Brooklyn’s Finest **

RICHARD GERE en ETHAN HAWKE in 'BROOKLYN'S FINEST'. Een flikkenfilm met hoog testosterongehalte.
Dave Mestdach
Dave Mestdach Chef film van Knack Focus

MISDAAD EN STRAF – Antoine Fuqua duikt opnieuw het door drugs en geweld geïnfecteerde ‘Training Day’-territorium in, met drie uitgebluste flikken als gids.

Antoine Fuqua met Richard Gere, Ethan Hawke, Don Cheadle, Ellen Barkin, Wesley Snipes

‘When the going gets tough, the tough get going’, kweelde het eightiesverschijnsel Billy Ocean ooit, al zou het net zo goed de lijfspreuk van Antoine Fuqua kunnen zijn. Die heeft het jongste decennium van viriele machokronieken zijn niche gemaakt, of het nu gaat om stoere flikkenthrillers als Training Day of pseudo-historische sandalenepen als King Arthur.

Ook in zijn nieuwe flikkenfilm Brooklyn’s Finest ligt het testosterongehalte ruim boven het gemiddelde, al voegt Fuqua er deze keer de nodige introspectie en karakterontwikkeling aan toe. Daarvoor zoomt hij in op drie verschillende NYPD-agenten, die samen de drie archetypes van de standaard politieprent vertegenwoordigen. Zo speelt Ethan Hawke de corrupte flik, Richard Gere de uitgebluste flik en Don Cheadle de undercoverflik. Behalve hun badge hebben de mannen weinig met elkaar gemeen, maar wanneer een onderzoek naar een drugsbende uit Brooklyn stevig uit de hand loopt, komen ze frontaal in botsing.

Hoe dat precies gebeurt, is lang niet zo boeiend als de vraag waarom – iets wat Fuqua gelukkig ook beseft. Hoewel de spierballen-dialogen, mismeesterde hoeren en andere genreclichés je om de oren vliegen, is deze misdaadmozaïek in de eerste plaats een bijna deugddoend anachronistische ensemblefilm. Zo mag Richard Gere eindelijk nog eens tonen dat er achter zijn chronisch charmante grijns en dito rimpels ook een potent karakteracteur schuilt als de uitgerangeerde straatagent die zich aan de vooravond van zijn welverdiende pensioen vooral geen problemen op de hals wil halen. Bovendien weet ook Ethan Hawke zijn al even stereotiepe personage te pimpen tot een tragische antiheld, in zijn geval als de narcoticaflik die zich tot louche drugsdeals laat verleiden in de hoop zijn gokschulden en hypotheek af te betalen.

Dat de gewelduitbarstingen afleggertjes van Scorsese lijken, of dat Fuqua er wel héél veel opzichtige gravitas tegenaan kwakt, hoeft de ouderwetse pret geeneens te bederven. Zo giet Fuqua zijn ‘ good cop-bad cop’-routine tenminste in een no-nonsenseregie die de plotlijnen netjes laat convergeren. Bovendien verliest hij zich nooit in de gratuite ironie waarin zoveel tarantineske genreoefeningen wel verzuipen.

Kortom: zolang je geen Serpico of Prince of the City verwacht, is dit een best onderhoudende trip door de mean streets van Brooklyn.

Dave Mestdach

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content