”Funny Games’ maar dan zonder humor’, ‘scatologische scifi uit Korea’, ‘George Clooney tussen moordende tomaten’: we citeren maar even uit de BIFFF-cataloog 2007. Wat er zoal omgaat in het brein van programmator Christoph Foqué willen we eigenlijk liever niét weten, maar de plicht noopte ons hem om een woordje uitleg te vragen. Met een crucifix en een verdovingspistool in de aanslag, welteverstaan.

Zijn er veel nieuwigheden dit jaar?

Christoph Foqué: De locatie eerst en vooral. We verhuizen dit jaar naar Tour & Taxis: da’s groter en hipper en het biedt meer mogelijkheden. De ideale gelegenheid om het festival te centralisereren én te vernieuwen. De filmprogrammatie blijft grotendeels gelijk, maar er komen wel meer activiteiten bij. Zoals de Tour & Taxis Music Room, waar elke avond deejaysets en concerten zullen plaatsvinden, met Buscemi en The Neon Judgement als bekendste namen.

Er lijken meer Aziatische films dan ooit op het programma te staan.

Foqué: Niet meer dan vorig jaar. De Aziaten zijn al jaren goed vertegenwoordigd, maar de accenten beginnen te verschuiven. De J-horror a la The Ring of The Grudge heeft zijn beste tijd gehad: al de klassiekers uit dat genre hebben ondertussen een Amerikaanse remake gekregen, wat de creativiteit duidelijk geen goed gedaan heeft. Naast Japan en Korea beginnen nu ook andere landen als Thailand mee te spelen. Ook Oost-Europa doet het goed, en dan vooral Rusland. Een duidelijke lijn steekt er niet in: het gaat van Tarkovski-achtige arthousethrillers tot fantasyepen à la Day Watch, al valt er toch één ding op: als die Russen gewelddadig worden, dan wordt er écht wel doorgehakt.

Zie je inhoudelijk verschuivingen in het huivergenre?

Foqué: De ironie is weg. Dat was trouwens al de reden voor het succes van al die Ringu-epigonen van een paar jaar geleden. De Amerikanen hielden het jarenlang bij horrorfilms met vette knipogen zoals Scream, terwijl die J-horror groezeliger, serieuzer en dus ook enger was. Maar ook de Amerikanen worden ernstiger. Dat zie je in Hostel, Saw of die remake van The Hills Have Eyes; films waarin ergens wel een politieke subtekst of een verwijzing naar 9/11 schuilt en die dus weer aanknopen met de traditie van de gouden jaren 70, toen heel wat horrorklassiekers onvervalste politieke allegorieën waren.

Het is dus gedaan met lachen?

Foqué: Nee hoor. Het aanbod wordt gewoon diverser. We hebben bijvoorbeeld ook de nieuwe Troma-film Poultry Geist op de affiche staan, een bloed- en ingewandenspektakel over zeer gemene kippen. En er is ook Black Sheep, een Nieuw-Zeelandse splatterfilm à la Brain Dead over moordlustige schapen. Doodserieus zou ik die films niet durven noemen. (lacht)

Als programmator zie je honderden thrillers en horrorfilms per jaar. Is dat goed voor de geestelijke gezondheid?

Foqué: Absoluut. Het blijft een geweldige uitlaatklep. Dat dit een festival voor necrofielen of andere freaks zou zijn, is gewoon een hardnekkig cliché. Extreme horror is maar een klein deel van ons aanbod. We brengen ook gewone thrillers en zelfs magische tekenfilms voor de hele familie.

De fantastische film zit in de lift. Betekent dat ook dat het gemiddelde niveau de hoogte ingaat?

Foqué: Was het maar waar! Elk jaar schuimen we de American Film Market en de Marché te Cannes af en krijgen we ook tientallen cassettes opgestuurd. Tachtig procent daarvan is gewoon bagger. Geen geestige dingen zoals je op de Nacht van de Wansmaak ziet, maar gewoon vreselijk banaal en goedkoop geproduceerd bandwerk. Maar dat geldt ook voor andere genres. Sinds je digitaal kunt filmen, is het een stuk gemakkelijker, zodat elke beenhouwer zijn eigen thriller kan draaien. Daar is niks mis mee: af en toe zitten daar leuke dingen tussen, maar het blijft toch speuren en graven.

Kom niet nader met die spade!

Door Dave Mestdach

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content