelijk, want veel mensen komen hier niet – confronteert het me altijd met nogal wat filosofische vragen. Zo moet ik telkens weer terugdenken aan het turbulente verhaal van Egmond en Hoorn, twee vooraanstaande edellieden die amper driehonderd jaar geleden op de Grote Markt werden onthoofd. Bij wijze van volksvermaak. Dat lijkt misschien een eeuwigheid geleden, maar het is het niet. Het herinnert er mij vooral aan wat voor ’n dun laagje glazuur er op onze westerse beschaving ligt.

Van hieruit is het maar enkele minuten wandelen naar het Astoria-hotel. Op zondagvoormiddag ga ik wel eens naar een van de klassieke concerten die er in de prachtige lobby worden georganiseerd. Een van chique nostalgie doortrokken hoogmis van cultuur, vind ik dat. En als ik er dan nog een echte hoogmis bij wil, dan zak ik af naar de vlakbij gelegen St.-Goedele-kathedraal, waar rond deze tijd van het jaar ongetwijfeld wel een Passie van Bach op het programma staat. Jawel, deze buurt straalt rust en troost uit, en daar heb ik naarmate ik ouder word steeds meer behoefte aan. Het leven blijkt immers lang geen pad zonder doornen te zijn. Of zoals Schopenhauer ooit zei: alle genieën zijn in wezen melancholische zielen – ( snel) als je deze quote overneemt, wil je er dan alsjeblieft een “( lacht)” bij noteren met minstens drie uitroeptekens achter? Alvast bedankt.’

HOTEL ASTORIA Koningsstraat 103, 1000 Brussel tel. 02 227 05 05 – www.bookings.org/astoria.be

THOMAS DE VOS JET Studios

‘In de Jet Studios hebben we niet alleen onze eerste plaat gemixt en gemastered, ik heb er zelfs ooit nog opnames gemaakt met mijn moeder, Vera Coomans. Voor mij blijft het een intrigerende plek. Achter de onopvallende witte gevel schuilt een ontzettend rijke muziekgeschiedenis. Edith Piaf, Shirley Bassey, Charles Trenet, Adamo and many more zijn hier gepasseerd. Het is een van de oudste opnamestudio’s van het land. Je hebt er nog zo’n oude, grote ruimte bekleed met parketvloer en bruine wanden, en je kunt er een lot klassieke BBC-microfoons gebruiken. Als jonge muzikant werkt dat zowel inspirerend als intimiderend. Als je daar in je eentje een zanglijn staat op te nemen en je ziet die gesigneerde foto’s van al die grote artiesten van weleer voor je, dan durft het angstzweet wel eens uit te breken.

Enne, nu ik toch bezig ben: vergeet het Slachthuis van Anderlecht niet. Dat imposante stalen frame, die enorme drukte vanaf vijf uur ’s morgens, die bizarre marktjes eromheen, die tweedehandsauto’s die klaar staan om naar Afrika te worden verscheept, de Polen die er hun illegale sigaretten staan te verkopen: het is een stukje stadscultuur in de goeie, levendige betekenis van het woord.’

JET STUDIOS Jetsesteenweg 218, 1081 Brussel tel. 02 414 00 50 – www.jetstudio.com

XAVIER DELCOUR Fuse en Mirano

‘Tegenwoordig ben ik meer in cafés als de Fontainas te vinden, maar in mijn jeugd was ik verslaafd aan de Mirano. Van mijn 18e tot mijn 25e viel ik daar wel elk weekend te vinden. Tegenwoordig zijn de ruwe kantjes er wat afgesleten, maar destijds was het zo’n plek waar alles mocht en kon. Niets was té, iedereen mocht er een avond de ster zijn, en dus was het een van die plekken die later mijn kledingcollecties zouden beïnvloeden.

In de Fuse ben ik nog wel eens te vinden. Het publiek is er veel jonger dan ikzelf, maar het is zo’n club die blijkbaar niet uit de mode gaat. De muziek en de sfeer zijn er hard, mensen raken er in trance. Dat buitengewone, weg van het alledaagse, trekt me aan. Wat mij het meest bevalt aan het Brusselse nachtleven? Je komt er iedereen in tegen. Omdat de stad niet zo enorm groot is, maar ook omdat Brusselaars makkelijk mengen en er geen duidelijke grenzen zijn. Je kunt ongestoord in en uit alle verschillende scènes stappen. Je moet al moeite doen om uit de toon te vallen.’ (Wim Denolf)

FUSE Blaesstraat 208, 1000 Brussel tel. 02 511 97 89 – www.fuse.be

GUY DERMUL KVS/de Bottelarij

‘Sinds de KVS in de Bottelarij is beland, houdt ze qua programmatie en aanpak veel meer rekening met wat er in Brussel de facto leeft. Ze begint van onderuit te programmeren. Het gevolg: het is Brussels theater ten voeten uit. En dat met alle complexiteit en diversiteit van dien. Het is een boeiend bedrijf geworden, waar het telkens prettig is om komen. Ik weet dat het een stoffig cliché is dat theater een spiegel moet zijn voor de samenleving, maar in de Bottelarij neemt men dat statement tenminste nog au sérieux. Wij, DitoDito, werken dan ook met plezier samen met de KVS. Stoemp is onze meest recente realisatie, een project waarin kansarme jongeren hun eigen problematiek op scène brengen. Dat was een enorm risico binnen het professionele theatermilieu, maar de KVS heeft het aangedurfd, en dat voor een groot theaterhuis, een patriarchaal instituut welhaast. Alle lof daarvoor!

Als je tegenwoordig naar de KVS trekt, weet je op voorhand echt niet wat je te zien zult krijgen. Dat is helaas ooit anders geweest; bepaalde theatermakers kwamen er telkens weer hetzelfde trukje opvoeren – nee, ik noem geen namen. Er is, bij uitbreiding, momenteel geen reden tot klagen wat podiumkunsten in Brussel betreft: ook in het Kaaitheater, het jeugdtheater Bronx, de Beursschouwburg en tal van andere plekken is men de jongste tijd heel goed bezig.’

KVS/DE BOTTELARIJ Delaunoystraat 58, 1000 Brussel tel. 02 412 70 40 – www.kvs.be

DOMINIQUE DERUDDERE de Beursschouwburg

‘Vooraleer je lastige vragen over het interieur begint te stellen, wil ik meteen bekennen dat ik nog niet tot in de gloednieuwe zalen ben geraakt. Wel tot aan de trappen. ( lacht) Het is nog maar sinds enkele weken helemaal vernieuwd en hoewel ik er voor de renovatie regelmatig kwam, heb ik de hausse rond de heropening bewust een beetje vermeden. Benieuwd of ik het trouwens even mooi ga vinden als voordien, want de Beursschouwburg was zonder twijfel de mooiste theaterzaal van Brussel. Ik heb er ook een persoonlijke band mee. Ik heb hier heel wat mensen hun carrière weten beginnen die later niet alleen Vlaamse reuzen, maar ook vrienden geworden zijn: Josse de Pauw, Jan Decorte, Anne-Theresa de Keersmaecker, ja zelfs Arno. Aangezien ik vlakbij woon, was het voor mij ook een redelijk veilige plek om eens stevig uit te gaan. Na een voorstelling kon ik er gerust onbehoorlijk lang aan de toog blijven plakken, want mijn appartement ligt op kruipafstand. ( lacht) Toegegeven, vroeger kwam ik er vaker. De jongste jaren ben ik wat theatermoe geworden. Het probleem met theater is dat je tijdens een vervelende tentoonstelling niet zomaar kunt opstaan en weggaan zonder iemand te kwetsen – dat kan in de bioscoop wel. Uit respect voor de acteurs blijf ik zitten, hoe stomvervelend het soms ook moge wezen. Natuurlijk heb ik er fantastische dingen gezien en ontdekt. Zoals de Wooster Group bijvoorbeeld. Of was dat nu toch in de Ancienne Belgique? Enfin, noteer dat toch maar als mijn favoriete voorstelling. Blijkt het uiteindelijk toch de AB te zijn geweest, dan versterkt dat alleen maar de legende rond de bar van de Beursschouwburg.’ ( lacht)

BEURSSCHOUWBURG A. Ortstraat 20-28, 1000 Brussel tel. 02 550 03 50 – www.beursschouwburg.be

Jean Philip De Tender De Botanique

‘Brussel is een Franstalige stad, een internationaal centrum en pas daarna de hoofdstad van Vlaanderen. Dat was een ontdekking, toen ik op mijn 18e Gistel verliet om in Brussel te studeren. Je hebt wel van alles gehoord over Brussel, maar de realiteit is heel anders. De Botanique, een symbool van de Franstalige cultuur in Brussel, is een van die plekken die mijn ogen deed opengaan. Rond mijn 26e ontdekte ik er het homo- en lesbisch filmfestival, nu een vaste waarde en qua duur en programmatie een van de grootste in Europa. De eerste edities van het festival vielen samen met de jaren dat ik het homomilieu ontdekte – ik ging op stap in Brussel en dat maakte mijn seksuele geaardheid plotseling heel concreet. Net als dat festival. Nu lijkt het heel vanzelfsprekend dat je omringd kunt zijn met homo’s en gay-films bekijken, maar dat was het toen zeker niet. Mijn liefde voor de Botanique is nadien gebleven. Er is geen cultuurcentrum in Brussel met zoveel uitstraling en grandeur. Het herinnert net als de Cinquantaire, het Jubelpark en Tervuren aan het koloniale verleden, maar het is ook een indrukwekkend bouwwerk op zich. Hoe dat opduikt aan de rand van de kleine ring, het lijkt wel een paleis. Dat er aan de kassa en de toog Frans gesproken wordt, stoort me niet. Vlamingen zijn hier nu eenmaal een minderheid – als Vlaamse centra wel tweetalig zijn, is dat voor een stuk dus pure noodzaak. Het zijn trouwens vooral Vlamingen van buiten Brussel die erop staan in het Nederlands aangesproken te worden.’ (W.D.)

DE BOTANIQUE Koningsstraat 236, 1210 Brussel tel. 02 218 37 32 – www.botanique.be

ARNO de Archiduc

‘De Archiduc? Nooit van gehoord. Hoezo, je kent mensen die me daar regelmatig aan de toog zien hangen? Ze moeten zij over mij niet zagen, want dat betekent dat ze daar dan toch ook zitten. En trouwens, meer ga ik er niet over zeggen, want anders denken de mensen weer dat ik een dronkaard ben. En dat ben ik helemaal niet. ‘k Zinne kik een vedette, wè.’

ARCHIDUC Antoine Dansaertstraat 6, 1000 Brussel tel. 02 512 06 52 – www.ebru.be/Cafes/CafArchiduc

An Mertens de Vaartkapoen

‘Ik kom niet zo vaak in Molenbeek. Voor De Vaartkapoen, vlakbij het multiculturele gemeenteplein van de gemeente, maak ik graag een uitzondering. Het centrum coördineert niet alleen de voorbereiding van de Zinneke Parade in Brussel Noord-West, het is gewoon een toffe zaal op een toffe plek. Ik kan er reggae- en dubconcerten meepikken, en als Nederlandstalig gemeenschaps- centrum is De Vaartkapoen ook heel nauw betrokken bij het buurtleven. Het is naar mijn gevoel het gemeenschapscentrum met een stevige traditie inzake buurtwerking en samenwerking met lokale verenigingen. In een moeilijke stad als Brussel, waar van een centraal en gecoördineerd cultuurbeleid geen sprake is, was het verenigingsleven altijd sterk aanwezig en op zichzelf aangewezen. Er zijn veel multiculturele organisaties die niet in het ene, noch het andere vakje thuishoren. Vooral in Molenbeek, waar dat verenigingsleven dateert uit de 19e eeuw, toen de gemeente een industrieel gebied was. Spijtig genoeg is dat een aspect van Molenbeek dat zelden belicht wordt. De Vaartkapoen zet allerlei activiteiten en projecten op met die verenigingen. Een daarvan is de Krijtkring, een vzw die saxofonist Luc Mishalle opstartte om de hedendaagse populaire muziek te vernieuwen vanuit de verschillende culturen en tradities die Brussel rijk is. Hij betrekt dus zowel traditionele fanfares als Marokkaanse en Afrikaanse muzikanten bij de Krijtkring. Mishalle is trouwens ook een van de artistieke coordinatoren van de Zinneke Parade. Die is dus nauw verwant met De Vaartkapoen, al is dat dan een lokaal centrum. Wij bij de Zinneke Parade doen iets gelijkaardigs op stadsniveau: we brengen mensen en culturele verenigingen samen die anders nooit contact met elkaar hebben. Daaruit ontstaan nieuwe stadsnetwerken.’ (W.D.)

DE VAARTKAPOEN Schoolstraat 76, 1080 Brussel tel. 02 414 29 07 – www.vaartkapoen.be

OSCAR VAN DEN BOOGAARD Bozar

‘Natuurlijk is het een prachtig gebouw. En natuurlijk is het prachtig gelegen, vlakbij de Kunstberg. Maar er is meer: Bozar is ook een typisch Brusselse instelling, meertalig en met Europese allure. Het is een van de weinige plekken waar je zowat alle kunstvormen onder hetzelfde dak vindt: film, theater, poëzie, muziek en beeldende kunsten. Toen ik gevraagd werd om er de tentoonstelling rond Arthur Rimbaud te maken, ontwaarde ik een enorme artistieke vrijheid. Alles kan er, van de grootste clichés tot de meest gedurfde experimenten. Men heeft er geen oogkleppen op en dat geeft Bozar een enorm potentieel. Of het met iets anders te vergelijken valt? Echt niet. Zelfs Amsterdam heeft niet zo’n cultuurhuis met zoveel totaal verschillende kamers. En wat ook wel ‘ns mag gezegd worden: het bourgeoisgehalte valt er best wel mee. De tijd dat het de tempel van de Franstalige elite was, ligt al een tijdje achter ons. Nu zie je er een heel divers, jong en meertalig publiek over de vloer komen. Het is Brussel in haar meest Europese dimensie. Of ken jij nog een andere plek waar zowel Johan Grimonprez, Patrice Chéreau, Nicolaus Harnoncourt als Pierre Boulez op de affiche staan?’

BOZAR Ravensteinstraat 23, 1000 Brussel tel. 02 507 84 44 – www.bozar.be

LUCKAS VAN DER TAELEN de Munt

‘De Munt is voor mij een mythische plek, een van de oudste culturele instellingen van het land, de plek waar België werd geboren na de opvoering van de Stomme van Portici, een tijdloze ruimte voor een kunstvorm van tijdloze schoonheid. Bovendien behoort de Munt tot de absolute wereldtop. En dat zowel qua architecturale klasse, qua repertoire als qua eigen creatie. Dat opera enkel voor de beau monde is, is zo’n ergerlijk fabeltje. In de Munt, dat een goeie politiek voert naar jonge mensen toe, tref je een heel divers publiek aan. Alleen moet dat publiek er wel zelf een inspanning voor leveren. Zo is het handig dat je eerst het libretto doorneemt en de muziek een paar keer op voorhand beluistert. Voor wie zich die moeite wil getroosten, gaat er een wereld open van superbe schoonheid en klassieke gratie. Begin jaren tachtig heeft Gerard Mortier het internationale pad geeffend en zijn gedurfde aanpak qua mise-en-scène, repertoire- en uitvoerderskeuze wordt de jongste jaren uitstekend doorgetrokken door Bernard Foucroulle. De Munt heeft daardoor een uitstraling die je in Brussel in geen enkele cinemazaal kunt vinden – elders ook niet trouwens. Misschien is het zelfs de enige culturele instelling van de stad die de landsgrenzen moeiteloos weet te overschrijden. Lees er maar eens de buitenlandse operarecensies op na, als je me niet gelooft. Voor mij is een bezoek aan de Munt dan ook geen sociale aangelegenheid – naar premières ga ik zelden of nooit -, maar een reinigende onderdompeling in een wereld van eeuwige schoonheid. Hoe het allemaal begon? Toen ik er begin jaren tachtig als jonge punkrocker van op het bovenste balkon Wozzeck van Alban Berg te zien kreeg. Die wilde muziek, die woeste mise-en-scène: het staat voorgoed op mijn net- en trommelvlies gebrand. Nee, geen enkele film heeft ooit dezelfde impact op mij gehad. Dat het een kunstvorm is die bijzonder veel geld kost? So what. Het onderhoud van het Brusselse stadhuis kost ook veel geld. Ga je dat vervangen door een prefabgebouw? Als je als maatschappij geen respect meer hebt voor je verleden, welke toekomst rest je dan nog?’

DE MUNT Muntplein, 1000 Brussel tel. 02 229 12 00 – www.demunt.be

Door Dave Mestdach

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content