Biutiful *

Dave Mestdach
Dave Mestdach Chef film van Knack Focus

ZWART OP ZWART. Zwartfilmer Iñárritu dropt Javier Bardem in de goot van Barcelona, met een (over-the-)topzwaar noodlotsdrama tot gevolg.

Alejandro González Iñárritu met Javier Bardem (foto), Maricel Alvarez, Hanaa Bouchaib, Guillermo Estrella, Eduard Fernández

Een vrolijke Frans – laat staan een vrolijke Mexicaan – is Alejandro González Iñárritu nooit geweest, al kwam de maker van de uppercuts Amores Perros, 21 Grams en Babel nooit eerder zo zwartgallig uit de hoek als met Biutiful. De titel van Iñárritu’s vierde langspeler – zijn eerste zonder scenarist Guillermo Arriaga – is meteen de enige ironie die er tussen de bakken ellende te detecteren valt.

Tragische held van dienst is de alleenstaande huisvader Uxbal, die alle moeite van de vierde wereld heeft om de touwtjes aan elkaar te knopen. Bovendien worden de zaken voor de welwillende ritselaar allerminst rooskleuriger wanneer er terminale prostaatkanker bij hem wordt vastgesteld. Voor Uxbal zitten er vervolgens maar twee dingen op: alsnog in het reine proberen te komen met zichzelf en zijn labiele ex. Plus: ervoor zorgen dat zijn twee kinderen na zijn dood niet in de goot wegrotten.

In de energieke, handbewogen véritéstijl waarmee hij school maakte, sleurt Iñárritu je door de zelfkant van miljoenenstad Barcelona. Pronkerige plaatjes van La Rambla of Parc Guëll hoef je dus niet te verwachten. Wat je krijgt, is een 150 minuten durende doemparade van grauwe grootstaddecors en miserabilistische emoscènes die niet alleen Uxbal, of de illegalen over wie hij zich ontfermt, maar jammer genoeg ook de kijker dreigen te verstikken.

Door die overkill is Biutiful niet half zo ontroerend als Iñárritu wel zou willen, hoewel de man ontegensprekelijk een aardig potje kan filmen en Javier Bardem de film met bravoure op zijn stoere schouders torst. Bij vlagen heeft Iñárritu’s pathologische noodlotsfetisj zelfs iets simplistisch en volatiel, zeker nu het verhaal in chronologische orde wordt gepresenteerd en hij zich niet langer achter de mozaïekstructuren van zijn eerdere films kan verstoppen. Zo zie je Uxbal tijdens het pissen niet alleen pijnlijk grimassen, Iñárritu kwakt er ook nog een shot van een straal bloed tegenaan – kwestie van de pointe er eerst met de voorhamer en daarna met de bulldozer in te rammen.

In die zin is Iñárritu een even manipulatieve Pavlovfilmer als pakweg Ron Howard, al zou het de Mexicaan oneer aandoen om Biutiful volledig naar de marge te verbannen. Daarvoor loopt de cast te doorleefd te acteren, met voorop een imposante en voor een Oscar genomineerde Javier Bardem. Bovendien weet Iñárritu’s huiscameraman Rodrigo Prieto de armtierige flats en benepen steegjes weer met zoveel marginale flair in beeld te stansen dat je Bardems bloed, zweet, tranen én pis zowaar kunt ruiken.

Eindbilan: een uitstekend vertolkt en met metier gemaakt, maar zo zwaar en doorwrocht drama dat je achteraf ofwel een gezinspak Prozac nodig hebt ofwel verveeld de schouders ophaalt.

DAVE MESTDACH

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content