TE BANAAL OM WAAR TE ZIJN. NA HET RAMPZALIGE ‘THE PLANET OF THE APES’ WAS HET UITKIJKEN NAAR TIM BURTONS REVANCHE. HELAAS, HET PROJECT WAARVOOR SPIELBERG VRIENDELIJK BEDANKTE, IS BURTONS ALLERSLECHTSTE FILM.

TIM BURTON

met Ewan McGregor, Albert Finney, Billy Cudrup, Jessica Lange, Danny DeVito, Steve Buscemi

Big Fish (0)

Verhalen. Stories. Het is van een gek makende irrationaliteit dat de Hollywood folks in promopraatjes voortdurend over het belang van het verhaal in film leuteren, terwijl hun fabriek sinds de jaren ’80 – op de regel bevestigende uitzonderingen na – haast niets anders doet dan steeds opnieuw hetzelfde te vertellen. Van de maker van volkomen ‘originele’ verhalen als Beetlegeuce, Mars Attacks! en Sleepy Hollow zou een goedgelovig mens toch verwachten dat hij althans die absurditeit ontloopt. Dat had je gedacht.

Een man reist van Parijs terug naar sweet home Alabama om er met zijn zwangere vrouw aan het sterfbed van zijn vader te gaan zitten. Dik tegen zijn (en onze) zin, want voor Will is ouwe Ed een onverbeterlijke praatjesmaker en fantast die hem op geen enkele manier op ‘het werkelijke leven’ voorbereidde en in plaats van eens zijn versie te aanhoren liever naar zichzelf en zijn eindeloze mythomane gebazel luisterde. Zoonlief wil pa wel eens de faction achter de fiction tonen, maar een pathologische, semi-infantiele leugenaar op het eind van zijn dagen tot inkeer brengen, is een baantje zonder einde. Of glimt daar aan de andere kant van anderhalf uur dad-why-can’t-you-just-once-listen-to-my-story-drama, afgewisseld met tot leven komende fantastiek, een ultieme verzoening?

In plaats van ons helemaal mee te sleuren in de verbeelding, vertelt Burton ons in zijn ‘meest persoonlijke’ film liever met woorden, op een belerende en buitengewoon irriterende manier, dat verhalen belangrijk zijn. Die keuze is er eigenlijk een tegen de cinema, en dat is des te onbegrijpelijker in het geval van een visueel regisseur als Burton. Goed, elke mens houdt van een dosis berekende sentimentaliteit à l’américaine – ooit bezat Hollywood het alleenrecht daarop. En tegen een portie reële fantastiek à la fellinienne van de Wizard of Odd zou niemand ‘nee’ mogen zeggen. De schamele stinkvis waarmee Burton ons echter om de oren slaat, ziet groen van magisch-realistische platitudes en Americana: een sle-e-e-e-pende, zuiderse vertelstem en een al te groot flupke-gehalte van Ewan McGregor (die pa Ed in jonge, verzonnen versie speelt); miezerige avonturen rond een reus, een imaginair stadje en een circus uitgebaat door een weerwolf (DeVito); de obligate daffodil-romance; een… Vrij naar Daniel Wallaces Big Fish: A Novel of Mythic Proportions, is deze nepfilm te banaal om bij stil te staan (geen wonder dat Steven Spielberg snel afhaakte en naar Catch Me If You Can ijlde). Opgesmukt met dure production de- sign en CGI, ‘magisch’ pronkende fotografie, talloze verwijzingen naar eigen werk ( Pee Wee’s Big Adventure, Edward Scissorhands) en dat van anderen ( The Wizard of Oz, It’s A Wonderful Life), leidt ‘The Yellow Brick Road’ onmiddellijk naar een zwarte leegte, die normaal door ‘het verhaal’ zou moeten worden gevuld. Jo Smets

Jo Smets

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content