Elke muzikant heeft een plaat die hem heeft doen beslissen: aan dít instrument wil ik mijn leven wijden. Deze week: de eyeopener van de Britse pianist Joe Jackson, die zich met ‘The Duke’ aan het werk van Ellington waagt.

JOE JACKSON: Duke Ellington is misschien wel mijn allergrootste rolmodel, niets minder dan een held. Vooral dankzij de rijkdom van zijn muziek, en het feit dat hij vijftig jaar aan een stuk is blijven vernieuwen. Hij bleef ook zijn eigen composities keer op keer herwerken – een enorme inspiratie. Bovendien was Duke een genereus bandleider: hij behield de algemene visie en controle, maar hij was niet te beroerd om zijn muzikanten hun deel van de aandacht te gunnen.

Zo worden ze niet meer gemaakt?

JACKSON: Ik probeer zijn lichtend voorbeeld dagelijks te volgen. (lacht) Een ware bandleider neemt die verantwoordelijkheid omdat zijn talent daar ligt, niet omdat hij kickt op macht. Ik ben niet de beste zanger en niet de beste pianist, maar ik ben wél goed in the bigger picture.

Het is een Ellingtonplaat zonder blazers geworden. Bent u niet bang dat jazzliefhebbers u zullen kruisigen?

JACKSON: Maar Ellington vond het net vreselijk als ze zijn muziek ‘jazz’ noemden. Voor hem was het simpelweg ‘Amerikaanse muziek’ – oké, ook dat heb ik tegen. (lacht) Dat is nog zoiets wat ik bewonder aan de grote meester: hij bleef koppig boven de rassenscheiding en racisme staan, van de jaren twintig tot in de jaren zestig. Toen werd het hem niet in dank afgenomen dat hij als rolmodel niet radicaler was. Maar Duke had te veel stijl om zich kwaad te maken, hij deed gewoon zijn ding met zoveel klasse dat zelf de meest rabiate racist er niet omheen kon. Niet evident, hoor, want toen hij de plak zwaaide in de legendarische Cotton Club mochten zijn vrienden en familie niet eens binnen. Duke was revolutionair in zijn muziek, niet in zijn uitspraken of daden. Ken je het album Money Jungle, op Blue Note? Duke Ellington samen met bassist Charles Mingus en drummer Max Roach, de oude meester en twee vernieuwers, zeg maar. Alleen klinkt Duke op die plaat minstens even modern als zijn twee discipelen – en dat op zijn vierenzestigste!

In 1981 ging u al eens de swingtoer op, met het album Jumpin’ Jive.

JACKSON: Dat was een heel ander project, vooral gebaseerd op de jumpblues van Louis Jordan. Het is indertijd begonnen als een grap, een excuus om eens lekker met de groep loos te gaan in de pubs. Toen kwam er een album, toen een tournee, en voor ik het wist was swingjazz een nieuwe fase in de immer evoluerende carrière van Joe Jackson. (grijnst) Als ik er nu op terugkijk, is die hele periode een vakantie die ik genomen heb: een onschuldig maar snel tussendoortje. Met de foto’s om het te bewijzen, jammer genoeg.

JONAS BOEL

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content