BLACK SWAN’ – Worstelaars zijn mietjes’

NATALIE PORTMAN in 'BLACK SWAN'. 'Voor zo'n riskant project heb je een grote naam nodig.'

In Black Swan haalt de maker van Requiem for a Dream en The Wrestler zijn tutu en spitzen boven, met als resultaat: de donkerste balletfilm ooit. Regisseur Darren Aronofsky over zijn zwanenmeer van bloed, zweet en tranen.

Toen Darren Aronofsky – 42 inmiddels – halverwege de jaren 90 afstudeerde als regisseur aan het American Film Institute waren er twee projecten die boven aan zijn verlanglijstje stonden. Het eerste was een film over professionele worstelaars, het tweede iets rond ballet, een wereld die hij goed kende dankzij zijn zus die danseres was.

In 2009 leidde project één tot The Wrestler – u weet wel: dat bekroonde machomelodrama met Mickey Rourke als uitgerangeerde vleeskolos. Drie jaar later is nu ook Aronofsky’s balletfilm een feit, met als titel Black Swan en in de hoofdrol de immer elegante Natalie Portman. Het resultaat is géén truttig dansfilmpje – van Aronofsky hadden we niets anders verwacht. Wel is de prent een zwierig huiverballet extraordinaire, een fysiek potje psychohorror over een prima ballerina (Portman dus) die eindelijk Tsjaikovski’s Zwanenmeer mag dansen, maar langzaam verscheurd wordt door stress, jaloezie en paranoia.

Of Black Swan – een sinistere koortsdroom in tutu – voer voor multiplexen is, valt sterk te betwijfelen. Gelukkig zijn de recensies ook nu weer unaniem positief en zal Portman voor haar glansrol van psychotische ballerina straks zo goed als zeker haar eerste Oscar winnen. In het verleden wist Aronofsky trouwens wel meer eigenzinnige projecten de mainstream binnen te smokkelen. Denk aan zijn gitzwarte (anti)drugskroniek Requiem for a Dream (2000), zijn metafysische doemfabel over lijden en verlies The Fountain (2005), en natuurlijk The Wrestler (2008), zijn dardenniaanse spierbalsemsaga die in Venetië met de Gouden Leeuw werd bekroond.

‘Black Swan’ is een horrorverhaal over een psychotische ballerina. Was je Hollywood écht zo beu?

Darren Aronofsky: (Lacht) Mijn vorige films waren evenmin evident, ik dacht dus: ‘Waarom niet?’ Aangezien mijn zus vroeger danseres was, ben ik altijd in ballet geïnteresseerd geweest zonder daarom een kenner te zijn. Alleen vond ik lange tijd geen geschikt scenario of een juiste invalshoek. Tien jaar geleden – tijdens het monteren van Requiem for A Dream – las ik The Understudy van Andres Heinz. Dat script ging over de intriges achter de schermen van een Broadwaygezelschap. Wat later las ik ook De Dubbelganger, een kortverhaal van Dostojevski over een man die ervan overtuigd is dat zijn collega zijn identiteit heeft overgenomen – een heel enge en fascinerende gedachte, vond ik. Nog wat later zag ik een opvoering van Het Zwanenmeer van Tsjaikovski, waarin de soliste zowel de rol van de Witte als de Zwarte Zwaan danste. Uit al die dingen is uiteindelijk het concept voor Black Swan ontstaan.

Was het na het succes van ‘The Wrestler’ gemakkelijker om zo’n apart project gefinancierd te krijgen?

Aronofsky: Hell no!The Wrestler was al een hele beproeving, omdat niemand nog met Mickey Rourke wilde werken door zijn verleden en zijn reputatie van bad boy. Black Swan bleek helaas nog een stuk lastiger. Het is een balletfilm. Over een geschifte ballerina! Met muziek van Tsjaikovski! Denk je dat ze daar in Hollywood geil van worden? (Lacht) Ik denk dat het acht of negen jaar geduurd heeft om groen licht te krijgen. Normaal had ik de film al een jaar eerder met onafhankelijk geld willen draaien, tot twee weken voor de opnames plots bleek dat er helemaal geen centen waren. Ik ben Fox Searchlight toen echt op handen en voeten gaan smeken om het project in extremis over te nemen. Uiteindelijk is dat ook gelukt.

Nochtans was Natalie Portman van bij het begin in het project betrokken?

Aronofsky: Klopt. In 2002 ben ik voor het eerst met haar gaan praten, zonder vooraf te weten dat ze van haar vierde tot haar dertiende balletschool heeft gevolgd. Natalie was meteen enthousiast, ook omdat het niet zomaar een balletfilm was, maar tegelijk een veelgelaagde karakterstudie over jaloezie, ambitie, vriendschap en waanzin. Zonder haar zou Black Swan nooit gemaakt zijn. Ten eerste: als je zo’n riskant project van de grond wil krijgen, heb je sowieso een grote naam en een internationale cast nodig. En ten tweede: Natalie was de enige die de zowel fysiek als psychologisch uitputtende hoofdrol aankon.

Heb je toch nooit getwijfeld of ze wel goed genoeg was als prima ballerina?

Aronofsky: Tuurlijk wel. Drie maanden voor de shoot dacht ik: ze staat straks alleen maar tussen professionals op de bühne. Als ze niet overtuigt, valt de hele film in duigen. Gelukkig heeft Natalie maandenlang keihard geoefend en in de meeste scènes is het zij zelf die danst. Alleen voor de meest complexe choreografieën hebben we een stand-in gebruikt.

Heb je autobiografische elementen toegevoegd, aangezien je met een ballerina in de familie bent opgegroeid?

Aronofsky: Om eerlijk te zijn: ballet is nooit mijn ding geweest. Ik heb mijn zus wel meermaals zien optreden en het wereldje intrigeerde me , maar net als andere jongens van mijn leeftijd was ik toch meer in sport en film geïnteresseerd. Mijn zus was trouwens lang niet zo gedreven en geobsedeerd als Natalies personage. Gelukkig maar! (Lacht)

Valt de balletwereld met die van profworstelaars te vergelijken?

Aronofsky: Ballet is natuurlijk hoge en worstelen lage kunst, maar er zijn zeker overeenkomsten. Zowel balletdansers als worstelaars zijn performers die hun lichaam trainen, afmatten en pijn doen om mensen te entertainen. In die zin is Black Swan een spiegelbeeld van The Wrestler. Beide films gaan over gekwetste zielen die in een besloten en fysiek wereldje gevangenzitten, in een subcultuur waar je als kijker zelden of nooit toegang toe krijgt.

De dansscènes uit ‘Black Swan’ ogen enorm lijfelijk. Het lijken wel vechtscènes uit ‘The Wrestler’.

Aronofsky: Dat was de bedoeling. Op het podium ogen balletdansers altijd heel erg stijlvol en elegant, alsof het hen geen enkele moeite kost. Achter de schermen ontdek je echter hoeveel hard labeur er onder die gepolijste façade schuilt. De meesten van hen hebben hun leven lang – soms van hun derde of vierde levensjaar – niets anders gedaan dan getraind, getraind en nog eens getraind. Profworstelaars zijn mietjes vergeleken met hen. Probeer jij maar eens om op spitzen te lopen. Of met een been in je nek dertig pirouettes te draaien. Ik wens je veel succes.

Heb je veel research verricht als je geen kenner was?

Aronofsky: Absoluut. We zijn zelfs naar het beroemde Kirovballet (na de val van de Sovjet-Unie tot het Mariinsky Ballet omgedoopt; nvdr.) in Sint-Petersburg geweest. Ik heb daar ook het graf van Tsjaikovski bezocht en heb er een opvoering van Het Zwanenmeer gezien die zowaar een happy end bleek te hebben. Blijkbaar zijn er twee versies en zien de Russen liever de meest luchtige. Wat een travestie! Ik heb meteen mijn geld teruggeëist. (Lacht)

Tsjaikovski’s ‘Zwanenmeer’ is zonder twijfel de meest gebruikte balletmuziek ooit. Vreesde je niet in een ongewilde parodie te vervallen?

Aronofsky: We waren ons van dat gevaar bewust. In Amerika denken mensen sneller aan Bugs Bunny dan aan een ernstige tragedie als ze Het Zwanenmeer horen, omdat de muziek ook al zo vaak in tekenfilms werd gebruikt. Vandaar dat mijn componist Clint Mansell het hele stuk uiteengereten heeft en er allerlei samples aan toegevoegd heeft. De muziek is wel nog herkenbaar, maar klinkt tegelijk heel anders en expressiever.

In ‘The Fountain’ weigerde je nog om CGI te gebruiken hoewel dat deels een sciencefictionfilm was. Nu zitten er wel computergegenereerde beelden in.

Aronofsky: In The Fountain wilde ik de clichés vermijden. Een digitale supernova ziet er ridicuul uit, vandaar dat ik toen voor een strikt organische aanpak heb gekozen. In Black Swan was het daarentegen de bedoeling om alles te manipuleren. Alles wat je ziet, is artificieel. De spiegelbeelden. De klokken. Enerzijds wilde ik een realistische balletwereld neerzetten – vandaar de handbewogen, ruwe look die ik ook voor The Wrestler heb gebruikt. Anderzijds wilde ik er een expressionistische horrorfilm van maken zodat ik er ook digitale beelden aan toegevoegd heb.

Had je daarbij bepaalde voorbeelden in gedachten?

Aronofsky: De vroege claustrofobische thrillers van Polanski waren zeker een inspiratiebron, zoals Repulsion en The Tenant. Ik dacht ook aan The Fly van David Cronenberg, vooral aan de manier waarop hij daarin lichamelijke horror creëert. Ik heb ook The Red Shoes van Powell & Pressburger herbekeken, maar veeleer om het verhaal en de intriges. Mijn film is visueel ruwer en donkerder.

Heb je tijdens de shoot naar goede gewoonte weer je baard laten groeien?

Aronofsky: Reken maar. In het begin was het meer een grap, een manier om hommage te brengen aan Coppola en Scorsese, die tijdens de opnames ook altijd hun baard lieten staan. Na zes films is het echter een vast ritueel. En een geweldig excuus om langer te slapen. (Lacht)

Ben je tijdens de shoot een controlefreak of veeleer relaxt?

Aronofsky: Een chaoot! Daarom vind ik het niet erg als er kleine foutjes in de film sluipen. Die geven de film karakter en levendigheid. Het leven kun je ook niet controleren. Herinner je nog dat liedje dat Bruce Springsteen voor The Wrestler heeft geschreven? Daarin zingt hij: ‘You’re like a one legged dog walking down the street.’ Ik heb nooit begrepen wat hij daarmee bedoelde. Een hond met drie poten: daar kan ik me nog iets bij voorstellen. Maar een hond met één poot die dan ook nog over straat loopt? Toen ik Bruce tijdens de Golden Globes ontmoette, vroeg ik hem: ‘Wat betekent dat in vredesnaam?’ Waarop hij me antwoordde: ‘Sometimes it’s the mistakes that make the art.’ Het is een les die ik nooit zal vergeten. (Lacht)

BLACK SWAN

Vanaf 2/3 in de bioscoop

DOOR DAVE MESTDACH

‘In Amerika denken mensen bij de muziek van ‘Het Zwanenmeer’ sneller aan Bugs Bunny dan aan een ernstige tragedie.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content