BATTLE: LOS ANGELES, ‘GEEF JEZELF VOLLEDIG OF BLIJF THUIS!’

Hoewel hij een van Hollywoods meest gevraagde acteurs is, behoort Aaron Eckhart nog steeds niet tot de A-List. Nu hij in rouwdrama Rabbit Hole zij aan zij staat met Nicole Kidman en een bataljon mariniers aanvoert in ‘alien invasion’-blockbuster Battle: Los Angeles, lijkt het tij te keren. De gedisciplineerde vakman houdt het hoofd koel. ‘Mijn vak komt op de eerste plaats.’

Erg bekend klinkt de naam Aaron Eckhart u misschien niet in de oren. Nochtans heeft de in 1968 in Californië geboren acteur al een indrukwekkende staat van dienst opgebouwd. Na een armetierige theaterperiode in het New York van de nineties boekte Eckhart zijn eerste bioscoopsucces in de vroege films van controversieel cineast Neil LaBute – denk aan In The Company of Men, Your Friends and Neighbours en Nurse Betty. Zelfs grote regisseurs als Oliver Stone, Steven Soderbergh en Sean Penn hielden hem nadien in het oog en castten hem in respectievelijk Any Given Sunday, Erin Brockovich en The Pledge.

Daaropvolgende commerciële ondernemingen als Ron Howards western The Missing, rampenthriller The Core en Philip K. Dickverfilming Paycheck resulteerden echter in pijnlijke flops. Eerherstel kwam er dankzij rollen in Jason Reitmans satire Thank You for Smoking en Brian De Palma’s noirhymne The Black Dahlia. Sinds zijn vertolking van de – euhm – gespleten advocaat Harvey Dent in kaskraker The Dark Knight lijkt Eckharts opmars onstuitbaar.

Met de quasisimultane bioscoopreleases van Rabbit Hole en Battle: Los Angeles lijkt zijn grote moment eindelijk aangebroken. Het immense contrast tussen de twee projecten – respectievelijk een arthousedrama met een piepklein budget en een peperdure blockbuster – onderlijnt Eckharts duizelingwekkende verscheidenheid. Of het nu gaat om een rouwende man die samen met zijn echtgenote (Nicole Kidman) de dood van hun zoontje tracht te verwerken, of om een getroebleerde marinesergeant die een stelletje onervaren soldaten leidt tijdens een buitenaardse invasie: Eckhart benadert beide rollen – net zoals al zijn voorgaande – met een overweldigende toewijding.

‘Het klopt dat mijn vak op de eerste plaats komt’, merkt Eckhart op wanneer we zijn overgave met die van de mariniers uit Battle: Los Angeles vergelijken. ‘In tegenstelling tot de gemiddelde soldaat ben ik echter allesbehalve een teamspeler, mijn vrienden noemen me zelfs een eenzaat. Dat neemt niet weg dat ik graag samenwerk met mensen met dezelfde discipline, lui die ons vak echt ernstig nemen. Van Nicole kun je zeker zijn dat ze nooit ofte nimmer onvoorbereid op de set zal arriveren. Hetzelfde gold voor Heath (Ledger, die ook in ‘The Dark Knight’meespeelde; nvdr.). Wanneer we samen voor de camera stonden, was er geen tijd voor geklets. We gingen er zo hard voor dat we onszelf ’s avonds uitgeput naar huis moesten slepen. Als je niet van plan bent jezelf volledig te geven, blijf je beter thuis: dat is mijn motto.’

Valt het mee om jezelf volledig te geven als je zoals in ‘Battle: Los Angeles’ omringd wordt door veel jongere acteurs?

Aaron Eckhart: Ik heb al die jonkies een poepje laten ruiken! (Lacht) Ik had me zo lang op die rol voorbereid dat ik in absolute topvorm verkeerde. Geloof me: die broekventjes stonden versteld toen deze oude vent hen zowel op de loopband als bij de schietoefeningen en het boksen versloeg.

Was het niet ongelooflijk moeilijk om van de subtiele gevoelens van ‘Rabbit Hole’ naar het chaotische geweld van ‘Battle: Los Angeles’ over te schakelen?

Eckhart: Ik herinner me ontzettend weinig van die periode. Aanvankelijk waren de shoots van Rabbit Hole, Battle: Los Angeles en de Hunter S. Thompson-bewerking The Rum Diary netjes na elkaar gepland. Er liep echter van alles mis, waardoor de schema’s flink door elkaar geschud werden. Soms stond ik de ene dag aliens te bevechten en de volgende het verlies van mijn zoon te verwerken. Ik weet nog steeds niet hoe ik dat tot een goed einde heb gebracht. Zonder de hulp van Johnny Depp (producent en hoofdacteur van The Rum Diary; nvdr.) was het niet gelukt. Hij is zo bezeten door Thompsons werk dat hij diep in de buidel heeft getast om alle schemaproblemen op te lossen.

Raak je tijdens zulke overlappende opnameperiodes het spoor nooit compleet bijster?

Eckhart: Ik heb geleerd om op die momenten zo weinig mogelijk na te denken. Als je te vaak bij potentiële problemen stilstaat, raak je mentaal verlamd. Neem nu Battle: Los Angeles: om mijn personage overtuigend te kunnen neerzetten, had ik een jaar aan mijn conditie gewerkt. Toen kreeg ik echter te horen dat de opnames voor onbepaalde tijd uitgesteld werden. Als je dan het hoofd laat hangen, is al die moeite voor niets geweest.

Heb je na die hectische periode eventjes vrijaf genomen?

Eckhart: Sterker nog: ik heb sindsdien niets meer gedaan! Ten eerste omdat ik moest revalideren van een slecht verzorgde armbreuk die ik tijdens de shoot van Battle: Los Angeles had opgelopen. Ten tweede omdat ik mentaal volledig op was. Niet alleen het verloren zoontje uit Rabbit Hole, maar ook al die gesneuvelde soldaten uit Battle: Los Angeles bleven me achtervolgen. Ik moest dringend afstand nemen van Magere Hein.

Raken de gebeurtenissen uit popcornvoer als ‘Battle: Los Angeles’ je echt even hard als die uit het realistischer ‘Rabbit Hole’?

Eckhart: Als je je job serieus neemt, is er geen verschil. Een sterfgeval blijft een sterfgeval, ook in een genrefilm. Ik draag realisme hoog in het vaandel. Maar ik zou mijn vak oneer aandoen als ik bepaalde opdrachten minder ernstig zou benaderen dan andere. In dat opzicht neem ik een voorbeeld aan Heaths interpretatie van The Joker. Hoewel niemand het hem kwalijk had genomen, kwam het nooit in hem op om dat personage als een karikatuur neer te zetten. Zonder dergelijke overgave wordt de Zevende Kunst al snel een perverse parodie van zichzelf.

‘Battle: Los Angeles’ houdt het midden tussen een sciencefictionfilm en een oorlogsprent. Welk genre verkies jij?

Eckhart: Doe mij toch maar oorlogsfilms: titels als Apocalypse Now, Platoon en Black Hawk Down, met hun verhalen die naar de keel grijpen en personages die zichzelf niet laten kennen.

Scifi zegt je niets?

Eckhart: Zoals ik al zei: ik kick op realisme. Jammer genoeg scoren de meeste sciencefictionfilms op dat gebied niet heel hoog. (Lacht) Ik verkies relatiedrama’s zoals Kramer vs. Kramer of Ordinary People boven blockbusters die teren op speciale effecten. Grote uitzondering: Close Encounters of the Third Kind van Steven Spielberg. Die prent is ’the best of both worlds’.

Is ‘Battle: Los Angeles’ geen blockbuster die teert op speciale effecten?

Eckhart: Integendeel. Behalve de buitenaardse wezens en hun ruimteschepen is alles op de ouderwetse manier opgenomen. We hebben echte wapens gebruikt en stukken snelweg opgeblazen. Er zijn zelfs enkele helikopters gesneuveld. En dat allemaal dankzij het United States Marine Corps.

Het is lang geleden dat een Hollywoodprent het Amerikaanse leger in zo’n positief daglicht plaatste.

Eckhart: Maakt me niets uit. Volgens mij kunnen we op dit moment in de bioscoop best wat onverbloemde helden gebruiken. Bovendien gaat het om een verzameling kwetsbare figuren en niet om het zoveelste zootje onaanraakbare superhelden. Hun strijd tegen de buitenaardse wezens lijkt lange tijd compleet hopeloos. In mijn ogen overstijgen hun beproevingen simplistisch patriottisme. Mensen van alle nationaliteiten zullen hen toejuichen.

Eckhart: Met alle recente mistoestanden valt het best te begrijpen dat men cynisch doet over het Amerikaanse militaire apparaat. Een zwaarbeladen geopolitieke boodschap hoef je in onze film echter niet te zoeken. Vergeet niet dat het gaat om een prent over een invasie van buitenaardse wezens! (Lacht)

De persmap van ‘Battle: Los Angeles’ staat nochtans vol met quotes van UFO-specialisten die het uitgangspunt van de prent des te geloofwaardiger proberen te maken.

Eckhart: (Rolt met de ogen) Man, man, man! Daar heb ik absoluut niets mee te maken. Ik heb alle respect voor mensen die zulke zaken ernstig nemen, maar val mij er alstublieft niet mee lastig. Onze film is louter en alleen als entertainment bedoeld!

Tot slot: kloppen de geruchten dat je binnenkort in België te spotten valt?

Eckhart: Als alles goed verloopt, wordt The Expatriate in april en mei in Brussel gedraaid. Het gaat om een CIA-thriller waarin mijn personage en zijn vervreemde tienerdochter elkaar beter leren kennen terwijl ze opgejaagd worden door een legertje huurmoordenaars. Vertel je lezers dat ze me altijd op een pint mogen trakteren als ze me tegenkomen… wanneer de camera niet aan het draaien is, natuurlijk.

RABBIT HOLE: Vanaf 13/4 in de bioscoop.

BATTLE: LOS ANGELES: Vanaf 20/4 in de bioscoop.

DOOR STEVEN TUFFIN

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content