De Duitsers hebben Kraftwerk, Detroit is de geboorteplek van techno en house werd groot in Chicago, maar in de evolutie van elektronische dansmuziek spelen Gent en Antwerpen evengoed een prominente rol. Nu de nieuwe Red Bull Elektropedia de turbulente begindagen van onze clubgeschiedenis in kaart brengt, stellen we ons de vraag: waarom is ons kleine land precies zo groot in dance?

Pralines, Kuifje, trappist, Hercules Poirot en de broers Dardenne, het zijn enkele van onze meest geliefde exportproducten. Reken daar ook maar elektronische dansmuziek bij, want ons vaderland blijkt een uitstekende voedingsbodem voor genres als techno, new beat, Eurohouse, trance en Electronic Body Music. En in tegenstelling tot onze inheemse rockers scoren synthetiserende landgenoten wél hits over de grenzen. ‘Tja, wie zit er ook te wachten op een Belgische rockgroep?’, zegt Renaat Vandepapeliere schertsend, die met R&S Records een van de eerste ambassadeurs van het technogeluid in ons land was. ‘Dance is universele, zuiver functionele muziek. De precieze afkomst van de beats is van geen enkel belang op de dansvloer.’ Het risico op linguïstische blunders is ook beduidend kleiner voor wie enkel het ritme laat spreken, en dat zou een reden kunnen zijn voor het succes van onze elektronisch georiënteerde producers en dj’s in het buitenland. Voor een bescheiden Belg is het niet gemakkelijk om de Angelsaksische rockmarkt binnen te dringen en een vinylplaat raakt nu eenmaal vlotter de grens over dan een stel muzikanten.

Maar waaraan hebben we die pioniersrol verdiend? R&S Records liep samen met groepen als Telex, Front 242, The Neon Judgement en A Split Second voorop in de elektronische dansrevolutie, en wordt door iedereen van Liam Howlett van The Prodigy tot Carl Craig als invloed erkend. Vandepapeliere: ‘We hebben onze voorsprong helemaal te danken aan het grote commerciële succes van new beat in ons land. Op het eind van de jaren 80 verdienden lokale producers geld met platen die ze vanuit hun keuken met minimale middelen in elkaar boksten. Centen die ze investeerden in nieuw en beter mate- riaal. Dankzij de verkoop van onze newbeatsingles kon R&S een geavanceerde studio bouwen en gasten als Juan Atkins laten overvliegen vanuit de States, en ook producers als Jo Bogaert of Jean-Paul De Coster van 2 Unlimited hebben in die periode hun eerste kansen gekregen. Het heeft hen later geen windeieren gelegd.’

Le pot belge

De Belgische dancescene stond al vroeg in hoog aanzien overal ter wereld. ‘België heeft de meest boeiende clubgeschiedenis op het Europese vasteland’, schrijven de Britse muziekjournalisten Bill Brewer en Frank Broughton in Last Night a DJ Saved My Life, een uiterst onderbouwd en flitsend geschreven naslagwerk over alles wat met club culture te maken heeft. Ze voegen eraan toe: ‘Dit kleine, eigenzinnige landje was het eerste op het Europese vasteland dat commercieel succes heeft geboekt met house en techno.’ New beat was een rage, die uiteindelijk uitmondde in onnozele, commerciële uitwasemingen als Slave to the Beat van Plastic Bertrand, maar voor het eerst stond er wel dansmuziek van eigen bodem in de Belgische hitlijsten. Platenwinkels, onafhankelijke labels en discotheken beleefden gouden dagen, met dank aan een generatie deejays die hoogstpersoonlijk aan de bron van het genre stond. Benoelie van het Gentse duo The Glimmers staat al meer dan twintig jaar achter de draaitafels en zat op de eerste rij. ‘De Belgen zijn uitstekende dieven’, lacht hij. ‘Dankzij onze geografische ligging haalden we van overal tegelijk de mosterd. Frankrijk, Duitsland, Italië en Engeland liggen allemaal in onze invloedssfeer. Daarbij waren de platenlabels erg gewiekst. Buitenlandse houseplaten die via import het land in kwamen, werden achtergehouden terwijl een binnenlandse producer snel snel zelf een versie in elkaar flanste om die dan eerder op de markt te smijten. De meeste new-beatplaten zijn pure rip-offs. (lacht) Om op te vallen als kleine Belgen waren we wel verplicht creatief uit de hoek te komen, vandaar dat aparte geluid. Een muzikale pot belge.’

Willy Wonka’s fabriek

New beat is uitgestorven en nieuwere genres als drum-‘n-bass, dubstep en nouveau disco hebben elders hun wortels. Maar techno en aanverwanten zijn nog steeds big in Belgium en deejays blijven met veel plezier naar onze contreien afzakken. JD Twitch van het deejayduo Optimo uit Glasgow kreeg vorig jaar voor de samenstelling van de compilatie In Order To Edit vrije toegang tot de kluizen van R&S Records, voor de fan van het eerste uur een bijzondere ervaring: ‘Het was alsof ik in Willy Wonka’s chocoladefabriek was beland (lacht). Vroeger reisde ik speciaal naar Brussel om Front 242 te zien spelen in de Ancienne Belgique en R&S-platen in te slaan. Alles waar dat paardenlogo op stond, moest ik hebben. Voorbeluisteren was niet eens nodig, het logo stond sowieso voor kwaliteit. Toen ik op raves in Edinburgh een track van Belgische makelij draaide, sneed die dwars door alle andere muziek heen, zo goed klonk ze.’ Ook de Amerikaanse technoproducer Joey Beltram had niks dan lof voor onze elektronische pioniers. Zo liet hij in 1991 in het magazine iD optekenen: ‘In België klinken ze ver vooruit. Ze zitten in een wereld op zichzelf. Als ik in New York rondvertel dat er some kicking tunes gemaakt worden in België reageert iedereen vol ongeloof. ‘In België?”

Door Jonas Boel

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content