BELGIË BARST(VAN HET GRIEZELTALENT)

‘Is it stupid to do it in English?’ vraagt Jonas Govaerts aan Fabrice Du Welz. De Vlaming die debuteert met de horrorfilm Welp en de Waal die verrijst met het niet minder enge Alléluia hakken de taalbarrière in de eerste seconde van het dubbelgesprek meteen aan flarden. ‘Jij bent een auteur!’ ‘Jij begrijpt me.’

‘Proficiat, hé.’

‘Ik had een enorme kater.’

‘Dat zal wel.’

‘Néé, ik had al een kater nog voor ik het wist. Ik werd wakker om vier uur en zag dat mijn voicemail vol berichten stond.’

JONAS GOVAERTS HEEFT net de prijs voor beste regisseur gewonnen op het festival van de fantastische film in het Catalaanse Sitges. Fabrice Du Welz is net terug van Sitges. Het is overigens niet hun eerste recente ontmoeting. Eerder liepen de twee Belgen elkaar tegen het lijf op het gereputeerde filmfestival van Toronto. Govaerts presenteerde daar zijn debuut Welp, een geslaagde horrorfilm over een groep Vlaamse scouts die kamperen in het bos van een Waalse psychopaat die van valstrikken houdt. Du Welz, die al in 2004 Cannes opschrikte met cultfestijn Calvaire, trakteerde Canada op Alléluia, een losjes op de echte Honeymoon Killers gebaseerde groteske tragedie over waanzinnige liefde. Met amper twee weken verschil komen die twee films nu in de bioscoop.

JONAS GOVAERTS:Alléluia is Fabrice’ beste film tot nog toe. Sommige films worden gemaakt om geld op te brengen of om acteurs uit de werkloosheid te houden. Alléluia is anders. Fabrice had een negatieve ervaring met zijn vorige film (Colt 45, een actiethriller waar hij na een conflict de laan uit gestuurd werd, nvdr.) en je voelt dat Alléluia uit brandende noodzaak is geboren. Je kunt het bloed ruiken.

FABRICE DU WELZ: Ik had op voorhand al veel over Welp gehoord. Ik was niet teleurgesteld. Het is een grappige, scherpe, gemene old-school horrorfilm.

Hopen jullie op controverse als je zulke films maakt?

GOVAERTS: Ik vind de culturele gevoeligheden grappig. In Amerika en Canada zijn ze razend vanwege een scène met een hond. Sommigen liepen toen zelfs naar buiten. Je mag in films iedereen doden maar stamp naar een hond en je wordt er voor fascist uitgescholden. In Parijs is met geen woord over de hond gerept, maar hoe durfde ik te lachen met Walen en Vlamingen! Ik ben blij met hevige reacties. Het laatste wat je wilt, is dat de mensen je film al vergeten zijn wanneer ze de zaal verlaten. Het ergste wat je kan overkomen, is dat iedereen blij is met je film.

DU WELZ: Zo is dat. Mijn films zijn altijd controversieel. Mensen houden ervan of haten ze. Er is geen middenweg. Ik heb het gevoel dat men in de Angelsaksische wereld mijn films beter naar waarde schat. In de Franstalige wereld is er gelukkig wel beterschap. Ik draai al even mee, mensen worden me gewoon. Een enorme hulp is het Cannes-label dat op Alléluia kleeft. Op het festival van Namen is Alléluia vertoond tijdens het gala van de Franse Gemeenschap. Een mirakel. Doorgaans schotelt men de notabelen daar een film van de broers Dardenne voor, of op zijn minst een politiek correcte film.

Is het niet wat kort door de bocht om Welp te promoten als de eerste Vlaamse horrorfilm, zoals op de affiche staat?

GOVAERTS: Geef dan een tegenvoorbeeld.

Daughters of Darkness (1971) van Harry Kümel.

GOVAERTS: Die was in het Engels.

DU WELZ: Ik was destijds onder de indruk van Dominique Derudderes Crazy Love, met Josse De Pauw. Dankzij die film heb ik Charles Bukowski ontdekt.

GOVAERTS:Crazy Love is fantastisch. Om twee Bukowski-verhalen te gebruiken en er zelf een derde aan toe te voegen dat niet minder goed is, daar heb je ballen voor nodig.

Josse De Pauw kruipt daarin op een lijk, maar horror zou ik Crazy Love toch niet noemen. Maar wat met het beruchte Rabid Grannies (1986) van de Kortrijkse cultkoning Johan Vandewoestijne.

GOVAERTS: Daar vind je enkel de Engels gedubde versie van en oorspronkelijk werd er Frans in gesproken.

Je verdedigt je claim met vuur.

GOVAERTS:Welp is niet de eerste Belgische horrorfilm. Wel de eerste Vlaams gesproken, deftig gebudgetteerde horrorfilm, een slasher om precies te zijn. Ik ben daar niet zo enorm trots op, maar het is wel iets dat we op de poster kunnen zetten.

Fabrice, jij zei aan de telefoon dat je liever niet met horror geassocieerd wordt. Waarom niet?

DU WELZ: Ik haat de huidige horror. Die is dwaas, misogyn en er zit bedroevend weinig creativiteit in. Vooral de horror uit Hollywood ligt me zwaar op de maag. Altijd weer dezelfde blondine met dikke borsten die zich de longen uit het lijf schreeuwt. Ik ben opgegroeid met horrorfilms die goed in elkaar staken, een commentaar waren op de maatschappij en getuigden van creativiteit. Ik stoor me mateloos aan het cynisme waarmee men vandaag in Hollywood horror maakt. Al dat geweld om volk te lokken. Bij mij is er ook geweld, maar het gaat mij om de gevolgen van dat geweld en het doorgronden van personages. Dat sommigen me daarom pretentieus noemen, neem ik er met plezier bij. Vooral in Frankrijk willen ze me in hetzelfde vakje stoppen als Alexandre Aja (de Franse regisseur van Piranha 3D en de remake van The Hills Have Eyes, nvdr.) of Eli Roth (Hostel). Ik heb smakelijk gelachen met Piranha 3D. Maar het is mijn cinema niet.

GOVAERTS: Jij wilt niet met horror geassocieerd worden omdat er nog altijd op neergekeken wordt. Dat is doodjammer. Er is veel rotzooi, maar horror kan ook magnifiek zijn.

DU WELZ: Vlaanderen staat meer open voor genrefilms. Jullie leunen dichter bij de Angelsaksische traditie aan, Wallonië en Franstalig Brussel nog altijd bij Frankrijk en de nouvelle vague. Je moet er een auteur zijn.

GOVAERTS: Maar jij bent een auteur!

DU WELZ: Dat is zo, maar mensen verstaan dat niet. Het heeft vreselijk lang geduurd voor men doorhad dat David Cronenberg een auteur is. Nu is dat geen probleem meer omdat hij een habitué in Cannes is, maar…

GOVAERTS:… ten tijde van Shivers was Cronenberg ook al een auteur.

DU WELZ: Jij begrijpt me.

Bemoeilijkt die onderwaardering de financiering van horrorfilms?

DU WELZ: Nee. Alléluia was een goedkope film. Zo goedkoop als Welp, vermoed ik.

GOVAERTS: Twee miljoen euro.

DU WELZ: Voilà.

GOVAERTS: Stephen King zei dat al zijn favoriete films gemaakt zijn in iemands kelder. Daar valt iets voor te zeggen. Horror vaart wel bij bescheiden budgetten. Een van de ergste genrefilms die ik ooit gezien heb, is de zombiefilm World War Z. Horror stopt interessant te zijn als het budget boven de 100 miljoen dollar gaat. Dan willen te veel mensen er hun stempel op drukken en krijg je shit.

Voor Welp deed je een beroep op crowdfunding. Wat heeft dat opgeleverd?

GOVAERTS: 37.000 euro, genoeg voor een extra draaidag. Dat was zeer welkom, maar die crowdfunding heeft vooral als marketingstunt goed gewerkt. Een jaar geleden wisten de mensen al dat Welp eraan kwam.

Jullie werken allebei met cameramannen die hun stempel op de film drukken: Nicolas Karakatsanis voor Welp, Benoît Debie voor Calvaire en Vinyan, Manu Dacosse voor Alléluia.

GOVAERTS: Klopt, maar er is iets vreemds aan de hand in de Belgische pers. Het is alsof jullie plots ontdekt hebben dat de cameraman bestaat. Benoît Debie en Nicolas Karakatsanis zijn nu sterren, die plots veel aandacht krijgen. Nicolas verbaast zich daarover. Hij vindt dat hij gewoon zijn werk doet. Hij is supergetalenteerd maar past zich aan de regisseur aan.

Het is de job van een cameraman om mee te denken. Films zijn het werk van een familie. Als regisseur kun je maar beter de minst getalenteerde op de set zijn. De kunst is om je goed te omringen en je visie te delen.

DU WELZ: Cinema is een visuele kunst, een show. Je goochelt met het geluid, het verhaal, het visuele aspect, de muziek. Dat is het vlees, het bloed, de ziel van de film. We starten met een paar woorden op papier en eindigen met een projectie op een groot scherm. Dat is het werk van een alchemist. Wij zijn alchemisten. Mijn films moeten een barok spektakel zijn: vol geluid, muziek, kleur, poëzie, tijdloze momenten. Daar zijn grote medewerkers en technici voor nodig, zoals Nicolas, Benoît en Manu.

GOVAERTS: Zouden de mensen raden dat Nicolas Karakatsanis de director of photography van Welp was als je de aftiteling zou wegknippen? Ik vraag het me af. Maar ik heb de aftiteling niet nodig om te weten dat Alléluia een film van Fabrice is.

Er zitten veel referenties in Welp. Calvaire had dat ook. Is dat voor de lol?

GOVAERTS: Er zitten een stuk of twintig referenties in Welp. Wat mij opvalt, is dat men altijd de vijf referenties vermeldt die ik zelf al verklapt heb. De andere vijftien zijn nog niet genoemd. De journalisten laten het voorlopig afweten.

Het is wel een gevaarlijk spelletje. Als fan rol ik met mijn ogen als een agent in een film Romero of Carpenter blijkt te heten. Als regisseur moet je meer zijn dan een fanboy. Je wilt geen film die uitsluitend refereert, zoals de Halloween-remake van Rob Zombie. Maar als je niet te gemakzuchtig bent, kan dat refereren leuk zijn. Soms is het ook sterker dan jezelf. In dit verband: voor mij is het musicalmoment in Alléluia pure Jörg Buttgereit (Duitse cultregisseur, nvdr.).

DU WELZ: Ik ben fan, maar dat moment was niet bedoeld als hommage.

GOVAERTS: In Nekromantik (1988) heeft Jörg Buttgereit het over een vrouw die een liefdesaffaire heeft met een rottend lijk. Voor de meeste mensen is dat vies. Ik vind dat poëzie. Die film is een ongrijpbare droom. De beste horrorfilms zijn een ongrijpbare droom.

DU WELZ: Helemaal mee eens! Ik wil films die als een droom zijn en die aan je botten blijven kleven.

GOVAERTS: De poëzie wordt vaak over het hoofd gezien als het over horror gaat. Alléluia is voor mij één lang gedicht. Les yeux sans visage (1960) van Georges Franju is pure poëzie. Ik zou willen dat ik dát in mijn horrorfilms kreeg.

Welp heeft het etiket kinderen toegelaten gekregen, iets waar de scouts niet onverdeeld gelukkig mee waren. Vanaf welke leeftijd vinden jullie dat je naar Alléluia en Welp mag kijken?

GOVAERTS: De kinderen die in Welp meespelen, vinden de film niet hard genoeg. Ik heb met elf twaalfjarigen gewerkt en dacht dat ik op de set voorzichtig moest zijn – goed tonen dat alles techniek is en dat er niets is om bang voor te zijn – maar die gasten hadden het over Scream (1996), Saw (2004) en de remake Evil Dead (2013). Die hebben alles al gezien. De twaalfjarigen van vandaag zijn niet de twaalfjarigen uit mijn kindertijd. Het is heel moeilijk om hen bang te maken. Jammer dat het 12+-certificaat bij ons niet bestaat want dat zou voor Welp perfect zijn.

DU WELZ: Mij moet je zoiets niet vragen. Ik heb geen geweten. De moeder van mijn kinderen heeft een paar keer serieus gefreakt toen ik met mijn vierjarige zoon naar bepaalde films keek. Wat dat betreft, ben ik fucked up.

Zijn jullie nu nog altijd onverzadigbare filmfanaten?

DU WELZ: Cinema is een obsessie. Ik blijf veel films bekijken. Maar vroeger zag ik alles, nu ben ik meer een ambachtelijke schilder die zich tijdelijk in een andere schilder verdiept om zichzelf te verbeteren. Met andere woorden: ik kijk vooral naar het werk van de grootmeesters.

GOVAERTS: Als ik een dag geen film gezien heb, voel ik me slecht. Ik maak lijstjes van films die ik wil zien.

DU WELZ: Ik kan me zo ergeren aan filmproducenten en journalisten van een jaar of 35 die denken dat de filmgeschiedenis begint bij John McTiernan, of nog erger: bij Jurassic Park van Steven Spielberg. Polanski zegt dat het filmmilieu het slechtste deel van de mensheid aantrekt. Ik vrees dat hij gelijk heeft. Al wil ik niet nostalgisch doen: het is altijd al een gevecht geweest om een film te maken. Sla er de biografie van John Ford maar op na.

Moeten Welp en Alléluia in de bioscopen scoren om jullie gelukkig te maken. Of zijn jullie al lang tevreden met festivalselecties en goede kritieken?

GOVAERTS: Dit is de beste job ter wereld. Het enige wat ik wil, is nog een film maken. Ik ben blij met de recensies, maar het zijn maar recensies.

DU WELZ: Ik wil alles. Ik wil zo snel mogelijk nog een film maken én miljoenen verdienen. Maar ik geef toe dat de weg nog lang is en dat ik ietwat schizofreen ben: ik wil een grote film maken die tégen iedereen is en toch moet iedereen ervan houden. Die schizofrenie heeft me met Colt 45 bijna de das omgedaan.

Kunnen jullie eigenlijk leven van langspeelfilms?

DU WELZ: Ja, omdat ik veel ontwikkel. Op dit moment is het wel even tricky. Ik moet dringend iets máken. Ik denk dat ik een Amerikaanse opdracht ga aanvaarden – ik heb ook kinderen te onderhouden. Ik probeer mijn eigen systeem te ontwikkelen: opdrachtfilms afwisselen met persoonlijke stuff. Ingewikkeld, maar dat hoort bij mijn leven. Reclame doe ik niet.

GOVAERTS: Ik ben gelukkig met mijn werk als tv-regisseur voor Acht (zoals de series Super 8 en Monster, nvdr.). Omdat er amper geld is, geniet ik volledige vrijheid. Voor reclame ben ik nog nooit gevraagd. Misschien had ik tijdens mijn tijd op de filmschool geen quote van de comedian Bill Hicks op mijn voicemail mogen zetten. Hij zei: ‘If you are in marketing or advertising… kill yourself.’

WELP

Vanaf 29/10 in de bioscoop.

ALLÉLUIA

Opent op 6/11 het Razor Reel Flanders Film Festival (zie ook pagina 6), vanaf 12/11 in de bioscoop.

DOOR NIELS RUËLL

Jonas Govaerts ‘DE LIEFDESAFFAIRE MET EEN ROTTEND LIJK IN NEKROMANTIK: VOOR DE MEESTE MENSEN IS DAT VIES, IK VIND DAT POËZIE.’

Fabrice Du Welz ‘DAT WORDT VAAK OVER HET HOOFD GEZIEN ALS HET OVER HORROR GAAT. MIJN FILM, ALLÉLUIA, IS VOOR MIJ ÉÉN LANG GEDICHT.’

Jonas Govaerts ‘IK HEB VOOR WELP MET TWAALFJARIGEN GEWERKT EN DACHT DAT IK HEN VOORZICHTIG MOEST AANPAKKEN. ZIJ VONDEN DE FILM NIET HARD GENOEG.’

Fabrice Du Welz ‘ALTIJD WEER DEZELFDE BLONDINE MET DIKKE BORSTEN DIE ZICH DE LONGEN UIT HET LIJF SCHREEUWT: IK HAAT DE HUIDIGE HORROR.’

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content