‘ANGST IS EEN VRIEND GEWORDEN’

Annie Clark, alias St. Vincent, leeft bij de gratie van contrast. Op haar vierde, titelloze plaat botsen intelligentie en intuïtie weer kletterend tegen elkaar op. Zo frêle haar verschijning, zo brutaal gaat ze op de gitaar tekeer. En alsof dat nog niet bananas genoeg is, wilde ze een feestplaat maken die je ook op een begrafenis kunt draaien. ‘Ik verdraag geen beperkingen meer.’

In 2012 bracht Annie Clark samen met David Byrne Love This Giant uit: een opgemerkte joint venture die in dit blad de adjectieven jeukend, hyperkinetisch, eigengereid en kosmopolitisch kreeg toegeworpen. ‘Door met David Byrne te toeren, werd ik met een nieuw fenomeen geconfronteerd: mensen in de zaal die dánsen op muziek die ik maak!’ kirt ze. ‘Dat vond ik zo’n boeiend gegeven dat ik me voornam daarop door te gaan. Na de tournee ben ik meteen aan het schrijven geslagen. Het was alsof ik alle ideeën die ik sinds mijn vorige plaat had verzameld aan elkaar kon lijmen door er die enorme, robuuste koperblazers bij te bedenken die David en ik ook op het podium hadden staan. Eigenlijk is dit een soort funkplaat. Ik wil dat mensen met deze muziek uit de bol kunnen gaan, maar ook dat die hen raakt als ze in de put zitten.’

Laat dat nu dezelfde penibele locatie zijn waar Annie Clark zich bevond toen ze haar vorige plaat Strange Mercy opnam. Maar op St. Vincent laten de teksten vaak een herboren, minder omfloerste artieste horen. Op de eerste single Birth in Reverse zingt Clark over een masturberende huismoeder – ‘Is dat niet wat huismoeders doen?’ – en Huey Newton gaat, om een reden die ze zelf niet kan verhelderen, over de gelijknamige oprichter van de Amerikaanse Black Panther Party: ‘Ik had een slaappil genomen maar was desondanks wakker gebleven. In mijn hallucinatie zat hij plots naast me.’ Andere tekstregels op St. Vincent verschaffen gelukkig wel inzicht in haar eigen doen en denken.

(RATTLESNAKE)

ANNIE CLARK: Ik was in het westen van Texas op bezoek bij een vriend die daar een ranch heeft. Op een dag ben ik in mijn eentje een lange wandeling gaan maken op zijn uitgestrekte landgoed. Het was zo’n stralend weer dat ik ergens halfweg besloot mijn kleren uit te trekken, om een écht moment in de natuur te beleven. Terwijl ik daar semimystieke ervaring aan het opdoen was, hoorde ik plots geratel. De wind, dacht ik eerst. Tot ik me realiseerde dat er de hele tijd nog geen zuchtje was geweest. Toen ik dat geluid een tweede keer hoorde, zag ik in mij ooghoek een slang. Ik ben er als een gek vandoor gegaan. Mijlen aan een stuk gelopen! Tja, ik ben een stadsgriet. Als kind dol je buiten wat rond, lees je een dun survivalboekje, en hup: je denkt te weten hoe je je lunch kunt vangen en vuur moet maken. (denkt na) Vallen koeien eigenlijk mensen aan? Niemand heeft me die info ooit verstrekt. Dus ja, confronterend was het wel. Het was alsof ik zo’n verhaal over het ontstaan van de wereld in levenden lijve meemaakte. Mijn eigen, nieuwe verhaal: alleen in de tuin met een beest waarvoor je op de vlucht slaat. Een geschikte start voor de plaat, vond ik.

(DIGITAL WITNESS)

CLARK: We leven in tijden waarin privacy een schaars en kostbaar goed is geworden. Kijk maar naar de hele NSA-affaire. Maar eigenlijk ligt het ook aan onze mentaliteit. We gooien alles wat we zien, eten, ruiken of voelen onverstoord in de publieke arena. Alsof we voor elke banale handeling applaus verwachten. Nu, ik zwem ook in die zee, hoor. Ik spreek geen oordeel uit, ik toeter het maar even rond, probeer duidelijk te maken hoe ver het is gekomen. Volgens mij zullen de grote machthebbers van de toekomst zowel over informatie als over privacy beschikken. Mensen willen gewoon opgemerkt worden, bevestigd in het feit dat wat ze hebben meegemaakt daadwerkelijk is gebeurd. Een bizarre redenering, niet? Als je zelf niet meer weet dat wat je aan het doen bent écht is…

Of ik mezelf eveneens niet wil rechtvaardigen door drie platen uit te brengen in evenveel jaar? Zo had ik het nog nooit bekeken. Ik heb een sterk arbeidsethos, dat klopt. Maar ik hou enorm van wat ik doe. Maar zeg, bracht David Bowie vroeger ook niet elk jaar een plaat uit? Of Talking Heads? Tegenwoordig wordt van je verwacht dat je rond elke release zo veel mogelijk trammelant verkoopt. Overcompensatie, omdat mensen hoe langer hoe minder platen kopen. Vandaar al die interviews en tournees. Nu, ik ben verzot op toeren, dus dat komt goed uit. Zes maanden thuis rondhangen, is nooit een ambitie geweest.

(EVERY TEAR DISAPPEARS)

CLARK:Strange Mercy was een plaat waarin ik heel veel pijn van me af heb geschreven. Deze plaat gaat meer over kracht en moed, want ik zag dat de wonden traag maar zeker begonnen te genezen. Als je door een bos van verdriet wandelt en je komt er aan de andere kant weer uit, dan voel je je een beetje onoverwinnelijker. ‘Wat ik heb meegemaakt, heeft me er dan toch niet onder gekregen. Dus here we go.’ Het is een lied over de bevestiging van je geloof.

Als kind had ik last van angstaanvallen. Maar daar heb ik uiteindelijk mee leren leven. Het is iets wat komt en gaat. Angst is een kleine vriend die af en toe om de hoek komt piepen. Heel anders dan vroeger, toen hij me ondersteboven liep en ik altijd dacht dat ik nooit meer rechtop zou raken.

Ik was laatst de autobiografie van Miles Davis aan het lezen. Het moeilijkste wat hij ooit heeft moeten doen, was als zichzelf leren te spelen. Daarom heb ik besloten dat deze plaat geen titel zou krijgen. Ik vind dat ik die claim kan maken: ik speel niet als een ander, maar als mij. Ik ben er eindelijk uit: muziek geeft me alles wat ik nodig heb. Het schenkt me voldoening, een mild gevoel van volmaaktheid. Je kunt er alles in kwijt: lelijkheid én schoonheid, intelligentie én intuïtie, complexiteit én eenvoud. Er is een tijd geweest waarin ik dacht dat muziek enkel kon dienen om mijn donkerste gevoelens te kanaliseren. Maar tegenwoordig zie ik het als een strelende, helende identiteit. Ik verdraag geen beperkingen meer.

(I PREFER YOUR LOVE)

CLARK: Nou ja, niet dat er een keuze moet worden gemaakt, natuurlijk. (glimlacht) Een heel zoet liefdesliedje is dit. Het kan zowel op een idee slaan als op een persoon. Zowel op je moeder als op je minnaar. Het gaat over onvoorwaardelijke liefde. Maar evengoed over mijn levenskeuzes, ja. Zoals gezegd: ik voel me helemaal in mijn sas. Het is niet omdat ik 31 ben dat ik, zoals zovelen, richting huis, tuin, kinderen en boom moet navigeren. Ik denk eerlijk gezegd niet dat ik dat ooit zal doen. Nou ja, vraag het me nog eens als ik 51 ben. Trouwen en een gezin stichten heeft me nooit beziggehouden. Al zie ik er wel de warmte van in. Gelukkig heb ik veel familie. Het is altijd leuk om te gaan logeren, enkele dagen lang plaatsvervangend te genieten van wat zij hebben. Maar dan wil ik er toch altijd weer vandoor.

‘I’m afraid of you because I can’t be left behind’

(REGRET)

CLARK: Is dat niet universeel, de angst om verlaten te worden? Natuurlijk: omdat ik zoveel reis, doe ik niets anders dan mensen achterlaten. Egoïstisch, ik weet het. Of voorzorg misschien: je staat altijd sterker als je zélf vertrekt, in plaats van de ander. Of ik van iets spijt heb? (denkt lang na) Ik zou willen dat ik me in mijn leven veel minder zorgen had gemaakt. Maar ja: ik ben Iers en katholiek, waarover had ik me géén zorgen moeten maken? (glimlacht) Daarom ben ik zo blij met deze plaat: vrees speelt er geen rol van betekenis meer op.

ST. VINCENT

Op 21/2 uit bij Loma Vista / Caroline.

Op 17/2 staat St. Vincent in de AB in Brussel.

DOOR KURT BLONDEEL

Fout opgemerkt of meer nieuws? Meld het hier

Partner Content